Home

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2739, 20/00570

Gerechtshof Amsterdam, 21-09-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2739, 20/00570

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
21 september 2021
Datum publicatie
17 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:2739
Formele relaties
Zaaknummer
20/00570

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat de door hem vastgestelde waarde niet te hoog is. Het hoger beroep is ongegrond. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Uitspraak

kenmerk 20/00570

21 september 2021

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 27 augustus 2020 in de zaak met kenmerk HAA 19/5053 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 28 februari 2019 op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 485.000. Gelijktijdig zijn door middel van hetzelfde geschrift de aanslagen gemeentelijke belastingen 2019 bekendgemaakt.

1.2.

Na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 3 september 2019 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen voormelde uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. Bij uitspraak van 27 augustus 2020 heeft de rechtbank het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 6 oktober 2020. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende en de heffingsambtenaar hebben het Hof toestemming verleend tot het achterwege laten van een onderzoek ter zitting. Hierop heeft het Hof bepaald het onderzoek ter zitting achterwege te laten, het onderzoek te sluiten en schriftelijk uitspraak te doen.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het is een vrijstaande woning met garage gelegen in de wijk [wijk] te [plaats] . De inhoud van de woning is ongeveer 495 m3 en de oppervlakte van het perceel is 313 m2.

2.2.

De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem voor de woning op € 485.000 vastgestelde waarde onder meer een matrix overgelegd, met daarin opgenomen (verkoop)gegevens van een drietal objecten, allemaal gelegen in de wijk [wijk] te [plaats] (hierna: de vergelijkingsobjecten). Hieronder de matrix.

[afbeelding met persoonsgegevens]

3 Geschil in hoger beroep

Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de door hem vastgestelde waarde van € 485.000 niet te hoog is.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil in hoger beroep

6 Kosten

7 Beslissing