Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1373, 21/00226
Gerechtshof Amsterdam, 26-04-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1373, 21/00226
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 26 april 2022
- Datum publicatie
- 11 mei 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2022:1373
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2021:1087, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/00226
- Relevante informatie
- Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 222
Inhoudsindicatie
Baatbelasting.
Uitspraak
Kenmerk 21/00226
26 april 2022
uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. drs. M.L. Molenaar)
tegen de uitspraak van 27 januari 2021 in de zaak met kenmerk HAA 19/10 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Alkmaar, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende met dagtekening 31 januari 2018 over het jaar 2017 een aanslag in de baatbelasting opgelegd ten bedrage van € 2.967,65 ter zake van de onroerende zaken [adres 1] , [adres 2] en [adres 3] , alle te [Z] .
Na tegen de hiervoor vermelde aanslag gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar, bij uitspraak op bezwaar van 14 november 2018, de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende heeft beroep ingesteld. Bij uitspraak van 27 januari 2021 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 8 maart 2021 en aangevuld op 20 mei 2021 en 6 augustus 2021.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Op 11 maart 2022 is een nader stuk ontvangen van belanghebbende. Hiervan is een afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2022. Het hoger beroep van belanghebbende is tegelijk behandeld met de zaken met kenmerken 21/00228 en 21/00229. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting is van belanghebbende op 28 maart 2022 een
e-mail ontvangen, waarin – kort gezegd – is medegedeeld dat partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’):
“Feiten
1. De Beverkoog is een bedrijventerrein gelegen aan de noordzijde van Alkmaar. De Beverkoog is begin jaren ’80 ontwikkeld. In de Beverkoog zijn blijkens het Revitaliseringsplan Beverkoog van adviesbureau BRO van 9 september 2009 (Revitaliseringsplan) meer dan 400 bedrijven gevestigd in uiteenlopende bedrijfstakken en branches, van internationaal bekende bedrijven tot nationaal opererende ondernemingen, van business-to-business tot consumentgericht en van groot tot klein.
2. In geografisch opzicht vormt de Beverkoog een langgerekt terrein van ongeveer 2,4 kilometer lang en een paar honderd meter breed. Het is volledig omgeven door water. De hoofdverkeersas van de Beverkoog, de Berenkoog, loopt van noord naar zuid. Tot 2016 kon het gemotoriseerd verkeer de Beverkoog alleen verlaten via de zuidelijke ontsluiting.
3. Uit het bestemmingsplan van 30 juni 1977 blijkt dat reeds plannen bestonden om ook aan de noordelijke zijde van de Beverkoog een ontsluiting te realiseren (Noordelijke ontsluiting). In 2009 heeft de ondernemersvereniging Ondernemend Alkmaar het Revitaliseringsplan laten opstellen. Op pp. 21-22 van het rapport wordt als eerste ‘impuls’ voor de ‘kwaliteitsverbetering’ van de Beverkoog de aanleg van de Noordelijke ontsluiting gesuggereerd:
“Het noordelijk deel van het bedrijventerrein is weliswaar gunstig gelegen ten opzichte van de provinciale hoofdverkeersinfrastructuur, maar het ontbreken van een ontsluiting degradeert dit terreindeel tot de ‘achterkant’ van de Beverkoog.
Bij de eerst ontwikkeling van de Beverkoog is reeds sprake geweest van de noordelijke ontsluiting, maar door de complexiteit ervan en de verschillen van inzicht tussen de betrokken gemeenten en de provincie Noord-Holland is deze tot op heden niet gerealiseerd. Een tweede ontsluiting is onontbeerlijk om met de revitalisering van de Beverkoog in vooral het noordelijk deel tot nieuwe, duurzame en ruimte-intensieve investeringen te kunnen komen.
Indien de beleidsuitgangspunten van de gemeenten en de provincie op kaart worden gezet, dan resteert een gebied waar verkeers- en bouwtechnisch ruimte is voor een noordelijke ontsluiting inclusief fietspad [voetnoot: Afstudeerscriptie door twee studenten bij Grontmij, 2009].
De ontsluiting zal dan bij de aansluiting van de huidige Achtergeest op de Berenkoog uit komen en langs het spoor en over de wateropvang lopen en aansluiten op de N242 bij de kruising met de Westtangent. De ontsluiting zal in hoogte langzaam oplopen tot ongeveer 5,5 meter boven maaiveld om zo over het kanaal te kunnen.
Het aanleggen van de ontsluiting kan aangehaakt worden op het aanpassen van de huidige aansluiting van de Westtangent op de N242. Deze aansluiting zal naar alle waarschijnlijkheid in de komende jaren ongelijkvloers worden gemaakt.
De ontsluiting zorgt voor een tweede en sterke voorkant voor Beverkoog, waar het terrein zich nadrukkelijk kan presenteren. Door de ontsluiting niet op een zandlichaam maar bijvoorbeeld op palen over de wateropvang te leiden wordt dubbel gebruik gemaakt van de grond en kan bovendien een markant landschap worden gecreëerd. De presentatiekwaliteit kan worden afgerond door in de direct aangrenzende percelen de ruimte te bieden voor voldoende bouwvolume en hoogte.
Het realiseren van de noordelijke ontsluiting zorgt verder voor een drukverlaging op de ontsluiting in het zuidelijk deel van het terrein.”
4. Nadat de provincie Noord-Holland inderdaad had besloten het kruispunt van de N242 met de Westtangent te reconstrueren, ontstond voor de gemeente Alkmaar een goede mogelijkheid om een Noordelijke ontsluiting voor de Beverkoog te realiseren, waarvoor de noodzaak al sinds het ontstaan van de Beverkoog werd gevoeld. De raad van de gemeente Alkmaar (de raad) heeft op 1 oktober 2009 ingestemd met het Revitaliseringsplan. In 2010 heeft de gemeente Alkmaar verkennend onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een Noordelijke ontsluiting van de Beverkoog.
5. Op 1 november 2010 heeft de Bedrijvenvereniging Beverkoog een vergadering belegd. De presentielijst van deze bijeenkomst bevat 112 namen. De aanwezigen zijn geïnformeerd over het voornemen van de gemeente Alkmaar om de Noordelijke ontsluiting voor een bedrag van € 2,5 miljoen te bekostigen via een baatbelasting. Op de bijeenkomst is gestemd over dit plan. Eiser heeft foto’s overgelegd van een presentatie die tijdens de bijeenkomst is gegeven. Op de eerste slide valt te lezen:
“Rekenmodellen
Bijdragen op basis van m2
B.g.g. oppervlakte 264.146 m2
Totaal oppervlakte 330.012 m2
35 bedrijven niet gehuisvest op bgg
Bijdrage per m2 van totale oppervlakte:
2,5 miljoen 20 jr. 0,52
2,5 miljoen 25 jr. 0,45
2,0 miljoen 20 jr. 0,42”
6. Op 6 juni 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar een principebesluit genomen tot aanleg van de Noordelijke ontsluiting. Bij brief van 7 juli 2011 heeft het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland bericht dat de Noordelijke ontsluiting van de Beverkoog zal worden meegenomen in het project N242 – Westtangent Heerhugowaard. In de raadsvergadering van 1 december 2011 is besloten een krediet beschikbaar te stellen voor een haalbaarheidsonderzoek. Het hiertoe strekkende raadsvoorstel vermeldt onder meer:
“De huidige verkeersinfrastructuur van de Beverkoog is kwetsbaar, zowel verkeerskundig als voor nood- en hulpdiensten. Een tweede ontsluiting verdeelt de verkeersdruk en ontlast de zuidelijke ontsluiting. Het geeft meer flexibiliteit in de afwikkeling van het verkeer en het zorgt voor een verbetering van de bereikbaarheid en veiligheid. De nieuwe ontsluiting stimuleert de aantrekkelijkheid van het bedrijventerrein en moet zorgdragen voor een opwaardering van het vastgoed en vermindering van de leegstand op het bedrijventerrein.
[…]
Met de ondernemers is de afspraak gemaakt dat men € 2,5 mln. zal bijdragen aan de aanlegkosten van de noordelijke ontsluiting.
[…]
Het uitgangspunt is dat er geen uitgaven voor de uitvoering van de noordelijke ontsluiting worden gedaan zolang de afgesproken bijdrage van de ondernemers niet is verzekerd. Het college van b&w wil die bijdrage binnenhalen via het instrument Baatbelasting. Aan de bereidheid om dit instrument in te zetten is de voorwaarde verbonden dat de ondernemers vooraf zeker stellen dat de bijdrage van € 2, 5 mln. beschikbaar komt. De wijze waarop dat gebeurt, zal tijdens de planvormingsfase worden uitgewerkt.”
7. Op 26 april 2012 heeft de raad ingestemd met het voorkeurstracé voor de Noordelijke ontsluiting zoals die in het haalbaarheidsonderzoek was uitgewerkt.
8. Op 22 mei 2012 heeft de raad besloten baatbelasting te gaan heffen naar een tarief van € 4,00 per vierkante meter oppervlakte van de betrokken onroerende zaken. Op 28 juni 2012 heeft de raad het bijbehorende bekostigingsbesluit genomen. Het bekostigingsbesluit luidt, voor zover van belang:
“Via de heffing van een Baatbelasting zal € 2.500.000 van de voor rekening van de gemeente blijvende lasten van de door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand te brengen voorzieningen worden omgeslagen over de genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de door deze voorzieningen gebate onroerende zaken;
De voor rekening van de gemeente blijvende lasten van de voorzieningen worden geraamd op € 6.900.000,--.
[…]
De voorzieningen omvatten:
Het realiseren van de weg tussen het bedrijventerrein Beverkoog en het nieuwe kruispunt de N242/Westtangent en de invoeglus tussen dit kruispunt en de N242.”
Het raadsvoorstel voor het vaststellen van het bekostigingsbesluit vermeldt onder meer:
“In de vergadering van 26 april 2012 is Uw raad unaniem akkoord gegaan met het voorstel tot realisatie van de Noordelijke ontsluiting Beverkoog. Ter mede financiering van deze ontsluitingsweg heeft u ermee ingestemd dat de financiële bijdrage van het bedrijfsleven (€ 2,5 mln.) via Baatbelasting zal worden geïnd en heeft u opdracht gegeven om de daarvoor noodzakelijke besluitvorming door de gemeenteraad voor te bereiden (opstellen verordening en bekostigingsbesluit). De bijdrage van € 2,5 miljoen wordt conform de wens van de ondernemers middels een Baatbelasting geheven. Zo is onder andere in de vergadering van de Bedrijvenvereniging Beverkoog van 1 november 2010, door de ca. 100 aanwezige bedrijven/eigenaren vrijwel unaniem ingestemd met een bijdrage in de Noordelijke ontsluiting van € 2,5 miljoen middels een Baatbelasting.”
9. De Noordelijke ontsluiting is vervolgens aangelegd en begin 2016 in gebruik genomen. Op 15 december 2016 heeft de raad de Verordening baatbelasting Noordelijke ontsluiting Beverkoog (de Verordening) vastgesteld. Het raadsvoorstel voor de vaststelling bevat een tekst die vrijwel gelijkluidend is aan de hiervoor onder 8 aangehaalde tekst uit het raadsvoorstel voor het bekostigingsbesluit. De tekst van de Verordening zelf luidt, voor zover relevant, als volgt:
“Artikel 2 Belastbaar feit
1. Onder de naam ‘baatbelasting Noordelijke ontsluiting Beverkoog’ wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de gestippelde omlijning en rood/roze gekleurde gebieden op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart die op 1 maart 2016 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten het realiseren van de weg tussen het bedrijventerrein Beverkoog en het nieuwe kruispunt de N242/Westtangent en de invoeglus tussen dit kruispunt en de N242.
Artikel 3 Belastingplicht
1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
[…]
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De maatstaf van heffing is het aantal volle vierkante meters oppervlakte van de onroerende zaak.
Artikel 5 Belastingtarief
De belasting bedraagt voor elke vierkante meter van de heffingsmaatstaf € 4,40.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 20 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
3. De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode van 20 jaren en een rentevoet van 3,75%. […]”
10. Omdat de invoeglus uiteindelijk niet door de gemeente Alkmaar is aangelegd, zijn de kosten daarvan niet via de baatbelasting verhaald.
11. Op 14 december 2017 heeft de raad besloten het tarief voor de baatbelasting te verlagen naar € 4,27 per vierkante meter.”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling hierop stelt het Hof de volgende feiten vast.
Ter zitting is door het Hof met partijen aan de hand van satellietfoto’s van de Beverkoog en omgeving (in Google Maps) de precieze locatie van de noordelijke ontsluitingsweg en de Nelson Mandelabrug (hierna te samen ook: de Noordelijke ontsluiting) bezien. Partijen verschillen niet van inzicht dat de kosten van de Noordelijke ontsluiting (deels) via de baatbelasting zijn verhaald.
Bij het verweerschrift is een bijlage (M) opgenomen zijnde een “Nota aan burgemeester en wethouders” van J.P. Nagengast met als onderwerp “Noordelijke ontsluiting Beverkoog” van 6 juni 2011. Hierin is onder meer opgenomen:
“Bijdrage ondernemers
De ondernemers zijn bereid om 2,5 mio bij te dragen in de kosten.
(…)
Baatbelasting
De bijdrage van de ondernemers is gebaseerd op de raming uit het verkennende onderzoek van 12 mio. Mocht er sprake zijn van een aanbestedingsvoordeel dan zal de bijdrage van de ondernemers ook lager zijn. (zie ook brief van de ondernemersvereniging Beverkoog).”
Het nader stuk van belanghebbende van 10 maart 2022 betreft een schrijven van W.R.H. van Rooijen (managing director General Cosmetics) met een bijlage. In het schrijven is opgenomen:
“Onderwerp: Ontsluiting Beverkoog Noord
General Cosmetics heeft zich in 1981 gevestigd in de Beverkoog — Alkmaar vanuit Amsterdam (Gieterstraat) en tevens als grootste bedrijf van de gemeente m.b.t. het aantal werknemers.
In de begin jaren van deze tijd waren er nog niet veel bedrijven gevestigd en daarom was het ook nog niet erg druk.
Eind jaren 80 en begin 1990 bouwde General Cosmetics een groot Distributie Centrum naast het andere gebouw en zou er ook een vestiging van Van Gend & Loos komen, aangezien General Cosmetics veel zending had en tevens het industrie terrein Beverkoog flink vol gebouwd was / werd.
Het grote probleem van de Beverkoog was het feit dat men maar op één manier het terrein op- en af kon rijden en dit betekende dat men s’-morgens en s’-avonds lang in de file stond bij de in & uitrit van het terrein!
In deze jaren is uitgebreid met de gemeente gesproken over en tweede uitgang in het Noorden van Beverkoog naar de randweg.
De gemeente heeft toen toegezegd om dit te gaan doen op hun kosten, maar er gebeurde helemaal niets ondanks het feit dat wij hierover ook met de Burgemeester gesproken hebben etc. en het heeft dus totaal 30 jaar geduurd voordat dit beloofde project door de gemeente is gerealiseerd.
Dit uitgewerkte project is echter veel meer uitgebreid als het oorspronkelijk plan, het loopt n.l. ook rechtstreeks naar Heerhugowaard en hierover is vroeger NOOIT gesproken, dit maakt dus alles veel duurder, maar dat heeft ook te maken met het tijdschema, aangezien de kosten in 1990 of de directe jaren hierna, zoals afgesproken, veel lager zouden zijn geweest.
Het feit dat dit project zoveel kost is eigenlijk de verantwoordelijkheid van de gemeente want zij hebben 30 jaar gewacht voordat dit gebouwd ging worden.”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de aanslag baatbelasting terecht aan belanghebbende is opgelegd. Meer in het bijzonder richt het geschil zich op de vragen of het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, de verordening (on)verbindend is en of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur aan het opleggen van de aanslag in de weg staan.
Belanghebbende stelt in hoger beroep niet meer dat het bekostigingsbesluit niet voldoet (rechtsoverwegingen 45 tot en met 49 van de rechtbankuitspraak).
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.