Gerechtshof Amsterdam, 22-01-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:84, 18/00111
Gerechtshof Amsterdam, 22-01-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:84, 18/00111
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 22 januari 2019
- Datum publicatie
- 20 februari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2019:84
- Zaaknummer
- 18/00111
Inhoudsindicatie
Leges voor het verzorgen van een wijziging van de parkeervergunning van belanghebbende terecht opgelegd
Uitspraak
kenmerk 18/00111
22 januari 2019
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak van 14 februari 2018 in de zaak met kenmerk HAA 17/3276 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem,
de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende met dagtekening 24 maart 2017 een aanslag leges opgelegd van € 17,80 voor het verzorgen van een wijziging van belanghebbendes parkeervergunning.
Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar de legesaanslag gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft op 10 april 2018 tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep bij het Hof ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 januari 2019. Belanghebbende is verschenen. De heffingsambtenaar is met bericht van verhindering niet verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“1. Eiser is in het bezit van een op kenteken gestelde parkeervergunning, waarmee hij in de gemeente Haarlem in het vergunningsgebied binnenstad kan parkeren zonder dat hij daarvoor parkeerbelasting hoeft te betalen. Tot 30 januari 2017 stond deze vergunning op eisers auto met kenteken [kenteken A]. Op die datum heeft eiser zich gemeld aan de balie van het gemeentehuis om zijn parkeerrecht te kunnen voortzetten voor zijn nieuwe auto met kenteken [kenteken B].”
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is of de heffingsambtenaar terecht leges van belanghebbende heeft geheven.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.