Home

Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:719, 21/00290

Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:719, 21/00290

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
1 maart 2022
Datum publicatie
16 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:719
Zaaknummer
21/00290

Inhoudsindicatie

Douanerecht; utb; indeling van laserapparaten; laserapparaat is niet bestemd voor medische doeleinden.

Uitspraak

kenmerk 21/00290

1 maart 2022

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 18/1906 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

[X] ., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: B. Rietveld

en

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 5 februari 2016 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: de utb) uitgereikt ten bedrage van € 5.748,69 aan douanerechten.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 12 april 2018 het bezwaar afgewezen en de utb gehandhaafd.

1.3.

Op het daartegen ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak van 8 maart 2021 het volgende beslist (in de uitspraak van de rechtbank worden belanghebbende en de inspecteur aangeduid als ‘eiseres’ en ‘verweerder’):

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de utb met een bedrag van € 5.748,69;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.

Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof

ingekomen op 19 april 2021 en aangevuld bij brief van 12 mei 2021. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft op 11 januari 2022 een nader stuk ingediend. Een afschrift van dit stuk is aan de wederpartij verstrekt.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 januari 2022. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:

Feiten

1. Eiseres exploiteert een groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden. Eiseres levert laserapparatuur, diagnostisch apparatuur en instrumenten aan de Nederlandse medische sector. Daarnaast is eiseres distributeur van diverse medische, esthetische en cosmetische hulpmiddelen voor huidtherapeuten en schoonheidsspecialisten. Eiseres verricht ook onderhoud aan en service met betrekking tot de geleverde apparatuur.

2. Eiseres heeft op 3 april 2013, 2 oktober 2013, 17 november 2013, en 12 mei 2014 aangifte gedaan voor het brengen in het vrije verkeer van laserapparaten van het merk [merknaam] , [type] (hierna: de laserapparaten). De laserapparaten zijn aangegeven onder de goederencode 9018 90 84 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna GN).

3. Verweerder heeft bij eiseres op 28 april 2015 een controle na de invoer (hierna: cni) ingesteld naar de juistheid van de in de aangiften vermelde goederencode en het toegepaste tarief. Hiervan is op 1 februari 2016 een rapport opgemaakt. Naar aanleiding van de cni heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de laserapparaten moeten worden ingedeeld onder Taric-code 8543 70 90 99, belat met een tarief van douanerechten van 3,7%, in het verlengede waarvan verweerder de in deze zaak bestreden utb heeft uitgereikt.

4. In 2014 is door eiseres een aantal bezwaarschriften ingediend tegen diverse utb’s, die zijn opgelegd in het kader van aangiften tot plaatsing in het vrije verkeer van laserapparaten van het merk [merknaam] , [type] . Deze laserapparaten, die voor de indeling in de GN vergelijkbaar zijn met de laserapparaten die onderwerp zijn van het onderhavige geschil, waren aangegeven onder Taric-code 8543 70 90 99 (als andere elektrische machines met een eigen functie). Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en gesteld dat de laserapparaten dienen te worden ingedeeld onder goederencode 9018 90 84 00. Bij uitspraak op bezwaar met dagtekening 14 maart 2015 zijn de bezwaarschriften ongegrond verklaard. Hiertegen is geen beroep ingesteld.

5. Met de laserapparaten kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd:

-

ontharing (permanente haarreductie);

-

behandeling van pigmentstoornissen zoals sproeten, ouderdomsvlekken, café-au-lait-vlekken;

-

behandeling van vaatafwijkingen zoals couperose en spataderen.

6. Op de zitting hebben partijen desgevraagd bevestigd dat de laserapparaten voorts de volgende kenmerken hebben:

- de laserapparaten werken op basis van laserlicht of laserdioden, met een diode golflengte van 805 nm;

- de laserapparaten hebben een handstuk dat is voorzien van een zogenoemde spot size van 9 x 9 mm;

- de laserapparaten maken gebruik van twee soorten technologieën namelijk de ‘vacuum assisted technology’, waarbij de huid in het handstuk wordt vacuüm gezogen en de ‘ChillTip’ waarbij de huid wordt gekoeld voorafgaand aan en tijdens de behandeling.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof voegt hier nog de volgende feiten aan toe.

2.3.

Tot de stukken van het geding behoort een rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving uit 2020 met de titel “Regulering van de behandeling van de huid met IPL- en laserapparatuur”. In dit rapport is onder meer het volgende vermeld:

3 Vormen IPL- en laserbehandelingen (…) aanmerkelijke risico’s voor de patiënt?

(…) Tot op heden is niet gebleken dat het bij IPL- en laserbehandelingen daadwerkelijk om risicovolle behandelingen gaat. (…) Regulering via de Wet BIG acht de RVS dan ook op basis van deze gegevens op dit moment niet nodig.

(…)

4 Oplossingsrichtingen

(…)

2 IPL- en laserbehandelingen van de huid aanmerken als heelkundige handelingen

Handelingen met een cosmetisch doel – en daarmee IPL- en laserbehandelingen – vallen onder de werking van de Wet BIG. Met de verduidelijking van het begrip ‘geneeskunst’ in artikel 1 van de wet bestaat hierover geen misverstand meer. IPL- en laserbehandelingen kunnen daarmee reeds nu tot de heelkundige handelingen gerekend worden.

(…)

5 Aanbevelingen

De RVS adviseert de minister om IPL- en laserbehandelingen vooralsnog niet in het kader van de Wet BIG te reguleren. (…) Strikt genomen zouden laser- en IPL-behandelingen juist gedereguleerd moeten worden, omdat het naar de letter van de wet om heelkundige behandelingen gaat.”

2.4.

Op 27 oktober 2020 heeft de Minister voor Medische Zorg een brief aan de Tweede Kamer gezonden (TK 2020-2021, 29282 nr. 414) waarin onder meer het volgende is vermeld:

RVS advies laseren

(…) Het RVS briefadvies «Regulering van behandeling van de huid met IPL- en laserapparatuur» heeft uw Kamer reeds ontvangen (Kamerstuk 29 282, nr. 413). Met deze brief informeer ik u over de opvolging die ik geef aan het RVS-advies.

Naast het RVS advies heb ik volgende overwegingen mee laten wegen bij mijn besluit:

(…)

– ANBOS, de bracheorganisatie voor schoonheidsspecialisten, heeft mij geïnformeerd over nieuwe maatregelen die zij treffen om de kwaliteit en veiligheid te verbeteren. Zo is vanaf 1 oktober jl. een onafhankelijk kwaliteitsregister (het SKIN-register) geopend waarin schoonheidsspecialisten zich kunnen registreren die beschikken over bepaalde basiskwalificaties én hun ontwikkeling blijvend op peil houden door middel van scholing. Ik vind dit een positieve ontwikkeling wat het voor patiënten makkelijker maakt om invulling te geven aan hun eigen verantwoordelijkheid om na te gaan of de door hun uitgekozen behandelaar voldoende gekwalificeerd is. Ik verwacht dat een onafhankelijk kwaliteitsregister voor schoonheidsspecialisten een bijdrage zal leveren aan verdere kwaliteitsverbeteringen in de cosmetische sector. Huidtherapeuten waren al te vinden in een onafhankelijk register. Wanneer zij periodiek voldoen aan de gestelde eisen van werkervaring en deskundigheidsbevordering dan behouden zij hun registratie in het Kwaliteitsregister Paramedici.

– Hiernaast zullen er in 2021 op grond van de Verordening medische hulpmiddelen strengere regels gaan gelden voor bepaalde apparaten zonder medisch doel, waardoor de veiligheid van deze apparaten zal verbeteren en dit naar verwachting gaat bijdragen aan het terugdringen van het aantal complicaties bij cosmetische behandelingen.

(…)

Alles overwegende heb ik dan ook besloten het RVS-advies te volgen en laser- en IPL-behandelingen van de huid vooralsnog niet in de Wet BIG te reguleren. (…)”

2.5.

Tot de gedingstukken behoort een nieuwsbericht van 29 januari 2021 van de website van de Algemene Nederlandse Branche Organisatie Schoonheidsverzorging (ANBOS):

“Definitief ontharen met behulp van IPL en laser blijft binnen het vak van de gediplomeerde schoonheidsspecialist. Dat blijkt uit het advies van minister Van Ark (Medische Zorg & Sport), dat is overgenomen door de Kamer. Een jarenlange discussie rondom het reguleren van IPL- en laserbehandelingen in het kader van de Wet BIG is daarmee afgesloten. Consumenten kunnen voor definitief ontharen met behulp van IPL of laser nu, en in de toekomst, terecht bij de daarvoor opgeleide schoonheidsspecialist.

(…)

Waar is het allemaal mee begonnen?

We gaan terug naar 2013. Toenmalige minister van Volksgezondheid, Schippers, stelt voor om IPL- en laserbehandelingen te reguleren. Dat zou betekenen dat het behandelen van overbeharing met behulp van IPL- en laser niet langer door de schoonheidsspecialist mag worden uitgevoerd, maar alleen via BIG-geregistreerde zorgverleners zoals artsen en huidtherapeuten.

(…)

Het laatste onderzoek door de Raad Volksgezondheid & Samenleving in 2020 concludeert dat, ondanks het grote aantal IPL-en laserbehandelingen dat jaarlijks uitgevoerd wordt, slechts een klein aantal meldingen zijn binnengekomen bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Al deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat minister Van Ark stelt dat het op dit moment niet nodig is om IPL- en laserbehandelingen volgens de Wet BIG te reguleren.”

2.6.

Tot de stukken van het geding behoort een brochure van de fabrikant ( [merknaam] ), waarin onder meer het volgende is vermeld:

“We don’t just build technology, we build confidence.

What we do changes the way people feel about themselves.

We don’t just remove unwanted hair, we remove doubts and worries

and the barrier between people and what they can be.

We create, design and manufacture confidence.”

en

“Satisfying patients, growing business.

More and more people desire permanent hair reduction. Because it appeals to both men and women, different ethnicities and age groups, this offers an excellent opportunity to build your client base. People want a treatment that is effective, fast and comfortable.

To meet these needs [merknaam] , a leader in laser and energy based technologies, developed the [type] . So you can:

-

Offer your patients long-lasting results

-

Benefit from a rapid return on investment

-

Attract more patients

-

Grow your business

[type] is a fantastic, portable laser hair removal system. It works with diode wavelength 805 nm, includes two advanced technologies and three handpieces. With the added benefit of treating pigmented lesions, the system is upgradeable so as your business grows, [type] can adapt and grow with it.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de utb terecht aan belanghebbende is uitgereikt.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in

de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar de naar aanleiding van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Relevante wet- en regelgeving

5 Overwegingen van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing