Home

Gerechtshof Amsterdam, 26-03-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1090, 18/00106

Gerechtshof Amsterdam, 26-03-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1090, 18/00106

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
26 maart 2019
Datum publicatie
23 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:1090
Zaaknummer
18/00106

Inhoudsindicatie

WOZ. Waarde van kelders. Compromis bereikt op de zitting

Uitspraak

Kenmerk 18/00106

26 maart 2019

uitspraak van derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[naam] te [woonplaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels)

tegen

de uitspraak van 15 februari 2018 in de zaak met kenmerk AMS 17/2506 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet WOZ met dagtekening 29 februari 2016 de waarde van de onroerende zaken [object 1] en [object 2] te [plaats] voor het kalenderjaar 2016 vastgesteld op respectievelijk € 34.000 en € 44.000.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de onder 1.1 genoemde waardebeschikkingen. Bij uitspraken op bezwaar van 20 december 2016 heeft de heffingsambtenaar de bezwaren ongegrond verklaard en de waardebeschikkingen gehandhaafd.

1.3.

In haar uitspraak van 15 februari 2018 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 6 maart 2018. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Bij brief van 14 januari 2019 heeft belanghebbende een nader stuk ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 januari 2019. Namens belanghebbende is verschenen de gemachtigde voornoemd. Namens de heffingsambtenaar is verschenen mr. D.N.N. Jansen, bijgestaan door [naam taxateur] , taxateur. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 2. Feiten

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaken [object 1] en [object 2] te [plaats] . De onroerende zaken [object 1] en [object 2] , betreffen kelders met een oppervlakte van respectievelijk 37 m2 en 40 m2 (hierna: de kelders).

3 3. Geschil in hoger beroep

3.1.

Tussen partijen zijn in geschil de WOZ-waarden van de kelders. Belanghebbende bepleit lagere waarden.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil.

5 5. Proceskosten

6 6. Beslissing