Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:721, 21/00274
Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:721, 21/00274
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 1 maart 2022
- Datum publicatie
- 16 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2022:721
- Zaaknummer
- 21/00274
Inhoudsindicatie
WOZ-waarde woning; reikwijdte artikel 7:4 Awb en artikel 40 lid 2 Wet WOZ; corrigeren inhoud van de woning in beroep.
Uitspraak
kenmerk 21/00274
1 maart 2022
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , woonachtig te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: G. Gieben)
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 20/1696 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Heemskerk, de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaatsnaam] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 249.000. In hetzelfde geschrift is de aanslag onroerendezaakbelasting 2019 bekendgemaakt.
Met de uitspraak op het bezwaar van 20 december 2019 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. In haar uitspraak van 23 februari 2021 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
Het door belanghebbende tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep heeft het Hof ontvangen op 6 april 2021 en is nader gemotiveerd bij brief van 1 mei 2021. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 december 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
“Feiten
1. Eiser is genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning. De woning, gebouwd in 1986, is een rijwoning met een inhoud van 345 m³ en een perceel van 134 m². Bij de woning hoort een vrijstaande berging, een dakkapel en een overkapping/luifel.”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
In geschil is of de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.