Gerechtshof Amsterdam, 13-08-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2951, 18/00442
Gerechtshof Amsterdam, 13-08-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2951, 18/00442
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 13 augustus 2019
- Datum publicatie
- 28 augustus 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2019:2951
- Zaaknummer
- 18/00442
Inhoudsindicatie
Proceskostenvergoeding. De omstandigheid dat de ontvanger voor de zitting bij de rechtbank kenbaar heeft gemaakt dat hij zijn standpunt in de hoofdzaak overeenkomstig het standpunt van belanghebbende heeft herzien, vormt in dit geval geen grond om een vergoeding van de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand ter zitting achterwege te laten. Hoger beroep gegrond.
Uitspraak
kenmerk 18/00442
13 augustus 2019
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
gemachtigde: J.A. Klaver
tegen de uitspraak van 27 juni 2018 in de zaak met kenmerk HAA 17/4281 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de ontvanger van de Belastingdienst, de ontvanger.
1 Ontstaan en loop van het geding
De ontvanger heeft met dagtekening 10 mei 2017 aan belanghebbende een dwangbevel uitgevaardigd tot betaling van een aan belanghebbende opgelegde aanslag Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2013 en daarbij een bedrag van € 52 aan betekeningskosten in rekening gebracht.
Het tegen de betekeningskosten gemaakte bezwaar heeft de ontvanger bij uitspraak van 28 juli 2017 (kennelijk) ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft
bij de uitspraak van 27 juni 2018 als volgt beslist (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de ontvanger als ‘verweerder’):
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de beschikking van 10 mei 2017, voor zover deze ziet op de kosten van betekening;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 499,50;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden.”
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 1 augustus 2018. De ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2019. Namens
belanghebbende is verschenen de gemachtigde voornoemd, bijgestaan door M. Collij. Namens de ontvanger is verschenen mr. E. Snuverink. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
In een brief van 14 juni 2018 heeft de ontvanger belanghebbendes gemachtigde meegedeeld dat een onjuiste beslissing op bezwaar is genomen en dat de beslissing op bezwaar in dit geval ‘gegrond’ had moeten luiden. Belanghebbendes gemachtigde wordt verzocht het beroepschrift in te trekken “waarbij verweerder akkoord zal gaan met een veroordeling in de proceskosten voor de beroepsfase”.
De ontvanger heeft bij brief aan de rechtbank van 14 juni 2018 ook het standpunt ingenomen dat een onjuiste beslissing op bezwaar is genomen. De ontvanger schrijft voorts dat het bezwaar van belanghebbende tegen de betekeningskosten inzake het dwangbevel op de aanslag zorgverzekeringswet 2013 gegrond verklaard had moeten worden. De rechtbank wordt verzocht om, indien belanghebbendes gemachtigde het beroep niet intrekt, het beroep gegrond te verklaren en de ontvanger te veroordelen tot een proceskostenvergoeding.
Het beroep is niet ingetrokken. Bij brief van 26 juni 2018 heeft de ontvanger zich afgemeld voor de zitting bij de rechtbank van 27 juni 2018.
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is in geschil of de rechtbank terecht geen vergoeding heeft toegekend voor het verschijnen van de gemachtigde van belanghebbende ter zitting.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.