Home

Gerechtshof Amsterdam, 14-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1203, 18/00317

Gerechtshof Amsterdam, 14-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1203, 18/00317

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
14 januari 2020
Datum publicatie
19 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:1203
Formele relaties
Zaaknummer
18/00317

Inhoudsindicatie

Wet IB 2001; investeringen in zeeschepen; heeft belanghebbende recht op toepassing van art. 3.34 (tijdelijke willekeurige afschrijving)? Vormde belanghebbende een fiscale eenheid?

Uitspraak

kenmerk 18/00317

14 januari 2020

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep en het incidenteel hoger beroep van achtereenvolgens

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,

en

[X] B.V., gevestigd te [plaats] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. A.C. Breuer (Loyens & Loeff te Amsterdam),

tegen de uitspraak van 26 april 2018 in de zaak met kenmerk HAA 16/773 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 4 oktober 2014 aan belanghebbende voor het jaar 2010 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 5.121.726 (hierna: de aanslag). Tevens is bij afzonderlijke beschikkingen het verlies van 2010 vastgesteld op nihil (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking), het bedrag van de aanslag vermeerderd met € 3.502.743 aan verrekende voorlopige teruggaven verlies en is € 591.994 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft in één geschrift bezwaar gemaakt tegen de aanslag, de verliesvaststellingsbeschikking, de verrekende voorlopige teruggaven verlies en de heffingsrente.

1.3.

Bij uitspraak, gedagtekend 22 december 2015, heeft de inspecteur de aanslag, de verliesvaststellingsbeschikking en de beschikking heffingsrente gehandhaafd. Deze uitspraak is bij brief van 12 januari 2016 aangevuld met een rechtsmiddelverwijzing.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar op 28 januari 2016 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bij uitspraak van 26 april 2018 als volgt beslist (in de uitspraak van de rechtbank is belanghebbende aangeduid als eiseres en de inspecteur als verweerder):

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar, vermindert de aanslag 2010 tot nihil, vernietigt de heffingsrentebeschikking en stelt het verlies van het jaar 2010 vast op € 20.124.714;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde bestreden besluit;

- veroordeelt verweerder om aan eiseres een bedrag aan immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn te betalen van € 583;

- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming om aan eiseres een bedrag aan immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn te betalen van € 917;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.878,75; en

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 334 aan eiseres te vergoeden.”

1.5.

Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 31 mei 2018 en aangevuld bij brief (met bijlagen) van 14 september 2018. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.6.

De inspecteur heeft bij brief van 14 november 2018, bij het Hof ingekomen op 19 november 2018, op het incidenteel hoger beroep van belanghebbende gereageerd.

1.7.

De inspecteur heeft op 20 december 2018 een conclusie van repliek en nadere stukken ingediend. Belanghebbende heeft op 17 januari 2019 een conclusie van dupliek ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 mei 2019. [[...]] Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

In de uitspraak van de rechtbank zijn de navolgende feiten vastgesteld.

“1. Eiseres is moedermaatschappij van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting waartoe – ingevolge een afgegeven fiscale-eenheidsbeschikking – in 2010 [Y] B.V. en [Z] B.V. behoorden.

2. In 2010 heeft [Y] . B.V. geparticipeerd in Scheepvaartonderneming m.s. [A (C.V.)] (hierna: [A (C.V.)] ), en heeft [Z] B.V. geparticipeerd in Scheepvaartonderneming m.s. [B (C.V.)] (hierna: [B (C.V.)] ).

3. Beherend vennoot van [A (C.V.)] is een in Nederland gevestigde vennootschap welke behoort tot de [rederij 1] groep. Beherend vennoot van [B (C.V.)] is een in Nederland gevestigde vennootschap die behoort tot de [rederij 2] groep waartoe [C B.V.] behoort. De [rederij 1] groep en de [rederij 2] groep zijn beide actief als rederij.

4. [A (C.V.)] en [B (C.V.)] zijn beide transparant voor Nederlandse fiscale doeleinden.

5. De intentie van de bij [A (C.V.)] en [B (C.V.)] betrokken partijen was dat eiseres een investering zou doen in de in aanbouw zijnde zeeschepen en gebruik zou kunnen maken van de tijdelijke regeling voor willekeurige afschrijving.

6. [A (C.V.)] en [B (C.V.)] hebben beide in 2010 een zeeschip in aanbouw gekregen.

7. Met betrekking tot de participatie in [B (C.V.)] zijn door [adviseur 3] stappenplannen gemaakt. In een draft stappenplan van 9 december 2010 en een execution copy van december 2010 is als paragraaf 73 respectievelijk 67 opgenomen ( [C B.V.] is hierin aangeduid als [C B.V.] ):

“Transfer of shares in the capital of Holdco-I to [C B.V.] (Required: powers of attorney; deed of transfer). Substantially in the form agreed on at closing date. (…) [December 2013/January 2014] ”

8. Met betrekking tot de participatie in [A (C.V.)] zijn door [adviseur 3] eveneens stappenplannen gemaakt. In een “STEP PLAN December 2010” is als paragraaf 52, onder Exit A opgenomen ( [Y] B.V. is hierin aangeduid als [Y] ):

“Repayment of the [rederij 1] Loan by transfer of shares in [Y] (…) [December 2013/January 2014]”

en als paragraaf 54 onder Exit B:

“Transfer of shares in the capital of [X] to [rederij 1] (Required: powers of attorney; deed of transfer). (…) [December 2013/January 2014]”.

9. In het document “Execution Version - 6 december 2010” met betrekking tot de participatie in [B (C.V.)] , staat onder “3 Term Sheet”, “2. CV Agreement”, “Capital Contributions and Financing” onder meer het volgende vermeld (eiseres is hierin aangeduid als “the Investor” en de door eiseres op te richten (klein)dochtervennootschap/ [Z] B.V. als “the BV”):

“ [rederij 2] (or a group company of [rederij 2] ) (“[rederij 2]”) shall (if and when requested by the Investor) make a loan available to Investor of an amount not exceeding EUR [2,595,361] (the “Loan”). The loan shall be secured by a pledge on the 99.99% interest in the BV share capital (with voting rights on the BV shares remaining with the Investor). The Loan can be repaid in cash or in kind by transferring the BV shares to [rederij 2] (up to the corresponding loan amount).

Investor shall apply the proceeds of the above-mentioned Loan (if applicable) and own funds of at least EUR [2,595,361] to make a share premium contribution to its 99.99% owned BV of EUR [5,190,722].”

Onder “5. Offer Rights” is in ditzelfde document vermeld onder “Exit option 1”:

“Investor has the right to offer the BV shares to [C B.V.] for a fair market value price (to be agreed between parties at the time of the transfer). The purchase price may be paid in cash or may be set-off against the Loan at the sole discretion of Investor.”

Onder “Exit option 2” is vermeld:

“Investor may incorporate a new holding company (“HoldCo”) to which Investor may transfer its shares in its BV.

[C B.V.] shall permit Investor to transfer its BV shares to HoldCo .

In the event that Investor wishes to transfer its BV shares to HoldCo, then [C B.V.] / [rederij 2] and Investor shall also agree to the transfer (by way of debt take over) of the Loan (if applicable) to HoldCo .

[C B.V.] grants Investor the right to sell and transfer its HoldCo shares to [C B.V.] for fair market value, valuing the deferred tax liability of the BV at face value and valuing the Vessel at its commercial value (‘bedrijfswaarde’) provided that (1) HoldCo has no assets other than the BV shares and (2) HoldCo has no debts or liabilities other than the Loan (if applicable). The fair market value will be deemed at least EUR 1.

The shares in HoldCo shall be transferred pursuant to a standard notarial deed of transfer. A reputable notary shall prepare a pre-agreed form of notarial deed of transfer.”

10. In de Participation Agreement van 22 december 2010 met betrekking tot het ms [B (C.V.)] is in paragraaf 8 “Offer right” onder meer vermeld:

“8.1 Subject to the terms and conditions of this Agreement, each of the Investors (as such each an Offer Right Holder) (…) (iii) offer the relevant Holdco shares for sale (as such the Offer Shares) at the Offer Right Price (as defined below) (the Offer Right), to [C B.V.] and [rederij 2] (each as such a Counterparty).

(…)

8.5

The Consideration Payable by the Purchaser to the Offer Right Holder upon exercise of the Offer Right for the transfer of the Offer Shares shall be an amount equal to the fair market value (waarde in het economisch verkeer) of the Offer shares on the date of receipt of the Offer Right Notice by the Purchaser with a minimum of one Euro (EUR 1.00) (the Offer Right Price).”

11. In een e-mail van 17 november 2010 van [naam 1] van [BV 1] aan [BV 2] , een niet aan eiseres gelieerde andere investeerder in [B (C.V.)] , is – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:

“Op het punt in je mail, zoals ik vanochtend aangaf, is het altijd zo dat de reder als de dood is dat jij zijn glanzende nieuwe schip niet aan hem verkoopt, terwijl de klant altijd bang is dat hij met een schip blijft zitten. Het is dichtgetimmerd door jou tot een hoge additionele kapitaalstorting te verplichten als je de aandelen niet overdraagt; en dat is bovenop een mechanisme wat je in pagina 6 van de termsheet ziet en waar ik vanochtend over sprak. Dat mechanisme is dat je bij het tekenen van alle documenten, alvast volmachten worden gegeven door partijen (die niet kunnen worden herroepen) op basis waarvan de notaris zijn notari[ë]le akte voor overdracht van je aandelen aan de reder zal kunnen uitvoeren – dat gaat dus automatisch en noch jij noch de reder kunnen dat stoppen. Zelfs die notari[ë]le akte die de exit zal beheersen, is al bij de transactiedocumenten helemaal uitgewerkt opgenomen.”

12. In een ongetekend document genaamd “TERMSHEET”, gedateerd oktober 2010 met als partijen eiseres (aangeduid als [X] ) en [rederij 1] (aangeduid als [rederij 1] ) is onder het kopje “Aandeelhoudersovereenkomst” het volgende vermeld:

“- [X.] en [rederij 1] zullen een aandeelhoudersovereenkomst sluiten waarin is bepaald dat [X] de aandelen in Participant 3 jaar nadat zij in de CV is gaan deelnemen, kan overdragen aan [rederij 1] voor de waarde in het economische verkeer op dat moment.

- De waarde in het economische verkeer zal bepaald worden op basis van de commerciële jaarrekening van Participant die is gecontroleerd door een accountant, met inachtneming van de taxatiewaarde van het schip, tenzij het time charter zich bevindt binnen een bandbreedte van USD 700 per dag ten opzichte van het 5 jarig gemiddelde time charter van een schip als het m.s. [A (C.V.)] (ca. USD 10.700 per dag). In dat geval zullen de aandelen worden gewaardeerd op de intrinsieke waarde met inachtneming van 25% van de belastinglatentie.”

13. In de periode tot en met medio december 2010 is er frequent overleg geweest tussen diverse adviseurs van investeerders en rederijen onderling en tussen die adviseurs en medewerkers van de Belastingdienst, kantoor Groningen om zekerheid te krijgen over de fiscale implicaties van de voorgestelde structuren.

14.1.

Op 20 oktober 2010 heeft [adviseur 1] namens [rederij 1] een brief gestuurd aan de heer drs. [naam 2] van de Belastingdienst, kantoor Groningen over de voorgenomen participatie door eiseres in [A (C.V.)] . Deze brief is op 21 oktober 2017 door drs. [naam 2] voor akkoord getekend, en hierin is onder meer opgenomen:

“Zoals u bekend is, is de scheepvaartsector hard getroffen door de economische crisis. Omdat de charteropbrengsten niet florissant zijn, zijn de verwachte rendementen van scheepvaartprojecten momenteel niet erg aantrekkelijk voor investeerders. Financiering van schepen door het werven van (particuliere) investeerders is in de huidige markt dan ook niet erg succesvol. [rederij 1] is derhalve op zoek gegaan naar een andere wijze om het schip te financieren.

(…) Het is de bedoeling dat [X] in het schip gaat investeren. Om de investering ook voor [X] aantrekkelijk te maken, zal zij gebruik maken van de tijdelijke regeling willekeurige afschrijving zoals die in 2010 geldt.

(…)

De aandeelhouders van [Q BV] zullen een aandeelhoudersovereenkomst sluiten waarin zal worden opgenomen dat [rederij 1] de mogelijkheid heeft de aandelen [Q BV] die door [X] worden gehouden, 3 jaar na het aangaan van de investering in het m.s. [A (C.V.)] te verwerven. De (ver)koopprijs van de aandelen zal de waarde in het economische verkeer ten tijde van deze (ver)koop. Ter bepaling van deze waarde dient het schip te worden getaxeerd. Deze taxatie blijft achterwege indien het time charter zich bevindt binnen een bandbreedte van $ 700 per dag ten opzichte van het 5 jarig gemiddelde time charter van dergelijke schepen. Uitgaande van het 1400 TEU container schip met laadcapaciteit van 1054, 14 ton geladen containers, bedraagt het langjarig gemiddelde time charter van dit schip circa $ 10.700 per dag. Indien het time charter zich in voornoemde bandbreedte bevindt, zullen de aandelen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde met inachtneming van een waardering van de vennootschapsbelastinglatentie op 25% berekend op basis van een Vpb tarief van 25,5% over het verschil tussen de commerciële en de fiscale boekwaarde van het schip.

(…)

Totstandkoming investeringsstructuur

a. [Q BV] zal worden opgenomen in de bestaande fiscale eenheid in de zin van artikel 15 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb) waarvan [eiseres] als moedermaatschappij deel uitmaakt.

(…)

f. Het gehele, door middel van toepassing van de willekeurige afschrijving, genoten fiscale voordeel, circa € 6.285.750, dient door [eiseres], als eigen vermogen in [Q BV] te worden gestort. [Q BV] zal dit bedrag vervolgens als eigen vermogen in C.V. Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] storten.

g. [Eiseres] dient haar belang in C.V. Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] voor een periode van minimaal drie jaar te behouden. Bij een voortijdige verkoop van het belang, zal de willekeurige afschrijving worden teruggenomen.

h. Partijen komen geen put-optie overeen.”

14.2.

Bij deze brief was bovengenoemde Term Sheet van oktober 2010 gevoegd. Daarin is onder “3. Overige bepalingen” onder meer opgenomen:

Financiering: - 90 % door Bremer Landesbank -investeringen van beschikbare

liquiditeiten door Participant

- [rederij 1] staat in voor beschikbaar zijn van verdere benodigde liquiditeiten ten titel van (achtergestelde) geldlening aan de CV”

15. In de periode tussen 19 oktober 2010 en 13 december 2010 is met betrekking tot de participatie van eiseres in [B (C.V.)] gecorrespondeerd tussen [adviseur 2] namens [C B.V.] en drs. [naam 2] van de Belastingdienst, kantoor Groningen en is een aantal documenten overlegd aan de Belastingdienst, waaronder een concept Form of Loan Agreement met eiseres als debiteur (Borrower), maar waarin het bedrag van de lening en de naam van de crediteur niet zijn vermeld, en waarin in paragraaf (B) onder “Whereas” onder meer het volgende is vermeld:

“The Borrower has agreed to invest as equity in [ [Z] B.V. ] upon delivery of the Vessel (the Delivery Date) an amount at least equal to the tax benefit that Borrower may realise as a result of the depreciation deductions relating to the depreciation of the Vessel. As Borrower upon delivery of the Vessel will not yet have realised the entire amount of the tax benefit, Borrower will be required to take up a loan to fund its investment in [ [Z] B.V. ].”

16.1.

Op 17 december 2010 heeft [adviseur 2] namens [C B.V.] een brief gestuurd aan de heren [naam 3] en [naam 2] van de Belastingdienst, kantoor Groningen over de voorgenomen participatie van eiseres in de [B (C.V.)] . In deze brief is onder meer opgenomen:

Feiten en omstandigheden

(…)

7. De investeerders en [C B.V.] zullen in de statuten c.q. aandeelhoudersovereenkomst opnemen dat de Investeerders de door hen gehouden aandelen in respectievelijk BV A en BV B niet binnen 3 jaar zullen vervreemden. (…)

8. In de aandeelhoudersovereenkomst worden ten aanzien van een potentiële vervreemding afspraken gemaakt over hoe de prijs van het CV aandeel dan wel de aandelen moet worden bepaald. Zo zal bijvoorbeeld worden opgenomen dat de waarde van de aandelen in de BV dient te worden bepaald als (a) de waarde in het economisch verkeer van het belang in de CV plus (b) de waarde in het economische verkeer van alle overige activa van de BV, minus (c) de op dat moment bestaande schulden en verplichtingen van de BV.

(…)

12. De BV’s zullen hun deelname in de CV op de volgende wijze financieren:

- eigen vermogen verstrekt door de Investeerders ad in totaal $ 14.000.000.

(…)

Fiscale Aspecten

(…)

22. Na een periode van 3 jaar hebben de BV’s de mogelijkheid om middels overdracht van de commanditaire deelname aan [C B.V.] dan wel de verkoop van de aandelen in de BV de CV structuur te verlaten. Voor deze overdracht zijn geen prijsafspraken gemaakt anders dan de in paragraaf 8 vermelde waarderingsmethodiek.”

16.2.

Op 21 december 2010 heeft drs. [naam 2] van de Belastingdienst, kantoor Groningen aan [adviseur 2] geschreven dat hij de in de brief van 17 december 2010 geschetste fiscale aspecten van de investering in het m.s. [B (C.V.)] onderschrijft, uitgaande van de in de brief weergegeven feiten en aannames.

17. Eiseres heeft als bestuurder van [Z] B.V. op 15 december 2010 een bestuursbesluit genomen en vastgelegd in een Written Management Board Resolution, waarin onder meer het volgende is vermeld ( [Z] B.V. is aangeduid als the Company):

recognising that:

(A) The Company wishes to enter into a participation agreement covering the investment in a newly-built bulk carrier named m.s. [B (C.V.)] and to enter into related transactions (the Transaction).

(B) In connection with the Transaction it is envisaged that the Company enters into the documents listed in Annex 1 attached hereto as well as any further deeds (including security deeds), instruments, agreements, notices, acknowledgements, letter agreements, memoranda, statements, utilisation requests, selection notices, powers of attorney, certificates and other documents as may be ancillary, necessary or useful in connection with the documents listed above and in Annex 1 hereto and/or the transactions envisaged thereby (the documents referred to above are hereinafter collectively referred to as the Documents).

(…)

hereby adopts the following resolutions:

(1) the entering into the Transaction and the entering into the Documents by the Company are approved;

(…)

(3) the granting of an irrevocable power of attorney to any (deputy) civil law notary, attorney and paralegal of [adviseur 3] (Amsterdam office), and to any managing director of the Company acting solely (the Attorneys), each individually and with the power of substitution, to negotiate, amend, adapt, waive, sign, execute, deliver and (where relevant) perform for and on behalf of the Company the Documents in such form as the Attorneys may approve and to do all such acts and things as may be ancillary thereto and/or necessary and/or useful and/or desirable in the sole opinion of the Attorneys in connection with or for the purpose of entering into, execution, delivery or performance of the Documents and the entering into and performance of the Transaction (the Power of Attorney) is approved; (…)

(…)

ANNEX 1

1. A participation agreement between the Company, [eiseres], [B (C.V.)] , [B (C.V.)] Investments [...] B.V. , [rederij 2] , [C B.V.] , [BV 2] and Beheermaatschappij [B (C.V.)] B.V.

2. A tax sharing agreement between the Company and [eiseres].

3. A deed of accession and resignation of partners of Scheepvaartonderneming [B (C.V.)]

4. A limited partnership agreement between the Company, [B (C.V.)] Investments [...] B.V. and Beheermaatschappij [B (C.V.)] B.V.

5. A deed of transfer of a share in the capital of the Company by [eiseres] to [C B.V.]

6. A deed of pledge on shares in the capital of the Company by [eiseres] as pledger and [C B.V.] as pledgee.”

18. De bestuurder van eiseres heeft op 21 december 2010 een bestuursbesluit genomen en vastgelegd in een Written Management Board Resolution, waarin onder meer het volgende is opgenomen (eiseres is aangeduid als the Company):

recognising that:

(A) The Company wishes to enter into a participation agreement covering the investment in the vessel named m.s. [A (C.V.)] and to enter into related transactions (the Transaction).

(B) In connection with the Transaction it is envisaged that the Company enters into the documents listed in Annex 1 attached hereto as well as any further deeds (including security deeds), instruments, agreements, notices, acknowledgements, letter agreements, memoranda, statements, utilisation requests, selection notices, powers of attorney, certificates and other documents as may be ancillary, necessary or useful in connection with the documents listed above and in Annex 1 hereto and/or the transactions envisaged thereby (the documents referred to above are hereinafter collectively referred to as the Documents).

(…)

hereby adopts the following resolutions:

(1) the entering into the Transaction and the entering into the Documents by the Company are approved;

(…)

(3) the granting of an irrevocable power of attorney to any (deputy) civil law notary, attorney and paralegal of [adviseur 3] (Amsterdam office) and to any managing director of the Company acting solely (the Attorneys), each individually and with the power of substitution, to negotiate, amend, adapt, waive, sign, execute, deliver and (where relevant) perform for and on behalf of the Company the Documents in such form as the Attorneys may approve and to do all such acts and things as may be ancillary thereto and/or necessary and/or useful and/or desirable in the sole opinion of the Attorneys in connection with or for the purpose of entering into, execution, delivery or performance of the Documents and the entering into and performance of the Transaction (the Power of Attorney) is approved; (…)

ANNEX 1

1. A participation agreement with respect to the investment in the vessel m.s. [A (C.V.)] .

2. A loan agreement between [rederij 1] or an affiliate of [rederij 1] and the Company.

3. A tax sharing agreement between [Y] B.V. and the Company.

4. A deed of transfer of a share in the capital of [Y] B.V. by the Company to [rederij 1] or an affiliate of [rederij 1]

5. A deed of pledge on shares in the capital of [Y] B.V. by the Company.”

19. In 2011 heeft eiseres [Y] Holding B.V . en [Z] Holding B.V. opgericht, welke vennootschappen vanaf oprichting deel uitmaken van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met eiseres, en zijn de door eiseres gehouden aandelen in [Y] B.V. ingebracht in [Y] Holding B.V . en de door eiseres gehouden aandelen in [Z] B.V. in [Z] Holding B.V.

20. Bij oprichting in 2010 is door [Z] B.V. in [B (C.V.)] € 5.000 kapitaal ingebracht en door [Y] B.V. in [A (C.V.)] € 10.000.

21. [Y] Holding B.V . en [Z] Holding B.V. hebben voor de financiering van 50% van de tweede kapitaalstortingen in 2011 in [Y] B.V. (€ 6.193.126) en [Z] B.V. (€ 5.003.772) een lening aangetrokken bij een met de betrokken rederijen verbonden vennootschap, wat betreft [A (C.V.)] een lening van € 3.101.563 bij [rederij 1] en wat betreft [B (C.V.)] een lening van € 2.501.861 bij [C B.V.]

22. [A (C.V.)] heeft op 29 december 2010 een time charter overeenkomst gesloten met [rederij 1] voor een periode van drie jaar vanaf oplevering van het zeeschip (medio 2011). Voor het eerste jaar bedroeg de charterprijs USD 9.500 per dag, voor het tweede jaar USD 10.250 en voor het derde jaar USD 11.000.

23. [B (C.V.)] heeft op 19 mei 2011 een charterovereenkomst gesloten met [onderneming 1] , een op Cyprus gevestigde vennootschap behorend tot de [rederij 2] groep, voor een periode van 10 jaar. De charterprijs per dag bedraagt USD 17.000.

24. In een e-mail van [naam 4] van [BV 3] , een onderdeel van de [rederij 2] groep, aan [naam 5] van [BV 1] van 23 augustus 2010 is vermeld:

“We have calculated this project with an estimated income of USD 25.000 per day.

(…)

Maybe in today’s markets a lower estimated income is more appropriate, but we can also talk about that later today.”

25. In een e-mail van [naam 4] van [BV 3] aan [naam 5] van [BV 1] van 24 augustus 2010 is vermeld:

“The [rederij 2] Group has given the green light to go ahead with the project for financing of the [project] .

We were just wondering if the TC rate can be reduced to USD 17.500 per day to reduce the amount of corporate tax to be paid. If the tax authorities can live with that, that would be really appreciated.”

26. De commerciële resultaten van [B (C.V.)] zijn:

2010 verlies USD 670.470

2011 verlies USD 2.209.155

2012 verlies USD 1.752.388

2013 verlies USD 4.472.314

27. De commerciële resultaten van [A (C.V.)] zijn:

2010 verlies USD 408

2011 verlies USD 2.734.165

2012 verlies USD 1.579.986

2013 verlies USD 1.255.094

28. Vanaf 1 januari 2014 maken [Y] Holding B.V . en [Z] Holding B.V. geen deel meer uit van een fiscale eenheid met eiseres.

29. Op 6 december 2013 heeft [BV 3] een brief gezonden aan eiseres waarin zij een aanbod doet aan eiseres om de aandelen van [Z] Holding B.V. te kopen, en waarin onder het kopje “Re Purchase price” het volgende is opgenomen:

“Due to the market conditions, [BV 3] and the [rederij 2] group believe / are of the opinion that the fair market value of the shares in [Z] Holding B.V. is not more than EUR 1 (one). It is hereby assumed that [Z] Holding B.V. and [Z] B.V. have no other assets and liabilities than assets and liabilities in relation to the investment in [B (C.V.)] .”

30. Op 14 mei 2014 heeft [rederij 1] een brief aan eisers gezonden waarin het volgende is vermeld:

“Wij zijn geïnteresseerd in de aandelen van [Y] Holding B.V .

Gebaseerd op artikel 8 van de Participation Agreement bieden wij € 1,- voor de aandelen van [Y] Holding B.V . Deze waarde van € 1,- is gebaseerd op bijgevoegde waardering. Momenteel heeft het ms [A (C.V.)] een charter van USD 11.000 bruto per dag. Wij hebben daarom geen taxatie laten uitvoeren van het schip. Dit alles in overeenstemming met de ruling die is gemaakt met de Belastingdienst. Ook is de huidige marktwaarde van het schip ruim lager dan de totale schuld van de CV.

Graag vernemen wij of u op onze aanbieding in wilt gaan.”

31. In april 2017 zijn de aandelen in [Z] Holding B.V. voor € 160.000 verkocht aan [onderneming 2] , een vennootschap waarin de familie [rederij 2] participeert.

32. Tot op heden zijn de aandelen in [Y] Holding B.V of [Y] B.V. door eiseres nog niet vervreemd.”

Behoudens hetgeen hierna onder 2.2 is vermeld, zijn de door de rechtbank vastgestelde feiten niet in geschil. Het Hof zal ook van deze feiten uitgaan.

2.2.

De inspecteur heeft betwist dat [B (C.V.)] en [A (C.V.)] (hierna: de CV’s dan wel de Limited Partnerships) juridisch eigenaar van de schepen zijn geworden (uitspraak rechtbank onder 45) en dat in 2017 de aandelen in [Z] Holding voor € 160.000 aan [onderneming 2] zijn verkocht (uitspraak rechtbank onder 31). De inspecteur heeft voorts gesteld dat de weergave van de feiten door de rechtbank onvolledig is. Het Hof voegt aan de hiervoor vermelde feiten de volgende feiten toe.

2.3.

De aandelen in de [rederij 2] -groep zijn in bezit van de familie [rederij 2] .

2.4.1.

In de Limited Partnership Agreement van Scheepvaartonderneming [B (C.V.)] (hierna ook: [B (C.V.)] ) van 22 december 2010 (zie ook de uitspraak rechtbank onder 10) is onder meer het volgende vermeld:

“THIS AGREEMENT (the Agreement) is dated 22 December 2010 and entered into by and between:(1) Beheermaatschappij [B (C.V.)] B.V. (…) (Beheermaatschappij);(2) [B (C.V.)] Investments [...] B.V. (…) ( [B (C.V.) Investments] ); and(3) [Z] B.V. (…) ( [Z] ).(…) 1. DEFINITIONS, INTERPRETATION AND CONSTRUCTION(…)General Partner means Beheermaatschappij (…) as the general partner (beherend vennoot) of the Partnership(…)Limited Partner means each of [B (C.V.) Investments] and [Z] (…) as a limited partner (commanditaire vennoot) of the Partnership (…).(…)Partner means a partner of the Partnership. Unless stipulated otherwise, this means the General Partner as well as each Limited PartnerPartnership means the limited partnership the internal organisation of which is governed by this Agreement (…)4. OBJECTSThe objects of the Partnership are:(a) to enter into the Vessel Purchase Agreement and Bill of Sale in order to acquire the Vessel through legal ownership by the General Partner (legally acting on its own behalf, but economically acting for the benefit of the Partnership) such that the Partnership will acquire the beneficial ownership of the Vessel, and to pay the Purchase Price; (b) to exploit and manage on a commercial basis the Vessel, which after the beneficial ownership has been acquired by the Partnership will be registered in the name of the General Partner;(…)7. THE PARTNERSHIP’S PROPERTY; LIABILITY FOR DEBTS7.1 The Partners shall keep and account for the Partnership’s property apart from their own. Legal title to the assets of the Partnership shall be held on the Partnership’s behalf by the General Partner.(…)8. PARTICIPATION IN THE PARTNERSHIP8.1. The share of each Partner in the Partnership and its assets shall be determined on the basis of the proportion of the Participation of the relevant Partner and the aggregate of the amounts booked in the capital of all Partners. (…)14. PROFITS AND DISTRIBUTIONS14.1 The profit is available to the Partners. Any and all distributions shall require an unanimous resolution of all Partners (except for distributions under clause 7.2 of the Participation Agreement). (…)”

2.4.2.

De Limited Partnership Agreement van Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] (hierna ook: [A (C.V.)] ) van 23 december 2010 bevat gelijkluidende bepalingen.

2.5.1.

De juridische eigendom van het – toen nog in aanbouw zijnde – m.s. [B (C.V.)] is in december 2010 verworven door Beheermaatschappij [B (C.V.)] B.V. , de beherend vennoot van [B (C.V.)] .

2.5.2.

De juridische eigendom van het – toen nog in aanbouw zijnde – m.s. [A (C.V.)] is in december 2010 verworven door Beheermaatschappij m.s. [A (C.V.)] B.V. , de beherend vennoot van [A (C.V.)] Vervolgens heeft [A (C.V.)] de juridische eigendom van het m.s. [A (C.V.)] , met behoud van het ‘beneficial ownership’ (het Hof begrijpt: de volledige of een gedeeltelijke economische eigendom), overgedragen aan [A 2] Limited , een vennootschap opgericht naar het recht van de Republiek Liberia.

2.5.3.

In een ‘Custody Agreement Regarding [A (C.V.)] ’ van 22 juni 2011 tussen Beheermaatschappij [A (C.V.)] B.V. , handelend (mede) als beherend vennoot van [A (C.V.)] (in de agreement is [A (C.V.)] aangeduid als: Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] ), en [A 2] Limited (in de agreement aangeduid als: [A 2] ), een vennootschap opgericht naar het recht van de Republiek Liberia, is onder meer het volgende vermeld:

Whereas:- the following Vessel constitutes part of the capital of Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] : seagoing motorship (…) named “ [A (C.V.)] ” (…);- [A 2] has concluded an agreement with Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] on which basis it will act as custodian of the legal title to the Vessel on behalf of Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] as beneficial owner of the Vessel (…).1. In execution of the agreement, Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] hereby conveys the legal title to the Vessel to [A 2] , who takes possession thereof.(…)5. As from the moment this deed is signed, the Vessel remains entirely for the account and risk of Scheepvaartonderneming [A (C.V.)] as beneficial owner of the Vessel.”

2.6.

In een e-mail van [naam persoon] ( [adviseur 3] adviseur van belanghebbende) aan rederij [rederij 1] van 29 april 2010 is onder meer het volgende vermeld:

“(…) [X.] wil graag verder maar wel met een ruling. (…)Indien de inspecteur blijft bij zijn standpunt dat [X.] het gehele fiscale voordeel moet inbrengen dan zou dit neerkomen op een EV-investering van ongeveer 21,6% (uitgaande van 85% afschrijvingspotentieel en een tarief van 25,5%). Dit is wel erg veel, zeker gelet op de marktomstandigheden. Als we anders geen ruling kunnen krijgen, is [X.] desnoods bereid om hierover na te denken. We zullen dan wel een creatieve oplossing moeten bedenken om toch het afgesproken voordeel bij [X.] terecht te laten komen, rekening houdend met de wens van de inspecteur van een “schone deal”.”

2.7.

In een notitie van [naam 5] [BV 1] ) aan HSH Nordbank van 5 november 2010 is onder meer het volgende vermeld:

Charter AgreementThe charter agreement that the CV will enter into will most likely be a long-term (e.g. 10 year) time-charter contract between the CV and an entity within the [rederij 2] group (…)The proposed charter hire rate will not be sufficient to cover both interest and principal repayments in the mortgage facility. It will therefore be necessary that the [rederij 2] group provides a liquidity facility to the CV under which the CV can withdraw such amounts that it will require to meeting all interest and principal payment obligations under the mortgage facility. In addition, [rederij 2] may guarantee the interest and principal payment obligations of the CV vis-à-vis the financing banks.”

2.8.

In een e-mail van [naam 6] aan [naam 7] (‘financial controller’ van belanghebbende) van 29 november 2010 is onder meer het volgende vermeld:

“Subject: Shipping CV’s(…)Zie hieronder een overzicht van de twee mogelijke shipping-investeringen:Het bestaat uit twee projecten:

1. [rederij 1] , [X.] alleen (…)

2. [BV 3] / [rederij 2] , een transactie tezamen met (…)

- Beide deals zijn fiscaal vrijwel gelijk (…)- Beide deals zijn geruled (…)Kostprijs van de schepen:(…)- Afschrijvingspercentages zijn 85% van de kostprijzen van de schepen (…)- Het belastingvoordeel wordt gedeeld (…)Cash flow:

 Totale cash out per saldo EUR 5.786 miljoen, waarvan EUR 3.613.577 moet worden voorgefinancierd;- in het overzicht: de totale investering bedraagt EUR 11.6 miljoen (…)

 Binnen [X.] is per heden beschikbaar EUR 2.2 miljoen (…)

Opbrengsten:

 Totale netto opbrengsten bedragen per saldo EUR 5,711,187, te ontvangen over de periode 2011 – december 2014 (…)”

2.9.

Op 29 december 2010 heeft [A (C.V.)] een time charterovereenkomst gesloten met [rederij 1] voor een periode van drie jaar vanaf oplevering van het zeeschip (medio 2011). [rederij 1] heeft de [A (C.V.)] geëxploiteerd op de externe markt. De [A (C.V.)] is vanaf de dag van levering verhuurd aan de niet-gelieerde rederij [rederij 3] . Onderstaand overzicht bevat een vergelijking tussen de chartertarieven gehanteerd door [A (C.V.)] en de tarieven in rekening gebracht aan [rederij 3] :

[Fotobestand van het onder 2.9 vermelde overzicht]

2.10.

In een e-mail van [naam 8] ( [rederij 1] ) aan – naar het Hof begrijpt – een externe bank van 6 juli 2011 is het volgende vermeld:

“As already spoken on the phone I send you this email to explain the chartering of our Sainty vessels ((…) [A (C.V.)] (…)).For [A (C.V.)] we have a ruling with the Tax Authorities (TA) in the Netherlands. In this ruling we agreed with the TA that when the charter for the vessel will between USD 10.000 and USD 11.400 per day, we don’t need a valuation report for the vessel when we want to buy the shares of the Investor. So we can calculate before transferring the shares [from] the investor to [rederij 1] the fair value Company. The real value of the vessel has no influence on this price. This is necessary because we divide the Company Tax Advantage from approx. EUR 6M on 50/50 basis.So for the Shipping Companies we have made charter parties with [rederij 1] (NC) for a period of 1 year with 2 options from each 1 year. Charter rates are: Y1 UD 9.500, option 1 USD 10.250 and option 2 USD 11.000. NC makes the charter parties with the charterers like [rederij 3] . The difference between the charter rates will stay at a bank account at the Bremer Landesbank. This profit will be used for the Sainty vessels only (repayment of Loans etc.).The advantage for the transaction of shares is one. Furthermore the chartering income in NC is under tonnage tax and the chartering income in the vessel is under normal tax regime. This addition advantage saves 25% corporate tax!”

2.11.

Rederij [rederij 1] is in 2013 failliet gegaan. De activiteiten van de gefailleerde rederij zijn overgenomen door [rederij 1] , zonder overname van de verplichtingen van rederij [rederij 1] jegens belanghebbende.

2.12.

Op 21 augustus 2018 is het faillissement uitgesproken van de beherend vennoot van [A (C.V.)] .

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In geschil is – evenals voor de rechtbank – of belanghebbende met betrekking tot de investeringen in de zeeschepen m.s. [B (C.V.)] en m.s. [A (C.V.)] (indien gezamenlijk, hierna: de schepen) recht heeft op de faciliteit van de tijdelijke willekeurige afschrijving van artikel 3.34 Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: de TWA respectievelijk de Wet IB 2001).

3.2.

Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende in het onderhavige jaar met [Y] B.V. en met [Z] B.V. een fiscale eenheid vormt als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: de Wet), en zo ja, of belanghebbende economisch eigenaar was van de schepen waarop de TWA betrekking heeft.

3.3.

In hoger beroep zijn partijen het erover eens dat belanghebbende door middel van haar participatie in de CV’s niet (mede) juridisch eigenaar is geworden van de schepen.

3.4.

Indien uit beantwoording van de hiervoor vermelde vragen volgt dat belanghebbende geen recht heeft op de TWA ter zake van één of beide schepen: de vraag of de inspecteur door de TWA niet toe te staan het vertrouwensbeginsel en/of het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden.

3.5.

Indien de inspecteur (gedeeltelijk) in het gelijk wordt gesteld: of de voorlopige carry-backbeschikkingen door middel van de aanslag hadden moeten worden teruggenomen (in plaats van door middel van definitieve carry back-beschikkingen).

4 4. Overwegingen

5 5. Kosten

6 Beslissing