Gerechtshof Amsterdam, 27-01-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:369, 20/00796
Gerechtshof Amsterdam, 27-01-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:369, 20/00796
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 27 januari 2022
- Datum publicatie
- 16 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2022:369
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2020:10110, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1683
- Zaaknummer
- 20/00796
Inhoudsindicatie
Heffingsgrondslag voor de berekening van de verschuldigde overdrachtsbelasting.
Uitspraak
Kenmerk 20/00796
27 januari 2022
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X B.V.] , gevestigd te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. A.J. de Ruijter (Simmons & Simmons LLP))
tegen de uitspraak van 3 december 2020 in de zaak met kenmerk HAA 18/4832 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op aangifte een bedrag van € 346.620 aan overdrachtsbelasting voldaan en heeft vervolgens tegen de voldoening bezwaar gemaakt.
De inspecteur heeft bij uitspraak van 4 september 2018 het bezwaar van belanghebbende
ongegrond verklaard.
Tegen de uitspraak op bezwaar is beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 3 december 2020 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 30 december 2020 en is aangevuld op 25 januari 2021. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Op 1 december 2021 is een pleitnota van de inspecteur ontvangen. Daarvan is een afschrift aan de wederpartij verstrekt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“Feiten
1. Op 6 november 2017 hebben de gemeente Amsterdam en [A B.V.] , enig aandeelhouder in en de bestuurder van eiseres, een overeenkomst gesloten met betrekking tot de uitgifte in eeuwigdurende erfpacht van een perceel grond met de zich daarop bevindende opstallen aan [adres] te [Z] (hierna: de Erfpachtovereenkomst). De Erfpachtovereenkomst bepaalt, voor zover van belang:
“In aanmerking nemende dat:
[…]
g. Gemeente de canon voor het erfpachtrecht heeft vastgesteld als product van […] een canonpercentage van 2,39 en […] de vaste erfpachtgrondwaarde die geldt bij de bruto vloeroppervlakte(n) van de opstallen en de in het bestemmingsplan opgenomen toegelaten bestemming(en);
h. Erfpachter er mee bekend is dat afkoop van de canon verplicht is als de bestemming(en) en/of het toegestane gebruik van het erfpachtrecht anders zijn dan volledig wonen en/of sociaal-maatschappelijk; Erfpachter kennis heeft genomen van en akkoord is met de aanvullende bepalingen en voorwaarden als genoemd in het biedingsformulier en bijbehorende bijlagen;
[…]
artikel 1. de Erfpachtvoorwaarden
Gemeente en Erfpachter komen hierbij overeen dat Gemeente aan Erfpachter het Perceel in eeuwigdurende erfpacht zal uitgeven, waarbij de uitgifte in erfpacht zal geschieden onder:
a. de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende erfpacht 2016 Amsterdam […] met inachtneming van het […] Uitgiftebeleid eeuwigdurende erfpacht 2016.
b.
[…]
2a het perceel en de zich daarop bevindende opstal zijn bestemd tot: kantoor, bedrijfsruimte, cultuur & ontspanning […] en dienen conform gebruikt te worden.
[…]
gegevens
a. Erfpachtgrondwaarde, éénmalige vergoeding, canon en afkoop
De totale erfpachtgrondwaarde voor het aan Erfpachter hierbij in erfpacht aangeboden perceel bedraagt € 3.500.000,-. Deze erfpachtgrondwaarde is gebaseerd op de in de bijzondere bepalingen genoemde bestemmingen en bruto vloeroppervlakten. Naast de op deze erfpachtgrondwaarde te baseren canon (zie hierna) is Erfpachter aan Gemeente een éénmalige vergoeding van de waarde van de opstallen verschuldigd van € 2.277.000,- voor dat deel van de waarde van het in erfpacht uit te geven perceel dat niet in de genoemde erfpachtgrondwaarde tot uitdrukking komt.
De canon bedraagt € 83.650,- en is gebaseerd op de voornoemde erfpachtgrondwaarde en een canonpercentage van 2,39. Op basis van het grondprijsbeleid van Gemeente is Erfpachter verplicht de canon voor de (eeuwigdurende) looptijd van zijn erfpachtrecht bij vooruitbetaling te voldoen tegen een afkoopsom van € 3.500.000,-.”
2. Op de Erfpachtovereenkomst zijn van toepassing de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende erfpacht 2016 Amsterdam (hierna: Algemene Bepalingen). De Algemene Bepalingen luiden, voor zover van belang:
“artikel 2 - Definities
1. In deze Algemene Bepalingen wordt verstaan onder:
a. afkoopsom:
een eenmalig te betalen bedrag dat in de plaats komt van de nog niet vervallen canon(s);
[…]
e. canon:
het bedrag dat de erfpachter, al dan niet periodiek, aan de gemeente is verschuldigd als vergoeding voor het erfpachtrecht;
[…]
artikel 7 - Canon
1. De canon is verschuldigd vanaf de datum waarop het erfpachtrecht ingaat. Voor de betaling van de canon geldt wat is bepaald in artikel 27.
2 De canon bij uitgifte in eeuwigdurende erfpacht wordt bepaald door de erfpachtgrondwaarde die bij uitgifte is vastgesteld, te vermenigvuldigen met het canonpercentage.
[…]
artikel 8 - Afkoop van de canon
1. De gemeente kan met de erfpachter overeenkomen dat de erfpachter alle nog niet vervallen canon voor de looptijd van het eeuwigdurende erfpachtrecht voldoet door betaling van een afkoopsom.
2 De gemeente stelt de afkoopsom vast op een zodanig niveau als naar haar oordeel nodig is om de gemeente te compenseren voor het niet meer ontvangen van de nog niet vervallen canon.”
3. Het grondprijsbeleid waarnaar in de erfpachtovereenkomst wordt verwezen, betreft ‘Het grondprijsbeleid 2016 voor nieuwe uitgiften in eeuwigdurende erfpacht’ van de gemeente Amsterdam van 24 mei 2016 (hierna: het Grondprijsbeleid). Het Grondprijsbeleid bepaalt, voor zover van belang:
“Begrippen
Afkoop - het door de erfpachter in één keer vooruit betalen van alle toekomstige canonbedragen voor de looptijd van het erfpachtrecht voor in het erfpachtrecht vastgelegde gebruik. De looptijd is bij voortdurende erfpacht gelijk aan de looptijd van het tijdvak (meestal vijftig jaar) en bij eeuwigdurende erfpacht gelijk aan de eeuwigheid.
[…]
3. De bepaling van canon en afkoopsom
De canon is de (jaarlijkse) periodieke vergoeding voor het gebruik van de grond. Bij eeuwigdurende erfpacht wordt deze bij uitgifte berekend door de erfpachtgrondprijs te vermenigvuldigen met het canonpercentage […]. De afkoopsom volgt uit de canon, want deze behelst immers het afkopen van alle toekomstige canonbetalingen.
[…]
Het bepalen van de afkoopsom
De afkoopsom is de netto contante waarde van de canoninkomsten die de gemeente ontvangt bij periodieke betaling. Om deze te bepalen, gebruiken we dezelfde parameters, als die voor het bepalen van het canonpercentage: de disconteringsvoet en de inflatieverwachting. […] Bij nieuwe gronduitgifte is de afkoopsom gelijk aan de erfpachtgrondprijs.
Als er na gronduitgifte wordt gekozen voor afkoop, dan bepaalt de gemeente de afkoopsom door de actuele canon (die jaarlijks is gecorrigeerd voor inflatie) te delen door het actuele canonpercentage. De afkoopsom is minimaal gelijk aan de bij uitgifte of overstap in de erfpachtakte opgenomen erfpachtgrondwaarde.
[…]
Keuze tussen canonbetaling en afkoop
Bij uitgifte van grond met de volgende bestemmingen kan de erfpachter kiezen of hij periodiek canon wil gaan betalen of dat de canonverplichtingen (voor de bestemming en volume volgens het erfpachtcontract) worden afgekocht:
■ wonen inclusief bijbehorende parkeervoorzieningen;
■ sociaal maatschappelijke voorzieningen waarvoor de vaste grondprijs van toepassing is.
Voor alle andere bestemmingen heeft de erfpachter, bij nieuwe gronduitgifte onder de [Algemene Bepalingen], geen keuze maar is eeuwigdurende afkoop verplicht […] Dit is in ieder geval van toepassing voor de volgende bestemmingen:
■ Kantoren
[…]
■ Bedrijfsruimte
[…]
■ Horeca
[…]”
4. Na het sluiten daarvan zijn de partijen bij de Erfpachtovereenkomst nader overeengekomen om het erfpachtrecht aan eiseres uit te geven. Blijkens de op 18 mei 2018 ten overstaan van de notaris verleden ‘Akte van uitgifte in eeuwigdurende erfpacht’ (hierna: de Erfpachtakte) heeft eiseres daarbij alle rechten en verplichtingen uit de erfpachtovereenkomst aanvaard. Bij deze akte heeft de gemeente Amsterdam het eeuwigdurende erfpachtrecht op het perceel aan eiseres uitgegeven. De erfpachtakte bepaalt, voor zover van belang:
“II. Erfpachtgrondwaarde, eenmalige vergoeding, canon en afkoop
[…]
1. De totale erfpachtgrondwaarde voor onderhavig recht van erfpacht met betrekking tot de Onroerende Zaak bedraagt […] (EUR 3.500.000,00);
[…]
3. De erfpachtcanon bedraagt […] (EUR 83.650,00) en is gebaseerd op voormelde erfpachtgrondwaarde en een canonpercentage van […] (2,39%). Op basis van het grondprijsbeleid van de Gemeente is de Erfpachter verplicht voormelde erfpachtcanon voor de (eeuwigdurende) looptijd van onderhavig erfpachtrecht bij vooruitbetaling te voldoen tegen een afkoopsom van […] (EUR 3.500.000,00).
[…]
III. Overige voorwaarden en bepalingen”
[…]
KWIJTING
1. De Erfpachter heeft […] voormelde afkoopsom ad […] (EUR 3.500.000,00) […] voldaan door storting op een kwaliteitsrekening waarover de notaris-redacteur van deze akte beschikt, […], met uitzondering overigens van een bedrag (waarborgsom) ad […] (EUR 577.700,00); laatstgenoemd bedrag is door [A B.V.] , voornoemd, rechtstreeks aan de Gemeente voldaan op elf december tweeduizend zeventien als zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van de Erfpachter onder de Erfpachtovereenkomst en welk bedrag in mindering is gebracht op voormelde voor de onderhavige uitgifte verschuldigde bedragen.
2. De notaris-redacteur zal pas overgaan tot betaling aan of namens de Gemeente indien is onderzocht en vastgesteld dat de Gemeente volledig aan zijn verplichting tot uitgifte in eeuwigdurende erfpacht heeft voldaan overeenkomstig het in deze akte bepaalde en met inachtneming van de ter zake toepasselijke notariële beleidsregels.” ”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is net als bij de rechtbank in geschil op welke wijze de heffingsgrondslag voor de berekening van de verschuldigde overdrachtsbelasting moet worden bepaald.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.