Home

Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1419, 16/00551

Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1419, 16/00551

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
26 april 2018
Datum publicatie
13 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:1419
Zaaknummer
16/00551

Inhoudsindicatie

WOZ-waarde woning; hoorplicht niet geschonden nu de heffingsambtenaar belanghebbende meer dan voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord

Uitspraak

kenmerk 16/00551

26 april 2018

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[naam] te [plaats] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. A. Bakker,

tegen de uitspraak van 31 oktober 2016 in de zaak met kenmerk HAA 16/556 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) met dagtekening 28 februari 2015 de waarde van de onroerende zaak [adres] (hierna: de Woning) voor het jaar 2015 vastgesteld op € 306.000. Tegelijk is de aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) voor het jaar 2015 bekendgemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van

7 januari 2016 de vastgestelde waarde verlaagd naar € 250.000 . Daarbij is een kostenvergoeding van € 244 toegekend.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 31 oktober 2016 het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak op 9 december 2016 bij het Hof hoger beroep ingesteld en dat op 19 december 2016 nader gemotiveerd. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 maart 2018. Namens de heffingsambtenaar is verschenen mr. A. Bruijn, bijgestaan door F.K. Donker (taxateur). Zonder bericht aan het Hof zijn belanghebbende noch zijn gemachtigde verschenen. Blijkens gegevens van PostNL – in te zien via het internet – is de naar de gemachtigde op 5 februari 2018 per aangetekende post verzonden uitnodiging om op de zitting te verschijnen op 13 februari afgehaald van de PostNL-locatie. Gemachtigde is aldus tijdig en op de juiste wijze uitgenodigd, zodat de zitting doorgang kon vinden.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Door het Hof vastgestelde feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de Woning.

2.2.

De Woning is een rijwoning met aanbouw, twee dakkapellen en een schuur. De inhoud van de Woning is ongeveer 384 m³ (inclusief de aanbouw van 30 m³). De oppervlakte van het perceel is ongeveer 172 m². Het bouwjaar van de woning is 1972.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de WOZ-waarde in eerste aanleg een op 5 april 2016 door F. Donker opgemaakt taxatierapport (hierna: het Waarderapport) met een daarbij horende ‘Bijlage Waardeopbouw’ (hierna: de Waardeopbouw) ingebracht. De waarde van de Woning is in het Waarderapport op de waardepeildatum 1 januari 2014 getaxeerd op € 259.000.

2.4.

In de Waardeopbouw is ter onderbouwing van de waarde van de Woning aansluiting gezocht bij (verkoop)gegevens van drie objecten. De Waardeopbouw vermeldt – voor zover relevant – de volgende (herleide) gegevens:

De Woning

[object 1]

[object 2]

[object 3]

Bouwjaar

1972

1972

1972

1984

Type woning

Rijwoning

Eindwoning

Eindwoning

Rijwoning

Inhoud woonruimte

384 m³

354 m³

404 m³

320 m³

Oppervlakte grond bij woning

172 m²

181 m²

235 m²

113 m²

Aan- en bijgebouwen

- Dakkapel (2)

- Aanbouw woonruimte

- Schuur

- Dakkapel

- Schuur

- Dakkapel

- Schuur

- Dakkapel

- Schuur

Transactiedatum

n.v.t.

7 januari 2014

1 november 2013

4 februari 2014

- Transactieprijs

- Transactieprijs geïndexeerd naar waardepeildatum

n.v.t.

n.v.t.

€ 240.000

€ 238.003

€ 287.500

€ 283.232

€ 232.000

€ 231.060

Woonruimte

- Kwaliteit/ Luxe

- Onderhoudstoestand

- Uitstraling

- Doelmatigheid

- Voorzieningen

- Ligging

3 *

2

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

* Het Waarderapport vermeldt over de hier gebruikte indicatoren ‘KOUDVL’ – voor zover hier relevant – het volgende:

“(…)

3 = voldoende (bij onderhoud: onderhoud is niet op korte termijn noodzakelijk)

2 = matig (bij onderhoud: onderhoud op korte termijn noodzakelijk) (…)”

2.5.1.

Belanghebbende heeft in haar bezwaarschrift verzocht om te worden gehoord.

2.5.2.

Op 6 oktober 2015 schrijft de heffingsambtenaar aan belanghebbende:

“Als u een hoorzitting wenst, verzoek ik u binnen twee weken (…) telefonisch contact op te nemen voor het inplannen van een afspraak op telefoonnummer (…).”

2.5.3.

Gemachtigde antwoordt daarop bij brief van 8 oktober 2015 dat hij de heffingsambtenaar telefonisch niet kon bereiken.

2.5.4.

Op 23 oktober 2015 schrijft de heffingsambtenaar:

“Tot op heden heeft u telefonisch geen contact opgenomen voor het maken van een afspraak, vandaar dat ik u nogmaals verzoek een afspraak te maken voor een hoorzitting”

2.5.5.

Daarop antwoordt gemachtigde dat hij de heffingsambtenaar “telefonisch (…) wederom niet (kon) bereiken”.

2.5.6.

Daarna start een e-mailconversatie.

2.5.7.

In een e-mailbericht van 25 november 2015 schrijft de heffingsambtenaar (in de persoon van mr. E. Brouwer) aan de gemachtigde van belanghebbende onder andere het volgende:

“(…) In mijn eerdere e-mails (Hof van 4 november 2015 en 18 november 2015) heb ik twee data voorgesteld, te weten 30 november 2015 om 10.00 uur en 2 december 2015 om 10.00 uur.

Aangezien u in eerste instantie niet heeft aangegeven naar welke van deze data uw voorkeur uitging, heb ik vastgesteld dat de hoorzitting plaatsvindt op maandag 30 november 2015. Nu geeft u aan dat deze datum u niet schikt en stelt u 1 december 2015 voor.

Deze datum schikt mij niet. U heeft niet aangegeven dat woensdag 2 december 2015 om 10.00 u niet schikt.

Hierbij stelt ik dan ook voor de laatste keer een datum en tijdstip vast waarop de hoorzitting inzake beide bezwaren plaatsvindt, te weten woensdag 2 december 2015 om 10.00 uur.

Indien u op genoemde datum en tijdstip niet verschijnt, wordt dit aangemerkt als het afzien van een hoorzitting (…)”

2.5.8.

De gemachtigde van belanghebbende antwoordt bij e-mailbericht van 25 november 2015 op vorenstaand bericht – voor zover relevant – als volgt:

“(…) 2 december a.s. om 10.00 uur schikt mij ook niet. Jammer dat u 1 december a.s. niet kan. Kunt u andere data noemen? (…)”

2.5.9.

De gemachtigde van belanghebbende verzoekt bij e-mailbericht van 29 november 2015 de heffingsambtenaar om spoedig op vorenstaand e-mailbericht te reageren.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil

(1) of de heffingsambtenaar – zoals belanghebbende stelt – de hoorplicht ex artikel 7:2, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft geschonden en dat om die reden - zo begrijpt het Hof - belanghebbende wenst dat het Hof de rechtbankuitspraak vernietigt, het beroep gegrond verklaart, de uitspraak op bezwaar vernietigt en de heffingsambtenaar opdraagt - na het horen van belanghebbende - opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.

(2) of de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van € 250.000 van de Woning op de waardepeildatum 1 januari 2014 niet te hoog is vastgesteld. Belanghebbende bepleit in hoger beroep een WOZ-waarde van € 231.000; de heffingsambtenaar acht de WOZ-waarde niet te hoog vastgesteld;

(3) of de heffingsambtenaar in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door de WOZ-waarde op de waardepeildatum 1 januari 2014 op € 250.000 vast te stellen.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing