Home

Gerechtshof Amsterdam, 05-03-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:663, 17/00291

Gerechtshof Amsterdam, 05-03-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:663, 17/00291

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
5 maart 2019
Datum publicatie
24 april 2019
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:663
Zaaknummer
17/00291

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag parkeerbelasting. Verzoek om vrijstelling griffierecht met een beroep op betalingsonmacht.

Uitspraak

kenmerk 17/00291

5 maart 2019

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z], belanghebbende,

([gemachtigde])

tegen de uitspraak van 18 april 2017 in de zaak met kenmerk AMS 16/4285 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 17 juni 2016 een naheffingsaanslag

parkeerbelasting opgelegd van in totaal € 52,80 (€ 5 parkeerbelasting en € 47,80 naheffingskosten).

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 24 juni

2016 het bezwaar ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

De rechtbank heeft bij uitspraak van 18 april 2017 het beroep van belanghebbende

ongegrond verklaard en het verzoek om vrijstelling van het griffierecht afgewezen.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 31 mei 2017. Belanghebbende heeft daarbij verzocht om kwijtschelding van het te betalen griffierecht vanwege betalingsonmacht. Bij brief van de griffier van 7 augustus 2017 is als voorlopige beslissing op dat verzoek medegedeeld dat vooralsnog wordt afgezien van het heffen van griffierecht. Het hoger beroep is aangevuld bij brief ingekomen op 8 november 2017. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2018, alwaar de zaak is

aangehouden teneinde belanghebbende in de gelegenheid te stellen de ontbrekende informatie met betrekking tot het verzoek om kwijtschelding van het griffierecht aan te vullen. Het proces-verbaal van deze zitting is aan partijen toegezonden.

1.6.

Van belanghebbende is op 11 oktober 2018 een nader stuk ingekomen.

1.7.

Het onderzoek ter zitting is voortgezet op 15 januari 2018. Verschenen zijn de

gemachtigde voornoemd en, namens de heffingsambtenaar, mr. D.N.N. Jansen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is houder van het voertuig met kenteken [kenteken 1] en houder van het voertuig met het kenteken [kenteken 2].

2.2.

Op 14 juni 2016 omstreeks 13:13 uur heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat het voertuig met kenteken [kenteken 1] geparkeerd stond op de [A-straat] te [Z] ter hoogte van nummer 198 en dat geen geldig parkeerrecht voor de auto stond geregistreerd.

2.3.

In het door de heffingsambtenaar overgelegde klantoverzicht van belanghebbende zijn (onder meer) de volgende gegevens opgenomen.

“Type product: Bewonersvergunning

Datum

Kenteken

Actie

15-6-2016

12:05:19

[kenteken 1]

Start bericht afgeleverd

15-6-2016

12:05:17

[kenteken 2]

Stop bericht afgeleverd

15-6-2016

12:04:41

[kenteken 2]

Change vm: [kenteken 2] => [kenteken 1]

11-6-2016

12:27:16

[kenteken 2]

Start bericht afgeleverd

11-6-2016

12:27:12

[kenteken 1]

Stop bericht afgeleverd

11-6-2016

12:26:49

[kenteken 1]

Change vm: [kenteken 1] => [kenteken 2]”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing