Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5046, 12/00489

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5046, 12/00489

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 juli 2013
Datum publicatie
12 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:5046
Formele relaties
Zaaknummer
12/00489

Inhoudsindicatie

Wet WOZ.

Waarde kantoorpand niet te hoog vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 12/00489

uitspraakdatum: 2 juli 2013

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 3 juli 2012, nummer AWB 11/5490, LJN BX0442, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak [A-straat 1] te [Z] voor het kalenderjaar 2011 vastgesteld op € 4.084.000. Voorts is aan belanghebbende een aanslag in de onroerendezaakbelastingen (eigenarenbelasting) opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking. Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar afgewezen.

1.3.

Belanghebbende is tegen voormelde uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Rechtbank is op 14 augustus 2012 ter griffie ingekomen.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 maart 2013 te Arnhem. [De gemachtigde van belanghebbende is verschenen, alsmede de heffingsambtenaar, bijgestaan door B]WOZ-taxateur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

[A-straat 1](hierna: het kantoorpand) is deels gebouwd in 1980 (1.001 m² verhuurbaar vloeroppervlak (: vvo)) en deels in 2009/2010 (1.804 m² vvo).

2.2.

Het kantoorpand wordt verhuurd aan [C], een organisatie die geen ondernemer in de zin van de omzetbelasting is. De huurovereenkomst is gesloten in 2009 met als ingangsdatum 1 november 2009. De overeengekomen huur bedraagt € 130 per m². Over de huurprijs wordt geen omzetbelasting in rekening gebracht.

2.3.

De heffingsambtenaar stelt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Tot steun voor zijn stelling heeft hij een taxatierapport overgelegd, opgemaakt door taxateur [B]. Daarin is de waarde getaxeerd op € 4.211.613, als volgt gespecificeerd:

Dat het bedrag van € 441.132 niet overeenkomt met 19% van € 2.424.937 berust, naar de heffingsambtenaar ter zitting heeft verklaard, op een rekenfout.

2.4.

De taxateur is uitgegaan van de overeengekomen huurprijs van € 130/m². Daarop is een vermindering van 6% toegepast, omdat aannemelijk is dat in de overeengekomen huurprijs een compensatie is begrepen voor de omstandigheid dat de verhuurder de aan hem in rekening gebrachte omzetbelasting die betrekking heeft op de verhuur niet in aftrek kan brengen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de heffingsambtenaar de waarde van het kantoorpand te hoog heeft vastgesteld.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en gegrondverklaring van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar en vermindering van de vastgestelde waarde tot € 3.431.000. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing