Gerechtshof Amsterdam, 27-12-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:5007, 17/00604
Gerechtshof Amsterdam, 27-12-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:5007, 17/00604
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 27 december 2018
- Datum publicatie
- 28 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2018:5007
- Zaaknummer
- 17/00604
Inhoudsindicatie
Wet waardering onroerende zaken; waardering woning
Uitspraak
kenmerk 17/00604
27 december 2018
uitspraak van derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[naam] , te [woonplaats] , belanghebbende,
gemachtigde: mr. S.D. van Reenen (DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.) te Amsterdam
tegen de uitspraak van 8 november 2017 in de zaak met kenmerk AMS 17/139 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 29 februari 2016 op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [object 1] te [plaats] (hierna: de woning) op de waardepeildatum 1 januari 2015 voor het kalenderjaar 2016 vastgesteld op € 424.500. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2016 (hierna: de aanslag) bekendgemaakt.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 30 november 2016 de vastgestelde waarde en de aanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 8 november 2017 heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank tevens het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Het tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep van belanghebbende is bij het Hof ingekomen op 20 december 2017 en aangevuld bij brief van 16 januari 2018. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 december 2018. Belanghebbende is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, voornoemd. Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen M.A. Boerhorst en J.C. Brijde (taxateur).Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 2. Feiten
Belanghebbende is mede-eigenaar van de woning.
De woning is een appartement met berging en is gebouwd in 2002. De woning heeft een oppervlakte van 113 m². Het appartementencomplex staat op in erfpacht uitgegeven grond. De eigenaren van de appartementen zijn daarvoor een canon verschuldigd. De canon is in 1999 afgekocht voor 50 jaar.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep de hoogte van de WOZ-waarde in geschil. Belanghebbende staat een waarde van € 375.000 voor en de heffingsambtenaar bepleit een waarde van € 424.500 (gelijk aan de door hen bij de rechtbank bepleite waarden).