Gerechtshof Amsterdam, 13-08-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2950, 18/00344
Gerechtshof Amsterdam, 13-08-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2950, 18/00344
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 13 augustus 2019
- Datum publicatie
- 21 augustus 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2019:2950
- Zaaknummer
- 18/00344
Inhoudsindicatie
IB. Aftrek specifieke zorgkosten; kosten voor in Turkije voorgeschreven medicijnen, uitgaven voor batterijen hoortoestel, reiskosten i.v.m. medische behandelingen.
Uitspraak
kenmerk 18/00344
13 augustus 2019
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z ] , belanghebbende,
(gemachtigde: M. Collij),
tegen de uitspraak van 7 mei 2018 in de zaak met kenmerk HAA 17/2888 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 25 november 2016 voor het jaar 2015 aan belanghebbende een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: de aanslag) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.658.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar,
gedagtekend 11 mei 2017, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 18.617.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak
van 7 mei 2018 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 15 juni
2018, aangevuld bij brief van 12 juli 2018. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft op 10 september 2018 een conclusie van repliek ingediend. Op
11 oktober 2018 heeft de inspecteur een conclusie van dupliek ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2019. Namens
belanghebbende is verschenen de gemachtigde voornoemd, bijgestaan door J.A. Klaver. Namens de inspecteur zijn verschenen S. de Haas en M. Gomes. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“1. Eiser is geboren op [geboortedatum] . Hij is gehuwd met [echtgenote] en tezamen met zijn echtgenote bewoont hij de woning [Straat 1] te [Z ] .
2. Het verzamelinkomen van eiser is in de uitspraak op bezwaar als volgt samengesteld:
SVB (AOW) € 15.617
[werkgever] € 606
[B] € 3.529 +/+
€ 19.752
Aftrek specifieke zorgkosten
Kosten medicijnen € 2
Vervoerskosten € 59
Dieetkosten € 200
Genees- en heelkundige hulp € 904
Verhoging spec. zorgkosten € 295 +/+
Spec. zorgkosten € 1.460
Drempel spec. zorgkosten € 325 -/-
Aftrekbare spec. zorgkosten € 1.135
Toegerekende aftrek € 1.135-/-
Belastbaar inkomen werk en woning € 18.617”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil de hoogte van de aftrek specifieke zorgkosten. Meer specifiek is in geschil in hoeverre belanghebbende aanspraak kan maken op aftrek van uitgaven voor de aanschaf van batterijen voor zijn hoortoestel, kosten voor de aanschaf van in Turkije voorgeschreven medicijnen en reiskosten in verband met medische behandelingen.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.