Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2744, 19/00264

Gerechtshof Amsterdam, 25-07-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2744, 19/00264

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 juli 2019
Datum publicatie
7 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:2744
Zaaknummer
19/00264

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. Het heffen van belastingen op parkeerplaatsen waar uitsluitend elektrisch voortgedreven voertuigen geparkeerd mogen worden om deze aan de laadpaal op te laden is niet in strijd met RVV. Ook kan het laden van de auto niet gezien worden als het 'onmiddellijk laden en lossen'. Naheffing parkeerbelasting terecht opgelegd.

Uitspraak

Kenmerk 19/00264

25 juli 2019

uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X ] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AMS 18/4466 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Met dagtekening 12 mei 2018 is aan belanghebbende met [nummer naheffingsaanslag] een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Belanghebbende heeft bij brief ingekomen op 4 juni 2018 hiertegen bezwaar gemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak van 27 februari 2019 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 12 maart 2019. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hen door het Hof op de voet van artikel 8:57 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) geboden gelegenheid te verklaren dat zij op een zitting willen worden gehoord. Hierop heeft het Hof het onderzoek gesloten.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak het volgende opgenomen:

“1. Op de naheffingsaanslag staat vermeld dat 7 mei 2018 om 13:47 uur de (elektrische) auto van [X ] met [kenteken] , [merk auto] , stond geparkeerd ter hoogte van het [adres] in [plaats] , zonder dat parkeerbelasting was betaald. Deze parkeerplaats is voorzien van een blauw bord met een “P” met daaronder een bord met de tekst: “uitsluitend opladen elektrische auto’s”. De auto werd op dat tijdstip aan de laadpaal opgeladen.

2. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de [adres] aangewezen als een locatie waar alleen tegen voldoening van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. Aan weerszijden van de [adres] staan parkeerautomaten.

3. Bij een ter plaatse uitgevoerde controle heeft de parkeercontroleur vastgesteld dat [X ] geen parkeerbelasting had betaald.”

2.2.

Het Hof gaat van dezelfde feiten uit.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of terecht parkeerbelasting is nageheven.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing