Gerechtshof Amsterdam, 09-01-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:5, 200.321.493/01
Gerechtshof Amsterdam, 09-01-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:5, 200.321.493/01
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 9 januari 2024
- Datum publicatie
- 9 januari 2024
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2024:5
- Zaaknummer
- 200.321.493/01
Inhoudsindicatie
Kranten-depothouders: wel arbeidsovereenkomst, geen opdracht. Hof prikt door ‘constructie’ heen op grond van feitelijke gang van zaken.
Uitspraak
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.321.493/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam: 9722629 EA VERZ 22-137
beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 januari 2024
inzake
MEDIAHUIS DISTRIBUTIE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
principaal appellante,
tevens incidenteel geïntimeerde,
advocaat: mr. E.H. Damen te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [woonplaats] ,
principaal geïntimeerde,
tevens incidenteel appellant,
advocaat: mr. M.T. Eckhart te Haarlem.
Partijen worden hierna Mediahuis en [depothouder] genoemd.
1 De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om de vraag of de depothouders bij Mediahuis werkten op basis van een arbeidsovereenkomst of als zelfstandig opdrachtnemer. Het hof oordeelt langs de gezichtspunten van het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:443) dat de overeenkomsten tussen Mediahuis en de depothouders kwalificeren als arbeidsovereenkomsten. Omdat Mediahuis de arbeidsovereenkomsten met de depothouders zonder de vereiste toestemming heeft opgezegd, hebben zij recht hebben op een aantal vergoedingen (waaronder in ieder geval de transitievergoeding en een billijke vergoeding). Het hof bekrachtigt het vonnis in eerste aanleg, behoudens ten aanzien van de (hoogte van de) toegewezen vergoedingen.
2 Het geding in hoger beroep
Mediahuis is bij beroepschrift, met producties, ontvangen ter griffie van het hof op 16 januari 2023, in hoger beroep gekomen van de beschikking die de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) op 17 oktober 2022 onder bovenvermeld zaaknummer heeft gegeven (hierna: de bestreden beschikking).
Op 12 oktober 2023 is ter griffie van het hof een verweerschrift in hoger beroep, tevens beroepschrift in incidenteel appel, met producties, van [depothouder] , ingekomen.
Mediahuis heeft op 30 oktober 2023 een verweerschrift in incidenteel appel, met producties, ingediend.
Partijen hebben de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 8 november 2023 - aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen - laten toelichten, Mediahuis door mr. Damen voornoemd en mrs. R. Schepers en M. Bouman, beiden advocaat te Amsterdam, en de depothouders door mr. Eckhart voornoemd en door mr. L. Oass, advocaat te Haarlem. Voorafgaand aan de zitting heeft Mediahuis nog een aanvullende productie (productie 34) in het geding gebracht.
De zaak is gelijktijdig - maar niet formeel gevoegd - behandeld met zeventien andere hoger beroepen tegen even zo veel beschikkingen van 17 oktober 2022 van de kantonrechter Amsterdam, waarin Mediahuis steeds appellante is, alsmede met het hoger beroep in de zaak tegen een beschikking van de kantonrechter te Amsterdam van 24 januari 2022 (9434657
EA VERZ 21-566), waarin Mediahuis geïntimeerde is. De achttien zaken die hebben geleid tot de beschikkingen van 17 oktober 2022 zijn in eerste aanleg ook gezamenlijk behandeld en daarin zijn de verzoekers (hierna: de depothouders) in overwegende mate in het gelijk gesteld. In de zaak die heeft geresulteerd in de beschikking van 24 januari 2022, die op onderdelen vergelijkbaar is met deze achttien zaken, is de verzoekster (ook een depothouder) in het ongelijk gesteld.
Alle bij de zitting aanwezige partijen hebben desgevraagd verklaard aan te sluiten bij de in de andere zaken ingenomen standpunten.
Uitspraak is bepaald op heden.
Mediahuis heeft het hof in principaal appel verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en:
- primair: de verzoeken van [depothouder] alsnog integraal af te wijzen;
- subsidiair: voor zover het hof oordeelt dat de rechtsverhouding tussen partijen gekwalificeerd moet worden als een arbeidsovereenkomst, de verzochte transitievergoeding en billijke vergoeding alsmede de verzochte wettelijke rente alsnog af te wijzen omdat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
- meer subsidiair, voor zover het hof van oordeel is dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en het subsidiaire verzoek niet wordt toegewezen:
a) de transitievergoeding vast te stellen op een bedrag van € 680,41 bruto (uitgaande van de startdatum bij Mediahuis), dan wel € 3.174,91 bruto (uitgaande van de startdatum bij DPG Media);
b) de billijke vergoeding van € 2.402,10 bruto, zoals toegewezen in eerste aanleg, in stand te laten;
- zowel primair, subsidiair als meer subsidiair: [depothouder] te veroordelen tot terugbetaling van de reeds betaalde c.q. te veel betaalde vergoedingen, waaronder de transitievergoeding en de billijke vergoeding, te vermeerderen met de betaalde wettelijke rente, alsmede met de proceskosten en nakosten in eerste aanleg, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking in hoger beroep, alsmede [depothouder] te veroordelen in de proceskosten en nakosten in hoger beroep en in eerste aanleg.
[depothouder] heeft in principaal appel geconcludeerd tot bekrachtiging van de bestreden beschikking behoudens ten aanzien van de hoogte van de billijke vergoeding en heeft het hof in incidenteel appel verzocht hem alsnog de in eerste aanleg verzochte billijke vergoeding toe te kennen, vermeerderd met wettelijke rente en met veroordeling van Mediahuis - naar het hof begrijpt - in de proceskosten van het hoger beroep.
Mediahuis heeft geconcludeerd tot verwerping van het incidenteel appel, met veroordeling van [depothouder] in de kosten daarvan.
Partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.
3 Feiten
De kantonrechter heeft in 1.1. tot en met 1.16 van de bestreden beschikking de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Mediahuis komt op tegen de juistheid en volledigheid daarvan. Voor zover van belang, zal het hof daarmee rekening houden. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten, komen de feiten neer op het volgende.
Mediahuis is onderdeel van een concern dat verschillende dagbladen uitgeeft, waaronder de NRC. Een andere grote uitgever van dagbladen is DPG Media, die onder meer Het Parool uitgeeft. Mediahuis en DPG Media maken voor de distributie van verschillende dagbladen gebruik van elkaars kanalen en besteden sommige distributieactiviteiten over en weer aan elkaar uit. Tot 20 april 2020 was DPG Media verantwoordelijk voor de middagdistributie van de NRC en Het Parool.
[depothouder] , geboren op [geboortedatum] en nu dus 44 jaar oud, is vanaf in ieder geval 27 januari 2014 depothouder bij DPG Media geweest.
Een depothouder leidt een depot, van waaruit de kranten worden bezorgd bij de abonnees in een bepaalde stad, dorp of wijk. De depothouder maakt gebruik van assistent-depothouders, bezorgers en eventueel een nabezorger en/of een ritrijder. De depots
(en de depothouders) worden vanuit Mediahuis gemonitord door een rayonmanager. De rayonmanager is het aanspreekpunt voor de depothouders en geeft aanwijzingen van Mediahuis aan hen door.
In 2019 heeft Mediahuis in verband met een aflopende opdracht besloten dat zij de middageditie van de NRC per eind april 2020 weer zelf zou gaan distribueren en dat zij ook de bezorging van de middagkrant Het Parool op zich zou nemen.
Bij brief van 23 september 2019 heeft DPG Media de depothouders over de voorgenomen wijziging geïnformeerd. In de brief staat onder meer:
“Het werk blijft voor u bestaan maar dit betekent wel dat uw opdrachtgever voor de middagbezorging van maandag tot en met vrijdag vanaf genoemde datum TMG Distributie (Mediahuis - hof) zal zijn.”
Op 30 september 2019 heeft hierover een - door Mediahuis en DPG Media georganiseerde - informatiesessie voor depothouders plaatsgevonden.
Bij brief van 30 januari 2020 heeft DPG Media de depothouders bericht dat hun gegevens zullen worden gedeeld met Mediahuis en dat de bezorging van de dagbladen (NRC en Het Parool, hof) per 20 april 2020 door Mediahuis wordt voortgezet.
Bij brief van 24 maart 2020 heeft Florijn Beheer (hierna: Florijn), een afdeling van Mediahuis die zich bezig houdt met administratieve zaken, de depothouders geïnformeerd over de vergoedingen. In de brief staat onder meer:
“Op 20 april gaat de middagbezorging van start via Mediahuis. Daarmee volgt ook dat u voortaan volgens het beloningsmodel van Mediahuis wordt uitbetaald. De hoogte van de totale vergoeding per dag blijft gelijk van maandag t/m vrijdag, de opbouw is iets anders dan u nu gewend bent bij DPG. Het uitgangspunt is dat niemand erop achteruit gaat. Uiteraard kunnen er verschillen ontstaan door fluctuaties in aantallen kranten.”
Bij e-mail van 25 maart 2020 heeft Mediahuis de depothouders onder meer geschreven:
“Wie zijn wij
Mediahuis Distributie B.V. is de distributieorganisatie van Mediahuis Nederland B.V. (…). Mediahuis Nederland is onderdeel van de Mediahuis Groep (…)
Florijn Beheer
De afdeling waar u - naast uw rayonmanager - het meest mee te maken gaat krijgen binnen Mediahuis Distributie, is Florijn Beheer. Deze afdeling bestaat uit Support, Financieel en Marketing.
Florijn Beheer Support
De afdeling Support ondersteunt depothouders bij het verwerken van overeenkomsten en de mutaties van freelancers. (…)
Florijn Beheer Financieel
De afdeling Financieel verzorgt de uitbetaling en eventueel de verloning en facturatie van alle freelance distributiemedewerkers. (…)
Florijn Beheer Marketing
Deze afdeling ondersteunt indien nodig depothouders in online werving en behoud van bezorgers. Zij onderhouden ook de website www.bezorgdekrant.nl (…)
(…)
Afsluiten overeenkomsten
U wordt op een later tijdstip geïnformeerd hoe de procedure wordt omtrent het afsluiten van overeenkomsten met uw freelancers.
Fietstassen en Regenpakken
Als het goed is zijn uw huidige bezorgers reeds in het bezit van een fietstas en een regenpak.
Fietstas
Het kan natuurlijk ook voorkomen dat de fietstas van één van uw bezorgers stukgaat. U kunt dan een vervangende fietstas aanvragen. Dit verloopt via uw rayonmanager. (…)
Output Online
In april ontvangen u en uw bezorgers een mail met daarin het persoonlijke relatienummer. Met dit relatienummer en uw postcode en huisnummer kunt u uw nieuwe account activeren in Output Online.
(…)”
Op 20 april 2020 zijn [depothouder] en Mediahuis een overeenkomst met elkaar aangegaan voor de maandagen tot en met vrijdagen (hierna: de overeenkomst) met als ingangsdatum 20 april 2020. De overeenkomst is vastgelegd op een voorgedrukt formulier dat met de hand verder is ingevuld. Bovenaan de overeenkomst staat ‘Overeenkomst van opdracht ex. artikel 7:400 BW’. Het voorgedrukte vakje ‘ja’ achter de vraag: ‘Wilt u uw bezorgadministratie wat betreft uw freelancers, uitbesteden aan Florijn Beheer?’ is aangevinkt.
Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing. Daarin staat, voor zover hier van belang:
‘3.1 De Overeenkomst wordt schriftelijk aangegaan voor onbepaalde tijd (…)
Partijen beogen nadrukkelijk geen privaatrechtelijke dienstbetrekking met elkaar aan te gaan. (…)
Opdrachtnemer is te allen tijde verantwoordelijk voor de volgende taken:
Het tijdig en juist doen bezorgen van Producten, al dan niet door middel van Hulppersonen.
Het behandelen en het correct afhandelen van bezorgklachten, alsmede het nemen van alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen ter voorkoming van bezorgklachten en te komen tot een acceptabel klachtenpromillage per gebied, waarvoor Mediahuis Distributie richtlijnen zal geven.
Het verzorgen van de bij het depot behorende administratie conform de richtlijnen en het beschikbaar gestelde materiaal van Mediahuis Distributie.
Het aangaan van overeenkomsten met Hulppersonen en zorgdragen voor een adequate beloning conform door Mediahuis Distributie gegeven richtlijnen.
Het zorgdragen voor een goede gang van zaken op het depot in de ruimste zin van het woord.
(…)
Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de naleving van de geldende wettelijke voorschriften, in het bijzonder met betrekking tot de Wav en ATW.
(…)
Het staat Opdrachtnemer vrij de in artikel 4 genoemde taken zelf uit te voeren dan wel zich te laten vervangen, met dien verstande dat alle verplichtingen zoals vermeld in artikel 4 en 5 worden nageleefd. Opdrachtnemer geeft de verplichtingen als genoemd in deze artikelen onverkort door aan vervanger.
Opdrachtnemer blijft gedurende de vervanging volledig verantwoordelijk voor de uitvoering van de Opdracht en naleving van de wettelijke voorschriften waaronder de Wav en ATW.
Opdrachtnemer dient ervoor te zorgen dat Mediahuis Distributie er te allen tijde mee bekend is wie feitelijk de verantwoordelijkheid heeft voor de uitvoering van de Opdracht en zal Mediahuis Distributie tijdig doorgeven wie hem vervangt.
(…)
Opdrachtnemer kan zijn administratie betreffende zijn Hulppersonen uitbesteden aan FlorijnBeheer. In dat geval zal de uitbetaling aan zijn Hulppersonen door FlorijnBeheer plaatsvinden namens Opdrachtnemer.
(…)
De Overeenkomst kan door Opdrachtnemer of door Mediahuis Distributie te allen tijde schriftelijk worden opgezegd, mits met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Gedurende het eerste jaar van deze Overeenkomst bedraagt de opzegtermijn één maand. (…)’
Vanaf 20 april 2020 is [depothouder] voor de middagedities (NRC en Het Parool) als depothouder werkzaam geweest voor Mediahuis. Via DPG Media is hij als depothouder de bezorging van bepaalde ochtendkranten blijven regelen.
In juni 2020 is er discussie ontstaan tussen de depothouders en Mediahuis over de door Mediahuis feitelijk betaalde vergoedingen. In een brief van de depothouders, verenigd in ‘Groep Amsterdam’, op 21 juni 2020 per e-mail aan de rayonmanager verzonden met als onderwerp ‘niet nagekomen afspraken met DE GROEP AMSTERDAM’, staat onder meer:
‘Dit schriftelijk schrijven is geen vorm van onderhandelen, maar slechts een herinnering, dat zowel Mediahuis als DPG Media ons heeft verzekerd, dat onderstaande afspraken zouden worden overgenomen en nagekomen door Mediahuis!’.
Op 7 juli 2020 hebben de depothouders om de in voornoemde brief genoemde redenen een dag gestaakt. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat Mediahuis de depothouders tegemoet is gekomen en de vergoedingen heeft aangepast. Daarbij zijn partijen tevens overeengekomen dat de vergoeding die een depothouder sinds de overgang van DPG Media naar Mediahuis aan Florijn diende te betalen voor de van Florijn afgenomen diensten volledig door Mediahuis zou worden gecompenseerd.
[depothouder] beheerde het depot [X.] bestaande uit 31 wijken (laatstelijk 1.240 abonnees) en maakte voor de uitvoering van de werkzaamheden gebruik van 2 assistent-depothouders, 13 bezorgers en een nabezorger. [depothouder] sloot daartoe overeenkomsten van opdracht met de bewuste hulppersonen.
Zoals aangekruist op de overeenkomst (zie 3.10), maakte [depothouder] gebruik van de diensten van Florijn. Florijn ondersteunde hem onder meer bij het sluiten van overeenkomsten met de hulppersonen en verrichtte feitelijk de uitbetaling van de bezorgers en overige distributiemedewerkers (naar het hof heeft begrepen: vanaf de bankrekening van Mediahuis). De kosten van Florijn werden (zoals hiervoor onder 3.14 opgemerkt) door Mediahuis gecompenseerd en kwamen uiteindelijk niet voor rekening van [depothouder] .
De depothouders werkten bij Mediahuis met het (ook door DPG Media gebruikte) systeem Output Online. Dit door Mediahuis ter beschikking gestelde systeem is bedoeld om de administratie voor de depothouders bij te houden, vertragingen en de reden daarvan door te geven aan Mediahuis en het bevat onder meer alle handleidingen, richtlijnen, formulieren, informatie en mededelingen, overeenkomsten en ontslagbrieven voor de eventuele hulppersonen. Iedere depothouder heeft toegang tot Output Online met eigen inloggegevens.
Mediahuis en DPG hebben in 2021 vanwege stijgende kosten voor de middagbezor-ging en de dalende oplages besloten hun kranten NRC en Het Parool niet langer in de middag te bezorgen maar dat (tegelijkertijd met andere kranten) in de ochtend te doen. De bezorging van de middageditie met de bijbehorende werkzaamheden kwam derhalve te vervallen.
Bij brief van 29 september 2021 heeft Mediahuis de overeenkomst met [depothouder] opgezegd tegen 1 januari 2022.
[depothouder] heeft daartegen bij brief van 26 november 2021 bezwaar gemaakt, zich op het standpunt stellend dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
[depothouder] heeft in het ontslag berust.