Home

Gerechtshof Amsterdam, 07-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4081, 20/00701

Gerechtshof Amsterdam, 07-12-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:4081, 20/00701

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
7 december 2021
Datum publicatie
29 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:4081
Formele relaties
Zaaknummer
20/00701

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslag parkeerbelasting; belastbaar feit; hoorplicht artikel 7:4 Awb.

Uitspraak

kenmerk 20/00701

7 december 2021

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: B. de Jong LLB)

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AMS 19/3221 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Op 27 mei 2019 heeft de heffingsambtenaar een naheffingsaanslag parkeerbelasting (hierna: de naheffingsaanslag) aan belanghebbende opgelegd ten bedrage van € 61,05. De nageheven parkeerbelasting bedraagt € 1,05 en de kosten ter zake van het opleggen van de naheffingsaanslag bedragen € 60.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 juni 2019 het bezwaar ongegrond verklaard en de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft bij uitspraak van 26 oktober 2020 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 28 november 2020. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Nu de uitspraak van de rechtbank geen afzonderlijke vaststelling van de feiten bevat, stelt het Hof de feiten als volgt vast.

2.2.

Op 27 mei 2019, om 15:45 uur, stond de auto van belanghebbende met kenteken

[kenteken] geparkeerd aan de [straatnaam] te Amstelveen. Deze plaats is door burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen bij de Verordening Parkeerbelastingen 2019 van de gemeente Amstelveen (de Verordening) aangewezen als locatie waar op het betreffende tijdstip tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd. Nadat was geconstateerd dat voor de auto van belanghebbende geen parkeerbelasting was voldaan is aan hem een naheffingsaanslag opgelegd.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en of aan belanghebbende een proceskostenvergoeding dient te worden toegekend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil in hoger beroep

6 Kosten

7 Beslissing