Home

Gerechtshof Amsterdam, 24-06-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1918, 20/00030

Gerechtshof Amsterdam, 24-06-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1918, 20/00030

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
24 juni 2021
Datum publicatie
6 oktober 2021
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:1918
Zaaknummer
20/00030

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting

Uitspraak

kenmerk 20/00030

24 juni 2021

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 13 december 2019 in de zaak met kenmerk AMS 19/823 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 28 december 2018 een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd van in totaal € 51,40.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft – na daartegen gemaakt bezwaar – bij uitspraak van 18 januari 2019 de naheffingsaanslag gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 13 december 2019 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 17 januari 2020 hoger beroep bij het Hof ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Bij een parkeercontrole op 20 december 2018 is op 20.37 uur geconstateerd dat de auto van belanghebbende (kenteken [Z] ) ter hoogte van het Osdorpplein 355 in Amsterdam stond geparkeerd (hierna ook: de locatie), zonder dat de verschuldigde parkeerbelasting was betaald. In verband hiermee is aan belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd van in totaal € 51,40 (€ 2,40 parkeerbelasting en € 49 administratiekosten).

2.2.1.

Op of in de omgeving van het Osdorpplein staan voor het betalen van de verschuldigde parkeerbelasting onder andere de volgende parkeerautomaten:

- een parkeerautomaat met nummer 17 502 (hoek Meer en Vaart / Osdorpplein);

- een parkeerautomaat met nummer 17 506 (op het Osdorpplein tegenover het hotel);

- een parkeerautomaat met nummer 17 531 (hoek L. van Sonsbeeckstraat / Osdorpplein);

- een parkeerautomaat met nummer 17 532 (L. van Sonsbeeckstraat).

2.2.2.

De heffingsambtenaar heeft in hoger beroep van de parkeerautomaten 17 502, 17 506 en 17 531 een ‘Aankopen overzicht’ overgelegd. Dit overzicht betreft de op 20 december 2018 (’20-12-2018 00.00’ tot ‘20-12-2018 23.59’) geregistreerde transacties. Bij parkeerautomaat 17 502 hebben er op die dag volgens het overzicht geen transacties, maar alleen testen (tweemaal) plaatsgevonden.

2.3.1.

Tot de gedingstukken in eerste aanleg behoort onderstaande (uit het ‘Dossier Naheffingsaanslag’ van de heffingsambtenaar afkomstige) plattegrond, met daarop onder meer aangegeven (rode marker) de locatie van de auto en (bruine marker) parkeerautomaat 17 506 (tegenover het hotel). Belanghebbende heeft deze plattegrond in hoger beroep overgelegd, voorzien van enkele handgeschreven aantekeningen mede – zo begrijpt het Hof – ter toelichting op zijn zoektocht naar een (werkende) parkeerautomaat op 20 december 2018. Dit is de plattegrond (met aantekeningen van belanghebbende):

2.4.

Het Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit 2018 met bijbehorende Stratentabel 2018 (hierna: het Besluit; belanghebbende heeft in hoger beroep op het besluit en hieronder opgenomen passage gewezen) luidt – voor zover hier van belang – als volgt:

“(…)

VI. In de 10-cent-tariefgebieden (…) wordt alleen geparkeerd met een 10-cent-parkeerrecht dat in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht (…); een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, (…)”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in

de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar de naar aanleiding van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing