Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-06-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2246, 18/00063, 18/00064, 18/00065, 18/00066

Gerechtshof Amsterdam, 25-06-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2246, 18/00063, 18/00064, 18/00065, 18/00066

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 juni 2019
Datum publicatie
6 november 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:2246
Zaaknummer
18/00063, 18/00064, 18/00065, 18/00066

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting; naar het oordeel van het Hof heeft belanghebbende ten onrechte een woning in zijn aangiften als eigen woning aangemerkt. Daarom zijn de vereiste aangiften niet gedaan en wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard. Redelijke schatting?

Uitspraak

kenmerken 18/00063 tot en met 18/00066

25 juni 2019

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[naam] , te [woonplaats] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. B.B.A. Willering

tegen de uitspraak van 29 december 2017 in de zaken met kenmerken HAA 17/2346 tot en met 17/2349 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 12 december 2015 voor het jaar 2011 aan belanghebbende een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.915 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 5.124. Daarbij is bij beschikkingen een vergrijpboete van € 1.328 opgelegd en heffingsrente ten bedrage van € 692 in rekening gebracht.

1.1.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 12 december 2015 voor het jaar 2012 aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.611 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 5.061. Daarbij is bij beschikkingen een vergrijpboete van € 1.326 opgelegd en belastingrente ten bedrage van € 497 in rekening gebracht.

1.1.3.

De inspecteur heeft met dagtekening 12 december 2015 voor het jaar 2013 aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.470 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 4.726. Daarbij is bij beschikkingen een vergrijpboete van € 1.303 opgelegd en belastingrente ten bedrage van € 319 in rekening gebracht.

1.1.4.

De inspecteur heeft met dagtekening 19 november 2016 voor het jaar 2014 aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.438 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 4.581; hierbij is rekening gehouden met een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting ter grootte van € 684. Voorts is bij beschikking een vergrijpboete van € 50 opgelegd en belastingrente ten bedrage van € 263 in rekening gebracht.

1.2.1.

De inspecteur heeft bij uitspraak van 9 augustus 2016 het bezwaar tegen de onder 1.1.1 vermelde belastingaanslag niet-ontvankelijk verklaard. De belastingaanslag is ambtshalve verminderd, rekening houdende met een aftrek van € 684 voor elders belast inkomen. De vergrijpboete en heffingsrente zijn ambtshalve verminderd naar € 1.157 respectievelijk € 603.

1.2.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 9 augustus 2016 de onder 1.1.2 vermelde belastingaanslag verminderd, rekening houdende met een aftrek van € 684 voor elders belast inkomen. De vergrijpboete en belastingrente zijn verminderd naar € 1.155 respectievelijk € 433.

1.2.3.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 9 augustus 2016 de onder 1.1.3 vermelde belastingaanslag verminderd, rekening houdende met een aftrek van € 683 voor elders belast inkomen. De vergrijpboete en belastingrente zijn verminderd naar € 1.132 respectievelijk € 277.

1.2.4.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 24 maart 2017 de onder 1.1.4 vermelde belastingaanslag, boete- en belastingrentebeschikking gehandhaafd. Daartegen heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.1.

De inspecteur heeft bij op de voet van artikel 9.6 Wet IB 2001 genomen beschikkingen – verenigd in één geschrift met dagtekening 24 maart 2017 – de verzoeken om ambtshalve vermindering van de onder 1.1.1 tot en met 1.1.3 vermelde belastingaanslagen, boete- en rentebeschikkingen afgewezen.

1.3.2.

Belanghebbende heeft op de voet van artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) tegen deze beschikkingen rechtstreeks beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.4.

De rechtbank heeft bij haar uitspraak van 29 december 2017 op de beroepen tegen de onder 1.2.1 tot en met 1.2.4 vermelde uitspraken op bezwaar en onder de 1.3.1 vermelde beschikkingen als volgt beslist:

“De rechtbank:

- verklaart de beroepen die zijn gericht tegen de uitspraken op bezwaar van 9 augustus 2016 niet-ontvankelijk;

- verklaart de beroepen die zijn gericht tegen de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering van 24 maart 2017 van de aanslagen IB/PVV 2011, 2012 en 2013 ongegrond;

- verklaart het beroep dat is gericht tegen de uitspraak op bezwaar van 24 maart 2017 ongegrond.”

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 14 februari 2018 hoger beroep bij het Hof ingesteld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 maart 2019. Belanghebbende en zijn gemachtigde zijn daar verschenen, vergezeld van [naam tolk] (tolk). Namens de inspecteur zijn verschenen mrs. T.V. van der Veen en J.H. van Wier. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de inspecteur zijn aangeduid als ‘eiser’ respectievelijk ‘verweerder’ – de volgende feiten vastgesteld.

“1. Eiser is in de onderhavige periode eigenaar geweest van de woning op het adres [adres 1] te [plaats 1] (hierna: de woning). In de onderhavige jaren stond eiser ingeschreven op dit adres.

2. Eiser is betrokken geweest bij een onderzoek van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) van de gemeente […] naar bijstandsfraude. Daartoe hebben de sociaal rechercheurs onder meer dossieronderzoek verricht, openbare registers geraadpleegd, waarnemingen gedaan, een doorzoeking gedaan op het uitkeringsadres, getuigen gehoord en eiser en zijn ex-vriendin gehoord. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in een rapport van 1 december 2014 en in een aanvullend proces-verbaal van 25 mei 2015.

3. Uit het onderzoek van DWI is gebleken dat eiser de woning heeft verhuurd aan derden. Uit de basisregistratie personen blijken naast eiser nog andere bewoners ingeschreven te zijn geweest op het adres [adres 1] te [plaats 1] . Uit het onderzoek is voorts gebleken dat eiser in de onderhavige periode feitelijk verbleef op het adres [adres 2] te [plaats 1] . Daar was in de onderhavige periode de (ex-)vriendin van eiser woonachtig, met hun kinderen.

4. Tevens is uit het onderzoek gebleken dat eiser in de onderhavige periode de eigendom had van een tweede woning in [land] , en dat eiser in de onderhavige periode spaartegoeden had, onder meer op een [buitenlandse] bankrekening.

5. De definitieve aanslagen IB/PVV voor de jaren 2011 tot en met 2014 zijn conform de door eiser ingediende aangiften vastgesteld. In de aangiften heeft eiser de eigenwoningregeling toegepast op de woning op het adres [adres 1] te [plaats 1] . In de aangiften is geen vermogen in [land] aangegeven.

6. De bevindingen uit het onderzoek van DWI zijn voor verweerder aanleiding geweest om de onderhavige navorderingsaanslagen op te leggen. Daarbij heeft verweerder telkens de door eiser in de aangifte op de woning toegepaste eigenwoningregeling gecorrigeerd en de spaartegoeden op zijn bankrekeningen en de woning alsmede de tweede woning in [land] in aanmerking genomen bij het bepalen van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Tevens is telkens ingevolge artikel 67e van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) een vergrijpboete van 25% opgelegd.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn betwist, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt daar nog de volgende feiten aan toe.

2.3.

Met dagtekening 1 december 2014 hebben twee sociaal rechercheurs van de DWI een ‘Proces-verbaal Uitkeringsfraude’ opgesteld, naar aanleiding van het door de rechtbank vermelde, tegen belanghebbende en [naam persoon 1] ingesteld strafrechtelijke onderzoek wegens een gerezen verdenking van uitkeringsfraude. In dit proces-verbaal is onder meer het volgende vermeld:

“1. Aanleiding onderzoek

Naar aanleiding van de op 11-12 -2013 bij de DWI binnengekomen anonieme telefonische

fraudemelding dat [naam persoon 1] al 20 jaar zou samenwonen met ene [naam belanghebbende] op het adres [adres 2] te [plaats 1] .

Op 18-12 -2013 ontving de DWI een brief met dezelfde inhoud. De tekst luidt als volgt:

[naam persoon 1] krijgt 20 jaar of meer onterechte uitkering. Het gaat om haar woonsituatie, ze woont samen met haar man en kinderen in [adres 2] in [plaats 1] Ze zijn niet getrouwd, maar wonen heel lang samen en met heel lang bedoel ik dan meer dan 20 jaar. De man heeft een baan en mevrouw [naam persoon 1] krijgt uitkering, hierdoor hebben ze veel inkomen. Haar man gaat in de ochtend naar werk en komt na werk weer naar haar huis. Ook staat deze meneer niet ingeschreven op het adres van [adres 2] .

Ze willen niet trouwen, omdat ze heel goed weten dat ze haar uitkering dan kwijt is.

Meneer is in bezit van een woning via woningnet, die al jaren wordt doorverhuurd naar

andere. Iedereen in de buurt weet dat [naam persoon 1] met [naam belanghebbende] samenwonen (tegen de buurtbewoners heeft [naam persoon 1] gezegd dat ze zijn getrouwd en ze weten niet dat ze

uitkering krijgt). Ook hebben ze dankzij DWI een nieuwe model auto van het merk [merk] , grondstukken en huizen in het buitenland. Als dit wordt onderzocht kunnen jullie zien dat dit 100% waar is.”

(…)

Vervolgens stelden wij een onderzoek in ter verificatie van bovengenoemde fraudemeldingen.

(…)

4 Inzage Dienst Basisinformatie gemeente […] (DBI)

Wij zagen in de Gemeentelijke Basisinformatie dat [naam persoon 1] stond/staat ingeschreven

op het volgende adressen:

(…) 21-03 -2000 tot heden, [adres 2] te [plaats 1] .

Wij zagen dat op het adres [adres 2] te [plaats 1] de drie kinderen

van [naam persoon 1] staan ingeschreven (…). (…)

Wij zagen in de Gemeentelijke Basisinformatie dat [naam belanghebbende] (…) stond/staat ingeschreven op de volgende adressen:

(…) 16-10 -2008 tot heden, [adres 1] te [plaats 1] .

Wij zagen dat op het adres [adres 1] te [plaats 1] ook staan

ingeschreven de volgende personen:

[naam persoon 2] (…), (man) vanaf 20-02 -2012 tot heden; (…)

[naam persoon 3] (…), (vrouw) vanaf 20-07 -2011 tot heden; (…)

( [naam persoon 3] heeft de […] nationaliteit)

Wij zagen dat op het adres [adres 1] te [plaats 1] ook stonden

ingeschreven de volgende personen:

[naam persoon 4] (…) (vrouw) vanaf 13-02 -2014 tot 16-06 -2014, (…)

[naam persoon 5] , geboren [geboortedatum] , (dochtertje van [naam persoon 4] ) (…).

6. Waarnemingen op grond van artikel 53a WWB

Op 26, 27 en 28 mei 2014 en op 01-07 -2014 t/m 11-07 -2014 zijn door ons op grond van

artikel 53a WWB waarnemingen ter plaatse verricht in de omgeving van [adres 2] te [plaats 1] en [adres 3] te [plaats 1] . Op alle dagen vertrok [naam belanghebbende] ‘s morgens vroeg van het adres [adres 2] te [plaats 1] naar zijn werk en kwam ‘s middags na zijn werk weer terug op de woning [adres 2] te [plaats 1] .

DATUM UIT ( [adres 2] ) IN ( [adres 2] )

26-05 -2014 06.10 uur geen waarneming

27-05 -2014 06.05 uur 16.30 uur

28-05 -2014 06.37 uur 16.13 uur

01-07 -2014 06.36 uur 15.54 uur

02-07 -2014 06.13 uur 16.32 uur

03-07 -2014 06.37 uur 16.50 uur

04-07 -2014 06.28 uur 15.35 uur

07-07 -2014 06.34 uur 16.02 uur

08-07 -2014 06.42 uur 16.15 uur

09-07 -2014 06.37 uur 16.36 uur

10-07 -2014 06.37 uur 15.55 uur

11-07 -2014 06.28 uur 16.11 uur

Resumé waarnemingen

Tijdens de waarnemingen beschikten wij over 2 zwart/wit foto’s van [naam persoon 1] en

[naam belanghebbende] . (…) Tijdens de waarnemingen heb ik, verbalisant (…), een aantal foto’s gemaakt met mijn srnart-phone die ik later via mijn dienstcomputer, onbewerkt heb afgedrukt.

Uit de waarnemingen blijkt onder meer:

- dat [naam belanghebbende] daadwerkelijk werkzaamheden verricht voor de firma [X] bv.

- dat [naam belanghebbende] dagelijks van en naar “huis” wordt gebracht door een busje van de [X] BV.

- dat [naam belanghebbende] vrijwel dagelijks het huishoudelijk afval in de vuilcontainer stort;

- dat [naam belanghebbende] vrijwel dagelijks bij terugkomst van zijn werk de brievenbus van [adres 2] checkt en eventueel de post meeneemt naar boven;

- dat [naam belanghebbende] dagelijks naar de garagebox op het adres [adres 3] loopt en zich daar omkleedt in werktenue (werkschoenen en oranje fluorescerend jasje),

- dat de [auto] , voorzien van het kenteken [kenteken] welke auto op naam staat van [naam belanghebbende] is gestald in de garagebox aan [adres 3] te [plaats 1] .

(…)

9. Getuige [naam persoon 6]

Op woensdag 09-07 -2014 is als getuige gehoord de oud-bewoner van het adres [adres 4] te [plaats 1] . Getuige [naam persoon 6] verklaarde, zakelijk weergegeven het volgende:

- dat hij van maart 1989 tot februari 2013 woonde op het adres [adres 4] te [plaats 1] ;

- dat hij vanaf 2000 arbeidsongeschikt is en daarom veel thuis was;

- dat onder hem op [adres 2] een [buitenlands] gezin woonde bestaande uit een man, vrouw en vier kinderen;

- dat hij de man en vrouw op de aan hem getoonde foto’s herkent als zijn onderburen;

- dat dit [buitenlandse] gezin onder hem woonde vanaf 2000 of 1999;

- dat hij dacht dat de man werkte bij de gemeente omdat de man vaak liep in een oranje fluorescerend jasje;

- dat hij de man en vrouw vrijwel dagelijks zag;

- dat hij de man en vrouw vaak zaterdags boodschappen zag doen met de auto.

- dat de man een zwarte [auto] had.

(…)

15. Stelselmatige observatie

In de periode van 15-08 -2014 t/m 18-09 -2014 zijn stelselmatige observaties uitgevoerd op

het adres [adres 2] te [plaats 1] .

Wij zagen op de videobeelden van de stelselmatige observaties onder meer:

- dat verdachte [naam belanghebbende] ‘s nachts verbleef in de woning [adres 2]

te [plaats 1] ;

- dat verdachte [naam belanghebbende] zoals tijdens de eerdere waarnemingen ter plaatse is waargenomen, door de weeks, dagelijks tussen 06.00 uur en 07.00 uur het perceel [adres 2] verlaat en deze dagelijks, door de week, tussen ongeveer 16.00 uur en 16.30 uur weer betreedt;

- dat verdachte [naam belanghebbende] wanneer hij het perceel verlaat een plastic boodschappentas met zich draagt waarin vermoedelijk zijn lunch bevindt. Dit vermoeden bestaat uit het feit dat verdachte [naam belanghebbende] op zijn werkplek, een sloopflat, niet over een kantine kan beschikken waar maaltijden worden geserveerd;

- dat verdachte [naam belanghebbende] vrijwel dagelijks ‘s ochtends vroeg het huishoudelijk afval wegbrengt;

(…)

- dat verdachte [naam persoon 1] altijd thuis is wanneer verdachte [naam belanghebbende] het pand

betreedt.

De videobeelden op de Cd-rom zijn beeldje voor beeldje door ons bekeken.

Van elk moment dat verdachten [naam belanghebbende] of [naam persoon 1] de woning verlaat of

betreedt zijn door ons de beelden uitgeprint.

(…)

16. Buurtonderzoek rond het adres [adres 2] te [plaats 1]

16.1

Getuige [naam persoon 7]

Op 01-10 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 7] (…). Getuige [naam persoon 7] verklaarde onder meer:

- dat hij al 40 jaar woont op het adres [adres 5] te [plaats 1] ;

- dat hij de man en vrouw op de aan hem getoonde foto’s herkent als zijn [buitenlandse] buren van [adres 2] ;

- dat dit gezin daar woont sinds 2000;

- dat hij in 2000 en 2002 een deel van het jaar niet thuis was in verband met zijn werk als [functiebenaming] maar dat hij de overige jaren de man drie tot vier dagen per week elke middag ziet thuiskomen van zijn werk;

- dat de man waarschijnlijk werkt bij [naam instantie] omdat hij een oranje fluorescerend jasje draagt;

- dat de man een zwarte [auto] bezit;

- dat hij met de man wel eens een praatje heeft gemaakt;

- dat de man hem vertelde dat hij een huis heeft in [land] ;

- dat hij de man en de vrouw 3 tot 4 maal per week ziet thuiskomen.

(…)

16.2

Getuige [naam persoon 8]

Op 29-10 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 8] (…).Getuige [naam persoon 8] verklaarde onder meer:

- dat hij sinds 2003 woont op het adres [adres 6] te [plaats 1] ;

- dat hij de man en vrouw op de aan hem getoonde foto’s herkent als zijn buren van

[adres 2] in de portiek naast hem;

- dat de man en vrouw en drie kinderen daar al woonden toen hij in 2003 kwam wonen op

het adres [adres 6] te [plaats 1] ;

- dat hij niet beter weet dat deze mensen een gezin zijn;

- dat hij de man ‘s ochtends nooit ziet vertrekken;

- dat hijzelf elke dag rond 07.30 uur de deur uitgaat;

- dat hij de man wel af en toe ziet thuiskomen in de middag rond 15.30 uur of 16.00 uur;

- dat hij het idee heeft dat de man werkt in de sloop;

- dat hij de man vroeger altijd zag lopen in een oranje fluorescerend jasje aan;

- dat de man minder vaak ziet sinds hij een dure [auto] heeft;

(…)

16.3

Getuige [naam persoon 9] (…)

Op 11-11 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 9] , bewoner van het adres [adres 7]

te [plaats 1] .

Getuige [naam persoon 9] verklaarde, zakelijk weergegeven, onder meer:

- dat hij 28 jaar woont op het adres [adres 7] te [plaats 1] ;

- dat hij iedereen die op de trap woont kent;

- dat hij de man en vrouw op de aan hem getoonde foto’s herkent als zijn buren van

[adres 2] ;

- dat zij al langer dan 10 jaar wonen op [adres 2] ;

- dat hij dit weet omdat hij ze zaterdags boodschappen ziet uitladen;

- dat de man van de foto dan met een auto komt aanrijden;

- dat hij de vrouw en man van de foto buiten bij de auto ziet;

- dat de man en vrouw al jaren gezamenlijk de boodschappen doen;

- dat hij verder geen contact heeft met deze familie.

(…)

17. Buurtonderzoek rond het adres [adres 1] te [plaats 1]

17.1

Getuige [naam persoon 2] (bewoner van het adres [adres 1] te

[plaats 1] ) Sinds 20-02 -2012 ingeschreven op genoemd adres.

Op 11-11 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 2] , bewoner van het adres [adres 1]

te [plaats 1] .

Getuige [naam persoon 2] verklaarde, zakelijk weergegeven, onder meer:

- dat hij al zes jaar woont op het adres [adres 1] te [plaats 1] ;

- dat hij de woning huurt van verdachte [naam belanghebbende] voor € 1000,-- per maand;

- dat [naam belanghebbende] niet woont op [adres 1] te [plaats 1] .

(…)

17.2

Getuige [naam persoon 3] (bewoonster van het adres [adres 1] te

[plaats 1] ) Sinds 20-07 -2011 ingeschreven op genoemd adres.

Op 12-11 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 3] , bewoonster van het adres

[adres 1] te [plaats 1] .

Getuige [naam persoon 3] verklaarde, zakelijk weergegeven, onder meer:

- dat zij al ongeveer 7 jaar woont op het adres [adres 1] te [plaats 1]

samen met haar partner [naam persoon 2] ;

- dat zij de woning huurt voor € 1.000,-- per maand van verdachte [naam belanghebbende] ;

- dat verdachte [naam belanghebbende] niet woont op [adres 1] te [plaats 1] ;

- dat verdachte [naam belanghebbende] 2 of 3 keer per week langskomt om de post op te halen en dan de post voor hen (getuigen [naam persoon 3] en [naam persoon 2] ) onder de voordeur schuift;

- dat verdachte [naam belanghebbende] aan het begin van elke maand langskomt om de huur op te

halen;

-dat de huur van € 1.000,-- contant wordt betaald aan verdachte [naam belanghebbende] ;

(…)

17.3

Getuige [naam persoon 4]

Op donderdag 13-11 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 4] , oud-bewoonster van het

adres [adres 1] te [plaats 1] .

Getuige [naam persoon 4] verklaarde, zakelijk weergegeven, onder meer:

- dat zij ongeveer een half jaar woonde op het adres [adres 1] te [plaats 1] ;

- dat zij daar in mei 2014 is weggegaan;

- dat zij de man op de aan haar getoonde foto van verdachte [naam belanghebbende] herkent als haar huurbaas;

- dat de huurbaas zelf niet woonde op het adres [adres 1] ;

- dat zij de opdracht kreeg om bij een controle te zeggen dat de huurbaas er wel woonde.

(noot verbalisanten: getuige [naam persoon 4] stond ingeschreven op genoemd adres van

13-02 -2014 tot 16-06 -2014)

(…)

17.4

Getuige [naam persoon 10] (bewoonster van het adres [adres 8] te

[plaats 1] sinds 06-09 -1972)

Op 11-11 -2014 is als getuige gehoord [naam persoon 10] , bewoonster van het adres [adres 8]

te [plaats 1] .

Getuige [naam persoon 10] verklaarde, zakelijk weergegeven, onder meer:

- dat zij al ruim 50 jaar woont op het adres [adres 8] te [plaats 1] ;

- dat zij denkt dat de man op de aan haar getoonde foto woont op [adres 1] , samen met een blonde vrouw;

- dat deze vrouw soms een rode pruik draagt;

- dat deze man en vrouw daar al ongeveer 5 of 6 jaar wonen; (…)

- dat zij de vrouw wel eens ziet op de markt maar dat zij haar niet kan verstaan omdat de

vrouw [een andere taal] spreekt;

(…)

20. Gegevens doorzoeking woning [adres 2] te [plaats 1]

Er zijn tijdens de doorzoeking van de woning [adres 2] te [plaats 1]

kleding en administratie van verdachte [naam belanghebbende] aangetroffen.

Wij zagen in de in beslag genomen voorwerpen onder meer:

- bankafschriften van [naam buitenlandse bank 1] , rekeningnummer [rekeningnummer 1] ;

- bankafschriften van [naam buitenlandse bank 2] , rekeningnummer [rekeningnummer 2] ;

- overschrijvingsbewijzen van [naam bank 1] naar [naam buitenlandse bank 2] , rekeningnummer [rekeningnummer 2] ;

- twee […] eigendomsbewijzen van een woning/perceel in [land] ;

- […] paspoort van verdachte [naam belanghebbende] ;

- […] identiteitsbewijs van verdachte [naam belanghebbende] ;

- Huurovereenkomst tussen verdachte [naam belanghebbende] (verhuurder) en [naam persoon 2]

(huurder) m.b.t. verhuur van de woning [adres 1] te [plaats 1] in de

periode 01-06 -2013 t/m 31-05 -2014;

(…)

29.2 2

e verhoor verdachte [naam persoon 1]

Verdachte [naam persoon 1] verklaarde op 12-11 -2014, zakelijk weergeven, onder meer:

- dat zij vanaf 1992 in gezinsverband samenwoont met de vader van haar drie kinderen;

- dat zij samen met haar man en drie kinderen sinds maart 2000 woont op het adres [adres 2]

te [plaats 1] ;

- dat [naam belanghebbende] elke dag komt en gaat;

- dat [naam belanghebbende] elke dag vanuit [adres 2] naar zijn werk gaat;

(…)

- dat zij altijd op formulieren van de Sociale Dienst [locatie] opgaf dat zij een alleenstaande moeder was en dat er verder geen inkomsten waren;

- dat de tas met paspoorten en de administratie van [naam belanghebbende] in de voorraadkast op het balkon waren verstopt zodat zij een mogelijke controle van de Dienst Werk en Inkomen ze deze administratie niet zouden vinden;

(…)

- dat de aangetroffen herenkleding op de slaapkamer de kleding is van [naam belanghebbende] ;

(…)

- dat [naam belanghebbende] ongeveer 5 jaar geleden een huis heeft gekocht [adres 1]

te [plaats 1] ;

- dat [naam belanghebbende] nooit in deze woning woonde maar deze woning doorverhuurt aan derden

voor € 1000,-- per maand.

(…)

29.3 1

e Verhoor verdachte [naam belanghebbende]

Verdachte [naam belanghebbende] verklaarde op 11-11 -2014, zakelijk weergegeven onder meer:

(…)

- dat hij een koopwoning heeft op [adres 1] te [plaats 1] ;

- dat hij bijna € 800,-- per maand aan hypotheek betaalt aan [naam bank 2] ;

- dat op zijn adres [adres 1] ook nog een man en een vrouw wonen;

- dat deze man en vrouw hem af en toe huur betalen, soms € 50,--, soms € 100,--;

(…)

- dat hij een huis heeft in [land] ;

- dat hij dit huis 15 of 16 jaar geleden heeft gekocht voor € 15.000,--;

- dat het adres in [land] is: [adres 9] ;

- dat er nu ongeveer € 100.000,-- staat op zijn [buitenlandse] bankrekening; (…).

29.4.2. 2

e Verhoor verdachte [naam belanghebbende]

Verdachte [naam belanghebbende] verklaarde op 12-11 -2014, zakelijk weergeven, onder meer:

(…)

- dat hij toen zijn jongste dochter werd geboren in [geboortejaar] woonde op [adres 2]

te [plaats 1] ;

- dat hij altijd zijn drie kinderen en hun moeder financieel heeft ondersteund;

- dat zijn kleding ligt in [adres 2] te [plaats 1] ;

- dat zijn vrouw zijn kleding wast;

- dat hij samen met zijn vrouw en kinderen is gaan wonen toen ze op [adres 2] gingen wonen; (…)

- dat hij nadat het huis op [adres 10] werd gesloopt de woning kocht op [adres 1] te [plaats 1] ;

- dat hij die woning heeft opgeknapt en daarna verhuurt aan [naam persoon 2] ;

- dat hij nooit woonde op [adres 1] te [plaats 1] ; (…)

- dat hij zeven dagen week woont en verblijft op [adres 2] te [plaats 1] ;

- dat de verklaringen van de buren dat hij en zijn vrouw en drie kinderen sinds 2000

wonen op [adres 2] te [plaats 1] correct zijn; (…).”

2.4.

Op 25 mei 2015 is door een sociaal rechercheur van de gemeente […] in het strafrechtelijke onderzoek tegen belanghebbende en [naam persoon 1] een aanvullend proces-verbaal opgesteld met – voor zover hier van belang – de volgende inhoud:

“Op 01-12 -2014 is er een strafrechtelijk onderzoek afgesloten tegen de verdachten:

[naam persoon 1] (…) en [naam belanghebbende] (…).

Uit onderzoek is gebleken dat de verdachten hun samenwonen hebben verzwegen voor de Gemeente […] . [naam persoon 1] genoot een bijstandsuitkering terwijl de verdachte [naam belanghebbende] een inkomen uit werk genereerde. (…) Hieruit is een vordering on[t]staan op de verdachten van € 222.645,53. (…) Verklaringen van de fraudemelder als wel die van de verdachte [naam belanghebbende] en de in de woning van de verdachte [naam persoon 1] aangetroffen eigendomsbewijzen van onroerend in [land] , laten tesamen zien dat de verdachte [naam belanghebbende] onroerend goed (…) bezit in [land] .

Op 27-11 -2014 verzocht ik het Internationale Bureau Fraude (IBF) van de UWV onderzoek in te stellen naar een met naam genoemd adres in [land] .

Op 29-04 -2015 stuurde het IBF mij een rapportage toe met de volgende inhoud:

• Korte omschrijving van het aangetroffen onroerend goed met een waarde van € 56.939,--;

• Een document van attaché [naam attaché] verbonden aan de Nederlandse Ambassade in [plaats 2] ( [land] ) waarin wordt uitgelegd de gang van zaken omtrent taxatie en de manier waarop dat tot stand komt in [land] . (…)

-

Een bericht van het IBF na de uitslag van het onderzoek In [land] te hebben ontvangen, het volgende: ‘[naam belanghebbende] bezit sinds 30-12 -2002 een onroerende zaak, zijnde een duplexhuis, op het adres [adres 11] (voorheen [aanduiding] ) in de wijk [wijk] van de plaats [plaats 3] , gemeente [gemeente] , met een taxatiewaarde 160.000 [munteenheid] (= € 56.939,50)

-

Rapportage Vermogens onderzoek waarin een dossier onderzoek, internetonderzoek en een bezoek aan de Afdeling Onroerende Zaakbelasting van de gemeente [gemeente] ;

• Een uitdraai van de Onroerende Zaakbelasting op naam van de verdachte [naam belanghebbende] (in de […] taal)

• 2 A4tjes met daarop een viertal kleurenfoto’s met daarop afgebeeld het genoemde onroerend goed;

• Het taxatierapport van de taxateur [naam taxateur] ;

• Een helicopterview in kleur van de omgeving van het onroerend goed

• De Nederlandse vertaling van de hierboven genoemde [buitenlandse] documenten.

(…)

De verdachte [naam belanghebbende] heeft tijdens zijn verhoor verklaard dat hij op een [buitenlandse] bank nog eens € 100.000,- heeft staan. Het personeel van de Nederlandse Ambassade te [plaats 2] is niet bevoegd een onderzoek te doen naar bankgegevens in [land] .”

2.5.1.

Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV voor de jaren 2011 tot en met 2014 bij het door hem aangegeven inkomen uit werk en woning (box 1) de onroerende zaak [adres 1] aangemerkt als eigen woning en de door hem ter zake van deze woning betaalde hypotheekrente in aftrek gebracht. Belanghebbende heeft aldus (per saldo) de volgende bedragen aan negatieve inkomsten uit eigen woning in aftrek gebracht:

2011 € 9.000

2012 € 9.029

2013 € 9.041

2014 € 8.616

Belanghebbende heeft voor de jaren 2011 tot en met 2014 geen voordeel uit sparen en beleggen (box 3) aangegeven.

2.5.2.

De definitieve aanslagen IB/PVV voor de jaren 2011 tot en met 2014 zijn conform de ingediende aangiften opgelegd.

2.5.3.

Bij de vastgestelde navorderingsaanslagen IB/PVV 2011 tot en met 2014 heeft de inspecteur de in aftrek gebrachte bedragen aan negatieve inkomsten uit eigen woning gecorrigeerd en heeft hij de onroerende zaak [adres 1] als bezitting in aanmerking genomen in box 3 (alsmede de op deze woning rustende hypotheekschuld als schuld in box 3 in aanmerking genomen). Voorts heeft de inspecteur voor de jaren 2011 tot en met 2014 onder meer als bezitting in box 3 in aanmerking genomen een in [land] gelegen woning waarvan belanghebbende eigenaar is, voor een waarde van € 56.939, alsmede in [land] aangehouden banktegoeden voor (per jaar) een totaalbedrag van € 100.000.

2.5.4.

De op grond van de correctie van de aangegeven negatieve inkomsten uit eigen woning meer verschuldigde IB/PVV bedraagt:

2011 € 3.778

2012 € 3.787

2013 € 3.797

2014 € 3.790

2.5.5.

De bedragen (na aftrek van loonheffing en heffingskortingen) van de op grond van de aangiften respectievelijk de na correctie voor de negatieve inkomsten eigen woning verschuldigde IB box 1 + PVV luiden als volgt:

Conform aangifte Na correctie

2011 -/- € 3.890 (teruggaaf) -/- € 112 (teruggaaf)

2012 -/- € 4.393 (teruggaaf) -/- € 606 (teruggaaf)

2013 -/- € 4.209 (teruggaaf) -/- € 412 (teruggaaf)

2014 -/- € 3.872 (teruggaaf) -/- € 82 (teruggaaf)

2.6.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft belanghebbende kopieën overgelegd van in de […] taal gestelde stukken betreffende de verkoop op 24 april 2015 van een in [land] gelegen woning. Tijdens de zitting heeft de door belanghebbende meegebrachte tolk hierbij de volgende toelichting en vertaling verstrekt:

“Belanghebbende toont hier een originele koopakte, waarvan zojuist kopieën aan het Hof en de wederpartij zijn verstrekt. ‘ [term 1] ’ betekent ‘koopsom’. De woning is verkocht voor 77.000 [munteenheid] . Omgerekend is dat € 22.000. ‘ [term 2] ’ betekent ‘omschrijving’; hier staat wat precies is verkocht; het gaat om een betonblok, geen grond; het betreft een luxe gebouw of appartement. Het Hof vraagt mij de overgelegde pagina 3 toe te lichten. Dit betreft een formulier met gegevens van de verkooptransactie die in de gemeentelijke administratie moeten worden geregistreerd. Het Hof vraagt om het formulier op een aantal punten toe te lichten. Punt 7: het bedrag van 177,99 betreft de vierkantemeterprijs. Punt 8: het gebouw is van beton. Punt 9: het is van de derde klasse. Punt 10: het gaat hier om een woonhuis. Punt 11: het woonhuis is 30 december 2002 gebouwd. Punt 15: de eigendomsverhouding; belanghebbende had de volle eigendom.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de onder 1.1.1 tot en met 1.1.4 vermelde belastingaanslagen en vergrijpboetes terecht en niet naar te hoge bedragen zijn opgelegd.

3.2.

In hoger beroep is het geschil toegespitst op de volgende vragen:

  1. heeft belanghebbende voor de jaren 2011 tot en met 2014 niet de vereiste aangifte gedaan en is daarom de omkering en verzwaring van de bewijslast van artikel 27e, eerste lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) van toepassing;

  2. heeft de inspecteur, indien de onder a vermelde vragen bevestigend moeten worden beantwoord, de navorderingsaanslagen gebaseerd op een redelijke schatting wat betreft het daarbij in aanmerking genomen belastbare inkomen uit sparen en beleggen;

  3. zijn de vergrijpboetes terecht en niet naar te hoge bedragen opgelegd.

4 Beoordeling van het geschil

6 Beslissing