Gerechtshof Amsterdam, 22-03-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:936, 23-004325-15
Gerechtshof Amsterdam, 22-03-2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:936, 23-004325-15
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 22 maart 2017
- Datum publicatie
- 23 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2017:936
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:2061, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 23-004325-15
Inhoudsindicatie
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid (246 Sr). Gedraging verdachte - knijpen in de billen - is in strijd met sociaal-ethische norm. Dat knijpen mogelijk bedoeld was als grap doet aan een en ander niet af.
Uitspraak
Parketnummer: 23-004325-15
Datum uitspraak: 22 maart 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 29 september 2015 in de strafzaak onder de parketnummers
13/659146-15 en 13/138704-13 (TUL) tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1967,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
8 maart 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 maart 2015 te Amsterdam door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit het knijpen in de (linker)bil van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het (in een cellengang van politiebureau Waddenweg)
- ( zeer dicht) langs die [slachtoffer] lopen en/of
- ( vervolgens) het (van achteren) onverhoeds en onverwachts vastpakken van die [slachtoffer].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een enigszins andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit en heeft hiertoe aangevoerd dat de gedraging van de verdachte een domme en misplaatste grap was, maar geen ontuchtige handeling oplevert in de zin van artikel 246 Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt.
De verdachte, een volwassen man, is in de cellengang van het politiebureau aan de Waddenweg achter langs het slachtoffer, een hem onbekende volwassen vrouw, gelopen en heeft haar onverhoeds in haar linkerbil geknepen. Vervolgens heeft hij gelachen en gezegd: “It was a joke”.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een ontuchtige handeling als bedoeld in artikel 246 Sr een
handeling van seksuele aard is die in strijd is met een sociaal-ethische norm. De beoordeling of een
handeling als zodanig kan worden gekwalificeerd, hangt af van de aard van de gedraging en de omstandigheden van het geval.
Naar het oordeel van het hof is de handeling van de verdachte van seksuele aard, aangezien de bil, als te beknijpen lichaamsdeel, vanuit seksueel oogpunt geenszins als neutraal kan worden beschouwd. Voorts kan er in redelijkheid niet aan worden getwijfeld dat het gedrag van de verdachte in strijd is met een sociaal-ethische norm. De omstandigheid dat het bilknijpen mogelijk bedoeld was als grap doet aan een en ander niet af, omdat dit de seksuele aard van de handeling noch het met een sociaal-ethische norm strijdige karakter daarvan wegneemt.