Home

Gerechtshof Amsterdam, 06-03-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:738, 17/00252

Gerechtshof Amsterdam, 06-03-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:738, 17/00252

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
6 maart 2018
Datum publicatie
18 april 2018
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:738
Zaaknummer
17/00252

Inhoudsindicatie

Wet WOZ; beoordeling van en gewicht toekennen aan vergelijkingsobjecten en onderscheidende elementen van de woning; de heffingsambtenaar voldoet aan op hem rustende bewijslast en maakt waarde van woning aannemelijk; belanghebbende beroept zich op WOZ-waarde woning, vastgesteld voor een eerder jaar

Uitspraak

kenmerk 17/00252

6 maart 2018

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal, de heffingsambtenaar,

tegen de uitspraak van 24 maart 2017 in de zaak met kenmerk HAA 16/5019 van de Rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[X] te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. J.W. Spanjer te Heemstede

en

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) genomen beschikking met dagtekening 29 februari 2016 de waarde van de onroerende zaak [A-straat] 40 te [Z] (hierna: de woning) voor het jaar 2016, naar de waardepeildatum 1 januari 2015 (hierna ook: de WOZ-waarde), vastgesteld op € 426.000. In hetzelfde geschrift is ook de aanslag onroerendezaakbelastingen 2016 bekend gemaakt.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 29 september 2016 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 24 maart 2017 heeft de rechtbank:

- het beroep gegrond verklaard;

- de uitspraak op bezwaar vernietigd;

- de per de waardepeildatum vastgestelde waarde van de woning verminderd tot € 400.000;

- de aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig verminderd;

- bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;

- de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 990;

- de heffingsambtenaar gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 te vergoeden.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door de heffingsambtenaar ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 9 mei 2017. De heffingsambtenaar heeft op 28 juni 2017 per fax de gronden van het hoger beroep aangevuld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op verzoek van het Hof heeft de gemachtigde van belanghebbende op 29 januari 2018 per e-mail een bericht met bijlage (pleitnota van de gemachtigde in eerste aanleg) toegezonden aan het Hof. Een kopie van het bericht met bijlage is op 29 januari 2018 door de griffier van het Hof doorgezonden aan de heffingsambtenaar.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 januari 2018. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak (waarin belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiser’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’), voor zover in hoger beroep van belang, de navolgende feiten vastgesteld.

“1. Eiser is eigenaar van de woning. De woning is een hoekwoning met basisinhoud van 415 m³. De woning is voorzien van een aanbouw (48 m³), twee dakkapellen, een garage en een berging/schuur. Het perceeloppervlakte bedraagt 284 m².”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt hieraan het volgende toe.

2.3.

De vergelijkingsobjecten, weergegeven onder punt 4 van de uitspraak van de rechtbank, zijn – volgens de ‘Bijlage Waardeopbouw’ bij het waarderapport van de heffingsambtenaar – van het soort “Rijwoning”. De berging/schuur van belanghebbende is conform het gestelde in de ‘Bijlage Waardeopbouw’ (14 m²/36 m³).

3 Geschil in hoger beroep

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de WOZ-waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2015 niet te hoog is vastgesteld.

4 Beoordeling van het geschil door de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil door het Hof

6 Kosten

7 Beslissing