Home

Gerechtshof Amsterdam, 14-11-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4073, 18/00383

Gerechtshof Amsterdam, 14-11-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4073, 18/00383

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
14 november 2019
Datum publicatie
27 november 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:4073
Zaaknummer
18/00383

Inhoudsindicatie

Douane. UTB terecht opgelegd. Onterecht groene kanaal. Horloge is rechtstreeks vanuit Zwitserland in Nederland binnengebracht via Schiphol. Op grond van artikel 18 Wet OB is omzetbelasting verschuldigd. Het horloge is eerder in Duitsland ingevoerd, maar er zijn geen invoerrechten en omzetbelasting betaald. Beroep op vrijstelling terugkerende goederen faalt. Van een te hoog vastgestelde omzetbelastingschuld is geen sprake, nog daargelaten dat de inspecteur als gevolg van het gebruik van een onjuiste wisselkoers de douanewaarde ruim € 500 te laag heeft vastgesteld. Beroep ongegrond

Uitspraak

kenmerk 18/00383

14 november 2019

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. P. Le Heux)

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 16/3467 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 18 mei 2015 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) ten bedrage van € 1.683,53 aan omzetbelasting uitgereikt.

1.2.

Na daartegen gemaakte bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 26 mei 2016, de utb gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak van 23 mei 2018 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 4 juli 2018 en is nader gemotiveerd per fax, ingekomen bij het Hof op 3 augustus 2018. Van belanghebbende zijn – na het door haar daartoe ingediende verzoek wegens betalingsonmacht – geen griffierechten geheven voor het ingestelde hoger beroep. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2019. Namens belanghebbende is verschenen de gemachtigde voornoemd. Namens de inspecteur zijn verschenen mr. R.F. van ’t Loo, bijgestaan door L.M. Gietema LLM en H. Bosscher. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“1. Eiser, woonachtig in Nederland, is op 31 januari 2015 vanuit Zwitserland op Schiphol aangekomen. Eiser verliet de aankomsthal via het zogenaamde groene kanaal “niets aan te geven”. Naar aanleiding van een “Aandachtsvestiging” van de Zwitserse douane heeft een douaneambtenaar aan eiser gevraagd of hij iets had aan te geven. Hierop heeft eiser melding gemaakt van een horloge van het merk Breitling, serienummer: AB041012/C834 (hierna: het horloge 2).

2. Tot de stukken van het geding behoort een ‘Ausfuhrdokument im Reiseverkehr’. Het document is opgemaakt op 31 januari 2015 en door de douane op de luchthaven van Zürich te Zwitserland voorzien van een stempelafdruk. Het document vermeldt als verkoper Les Ambassadeurs te Zürich, als koper eisers echtgenote en het betreft de aankoop van een Breitling horloge. Blijkens dit formulier is voor dit horloge CHF 8.518,50, exclusief btw, betaald.

3. Naar aanleiding van de controle heeft verweerder de bestreden utb uitgereikt.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. Hieraan voegt het Hof nog het volgende toe.

2.3.

Tot de stukken van het geding behoort het door de rechtbank genoemde ‘Ausfuhrdokument im Reiseverkehr’, dat is opgemaakt ten behoeve van de toepassing van het nultarief voor de Zwitserse omzetbelasting. Dit document bevat onder meer de volgende informatie:

“Lieferant (Verkäufer) Les Ambassadeurs

(…) Name / Nom / Cognome / Name

[naam]

Ort / Lieu / Luogo / Place

(…)

Abnehmer (Käufer) [naam]

(…) Name / Nom / Cognome / Name

[adres]

Ständige Wohnadresse / (…)

[woonplaats]

PLZ/NPA/NPA/Postal code Ort / Lieu / Luogo / Place

(…)

Bezeichnung der Gegenstände (…) Verkaufspreis in CHF ohne MWSt

1x Breitling, Chronomat GMT, Steel, Stainless steel, Automatic 8’518,50

Die Unterzeichnenden bestätigen die Richtigkeit der Angaben (…)”

Het document is op 31 januari 2015 opgemaakt door de leverancier en de afnemer en door beide partijen ondertekend. Op diezelfde datum is het document afgetekend door de douane van Zürich Flughafen, ten bewijze van de uitvoer van het horloge uit het Zwitserse douanegebied.

2.4.

De door de Belastingdienst op de voet van artikel 35 van het Communautair Douanewetboek (CDW) gepubliceerde wisselkoers van Zwitserse Frank bedroeg op 31 januari 2015:

Valuta Muntcode 1 euro = vreemde 1 vreemde

valuta valuta = euro

ZWITSERLAND - FRANC CHF 0,9997 1,0003

(bron: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/douane_voor_bedrijven/content/hulpmiddel-wisselkoersen)

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de utb terecht en tot het juiste bedrag aan belanghebbende is uitgereikt.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd verwijst het Hof naar het van de zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing