Gerechtshof Amsterdam, 20-07-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2264, 20/00349
Gerechtshof Amsterdam, 20-07-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2264, 20/00349
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 20 juli 2021
- Datum publicatie
- 12 augustus 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2021:2264
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:782, Niet ontvankelijk
- Zaaknummer
- 20/00349
Inhoudsindicatie
Nadere stukken als tardief buiten beschouwing gelaten; beroep bij de rechtbank niet-ontvankelijk; geen recht op schadevergoeding.
Uitspraak
kenmerk 20/00349
20 juli 2021
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z], belanghebbende,
tegen de uitspraak van 17 april 2020 in de zaak met kenmerk HAA 19/4706 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de ontvanger van de Belastingdienst, de ontvanger.
1 Ontstaan en loop van het geding
Bij beschikking met dagtekening 19 december 2019 is aan belanghebbende € 11 aan invorderingsrente in rekening gebracht en bij beschikking met dagtekening 23 januari 2020 is aan belanghebbende € 31 aan invorderingsrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen voormelde beschikkingen beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep in haar uitspraak van 17 april 2020 niet-ontvankelijk verklaard.
Het tegen de uitspraak van de rechtbank ingestelde hoger beroep van belanghebbende heeft het Hof ontvangen op 2 juni 2020 en is aangevuld bij brieven van 2 en 8 juli 2020 en van 24 februari 2021. De ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft bij brieven gedagtekend 21 april 2021, 31 mei 2021, 28 mei 2021
(tweemaal), 16 juni 2021 en 29 juni 2021 en e-mailberichten van 2 juli 2021 (tweemaal), 8 juli 2021 en 12 juli 2021 nadere stukken ingezonden. Belanghebbende heeft daarbij meerdere malen verzocht om uitstel van de zitting. De verzoeken om uitstel van de zitting heeft het Hof afgewezen bij brieven van 31 mei 2021, 2 juni 2021 en 9 juli 2021.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 juli 2021. Van het verhandelde
ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Tegen de onder 1.1 vermelde beschikkingen heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank zonder eerst de bezwaarprocedure te hebben doorlopen.
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is in geschil of de rechtbank het beroep van belanghebbende terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.