Gerechtshof Amsterdam, 16-01-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:165, 17/00101
Gerechtshof Amsterdam, 16-01-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:165, 17/00101
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 16 januari 2018
- Datum publicatie
- 24 januari 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2018:165
- Zaaknummer
- 17/00101
Inhoudsindicatie
Precariobelasting; belanghebbende kan geen rechten (hier: het niet-heffen van precariobelasting ter zake van netwerken in de grond) aan de overeenkomsten ontlenen, omdat zij geen partij daarbij was en geen rechtsopvolger is van een daarbij betrokken partij. De omstandigheid dat belanghebbende materieel aan de overeenkomsten uitvoering heeft gegeven maakt haar geen partij, omdat niet aannemelijk is geworden dat de gemeente hierin is gekend
Uitspraak
kenmerk 17/00101
16 januari 2018
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. [naam bedrijfsjurist], bedrijfsjurist in dienst van belanghebbende,
tegen de uitspraak van 15 september 2016 in de zaak met kenmerk UTR 14/6786 van de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Renswoude, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 31 juli 2014 aan belanghebbende voor het tijdvak 1 juli 2014 tot en met 31 december 2014 een voorlopige aanslag precariobelasting opgelegd van € 173.946.
Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 10 november 2014 de aanslag gehandhaafd.
De rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep bij de uitspraak van 15 september 2016 ongegrond verklaard.
Het tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep is ingekomen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 oktober 2016. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft het hoger beroep bij beslissing van 21 februari 2017 voor verdere behandeling verwezen naar het Hof.
Belanghebbende heeft bij brief van 15 november 2017 een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 december 2017. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden. Het hoger beroep van belanghebbende is gelijktijdig behandeld met het hoger beroep van [Y] B.V. betreffende de aanslag precariobelasting 2014 van de gemeente Renswoude, kenmerk 17/00102, en het hoger beroep van [Y] B.V. betreffende de aanslag precariobelasting 2013 van de gemeente Eemnes, kenmerk 17/00103.
2 Feiten
Belanghebbende is netbeheerder en economisch eigenaar van in de gemeente Renswoude gelegen netwerken voor het transport van elektriciteit en gas. Juridisch eigenaar van deze netwerken is [Y] B.V. (v/h N.V. [Y]).
Tussen de gemeente Renswoude (hierna: de gemeente) en de N.V. [A] (hierna: [A]) is op 24 januari 1996 het volgende overeengekomen:
“KABELLEGREGELING(…)Artikel 11.1. De gemeente zal met inachtneming van het bepaalde in de volgende artikelen en mits dit niet in strijd is met terzake dien[en]de voorschriften aan [A] op haar verzoek schriftelijk goedkeuring verlenen om in, aan, op of boven gemeentelijke eigendommen, al dan niet met een openbare bestemming, en eigendommen van [A] of anderen, voor zover deze laatsten een openbare bestemming hebben en daarvoor op grond van enig publiekrechtelijk voorschrift aan de gemeente vergunning of ontheffing moet worden gevraagd, om niet werken aan te brengen, te hebben, houden, gebruiken, onderhouden, wijzigen en verwijderen.1.2. De gemeente zal ook in de toekomst geen recognities, retributies of vergoedingen vorderen voor activiteiten van [A] ten behoeve van haar elektriciteits- en telecommunicatienet en de elektriciteitsvoorziening.(…)Artikel 9
Deze regeling wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1995 en zal na 10 jaar eindigen, terwijl zij daarna telkens voor 10 jaar op dezelfde voorwaarden wordt gecontinueerd, tenzij een der partijen haar uiterlijk drie maanden voor de expiratiedatum schriftelijk heeft opgezegd. De bij het einde van deze regeling ingevolge de eerste drie artikelen bestaande rechten van [A] zullen – in afwachting van nadere afspraken tussen partijen – door de gemeente worden geëerbiedigd.
(…)”
Tussen de gemeente en N.V. [B] ([B]) is op 20 december 1989 het volgende overeengekomen:
“Exploitatie-overeenkomst(…)
Artikel 11. De gemeente verleent met uitsluiting van ieder ander aan het [B] het recht om op het grondgebied van de gemeente werkzaam te zijn, terzake van de gasvoorziening (…).(…)Artikel 3De gemeente verbindt zich van het [B] geen retributies te heffen voor het hebben van voorwerpen in, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond en geen recognities te vorderen voor zodanig gebruik van eigendommen van de gemeente.Artikel 4De gemeente verleent aan het [B], met uitsluiting van anderen dan de N.V. [C], vergunningen, ontheffingen of anderszins voor het leggen, aanbrengen, hebben, wijzigen, onderhouden en uitbreiden van voor de gasvoorziening van belang zijnde voorwerpen in, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond en water.
(…)”
In een overeenkomst tussen de gemeente, N.V. [A] handelend onder de naam “[A]” of één van haar ‘Vennootschappen’, en N.V. [D] van maart 2003 (hierna: de precario-overeenkomst) is onder meer het volgende vermeld:
“OVERWEGENDE(A) de Gemeente houdt 11 aandelen in (…) “N.V. Houdstermaatschappij [B]”, (…) hierna te noemen “Houdster [B]”(B) Houdster [B] houdt 30% van alle aandelen (de “Aandelen”) in het kapitaal van [A] en (…) “N.V. [A] Houdstermaatschappij”, (…) hierna te noemen “Houdster [A]” en tezamen met Houdster [B], de “Verkopers” (…) houdt 70% van de Aandelen;(C) Op 18 december 2002 zijn de Verkopers met de Koper [Hof: N.V. [D]] een overeenkomst aangegaan (de “Overeenkomst”) waarbij de Koper alle aandelen in het kapitaal van [A] heeft gekocht van de Verkopers;(…)Artikel 1 Definities1.1 Begrippen en termen in deze Precario Overeenkomst die met een hoofdletter zijn aangeduid en niet anders zijn gedefinieerd, zullen de betekenis hebben als hieronder omschreven. (…)Leveringsdatum: 10 maart 2003(…)Vennootschappen [A], Dochtermaatschappijen en Stichtingen, zoals gedefinieerd in de Overeenkomst of hun rechtsopvolgers.(…) Artikel 2 Precarioverhoging/Nieuwe Precario2.1 Gedurende een periode van 10 (tien) jaar na de Leveringsdatum zal de Gemeente niet overgaan tot een Precarioverhoging of het opleggen van een Nieuwe Precario, met uitzondering van Precarioverhogingen en/of Nieuwe Precario die voorgeschreven zijn door de centrale overheid of landelijk op de sector van toepassing worden verklaard.
Na afloop van de genoemde periode van 10 (tien) jaar, zal Gemeente gedurende de daarop volgende periode van 10 (tien) jaar niet overgaan tot een Precarioverhoging of het opleggen van een Nieuwe Precario indien en voorzover een dergelijke verhoging niet of niet volledig kan worden doorberekend in de transport- en aansluitingstarieven van één of meer van de Vennootschappen ingevolge een daartoe door de bevoegde autoriteiten genomen besluit, met uitzondering van Precarioverhogingen en/of Nieuwe Precario die voorgeschreven zijn door de centrale overheid of landelijk op de sector van toepassing worden verklaard.(…).”
De ‘Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2014’, vastgesteld door de raad van de gemeente op 22 april 2014, luidt onder meer als volgt:
“Artikel 2 Belastbaar feitOnder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.Artikel 3 Belastingplicht1. Ter zake van buizen, kabels, draden, of leidingen ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.2. In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degenen ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.”
De in geschil zijnde voorlopige aanslag van € 173.946,00 heeft voor € 111.685,50 betrekking op 74.457 m elektriciteitsnet en voor € 65.260,50 op 43.507 m gasnet.
Belanghebbende en N.V. [Y] (hierna ook: [Y]; thans: [Y] B.V.) zijn op 22 januari 2015 het volgende overeengekomen:
“Artikel 1.1. [Y] draagt met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2014 aan [belanghebbende] over bij wijze van onverdeeld aandeel daarin de rechten uit artikel 3 van de Exploitatie-overeenkomst en artikel 1 van de Kabellegregeling om de gasnetten en de elektriciteitsnetten in de gemeente Renswoude aanwezig te mogen hebben etc., zoals hiervoor geciteerd, zodat derhalve de gemeente daarvoor ook niet aan [belanghebbende] precariobelasting en/of een andere vergoeding kan opleggen.2. [Y] en [belanghebbende] verklaren dat ieder mede ten behoeve van de ander de rechten jegens de gemeente kan uitoefenen. 3. [Belanghebbende] draagt bij voorbaat haar aandeel in de rechten terug over aan [Y], subsidiair verplicht [belanghebbende] zich op eerste verzoek van [Y] daartoe over te gaan (…).
Artikel 3.[Belanghebbende] zal mede namens [Y] deze overeenkomst c.q. overdracht ter kennis brengen van de gemeente.”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals voor de rechtbank is voor het Hof in geschil of de belastingaanslag precariobelasting terecht is opgelegd.