Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5125, 12/00019, 12/00020 en 12/00021

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5125, 12/00019, 12/00020 en 12/00021

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 juli 2013
Datum publicatie
19 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:5125
Zaaknummer
12/00019, 12/00020 en 12/00021

Inhoudsindicatie

Wet WOZ.

Proceskostenvergoeding. Taxatierapport van deskundige en beroepsmatige rechtsbijstand. Verschillende onroerende zaken. Geen samenhangende zaken.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 12/00019 t/m 12/00021

uitspraakdatum: 9 juli 2013

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraken van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 13 december 2011, nummers AWB 10/1827, 11/1549 en 11/1550

in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Zeewolde (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen krachtens artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken, plaatselijk bekend [a-straat 1], [a-straat 2] en [a-straat 3](hierna: de onroerende zaken), voor het kalenderjaar 2010, per waardepeildatum 1 januari 2009, vastgesteld op respectievelijk € 250.000, € 303.000 en € 138.000.

1.2

Op bezwaarschriften van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de vastgestelde waarden verlaagd tot respectievelijk € 238.000, € 275.000 en € 125.000.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard voor zover in bezwaar geen vergoeding voor de kosten gemaakt in de bezwaarfase was toegekend.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft verweerschriften ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 mei 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [.] gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [.] taxateur (hierna: de taxateur) en namens de heffingsambtenaar, [.].

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

In hoger beroep is niet langer in geschil dat de bij uitspraken op bezwaar (nader) vastgestelde waarden van de onroerende zaken niet te hoog zijn. In geschil is nog slechts de hoogte van de proceskostenvergoeding waarop belanghebbende recht heeft.

2.2

In bezwaar heeft belanghebbende taxatierapporten overgelegd, opgesteld door de taxateur. Bij de uitspraken op bezwaar is geen vergoeding toegekend in verband met de in bezwaar gemaakte kosten. De Rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende geen recht heeft op vergoeding van de kosten in verband met de taxatie vanwege de verwevenheid tussen de gemachtigde en de taxateur.

2.3

De Rechtbank heeft in totaal een proceskostenveroordeling voor de beroepsfase uitgesproken van € 218,50 (1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting à 437 per punt maal wegingsfactor 0,25). De Rechtbank heeft daarbij geoordeeld dat voor alle beroepen tezamen “naar haar oordeel (…) één maal één punt moet worden toegekend voor het indienen van het beroepschrift en één punt voor het bijwonen van de zitting. Hierbij weegt mee dat de beroepen enkel gegrond worden verklaard met betrekking tot hetgeen is aangevoerd inzake de proceskostenvergoeding in bezwaar.”

2.4

De Rechtbank heeft een vergoeding toegekend in verband met de in bezwaar gemaakte kosten van in totaal € 872. De Rechtbank heeft daarbij het volgende overwogen.

“De rechtbank volgt verweerder niet in het standpunt dat één procespunt dient te worden toegekend voor alle bezwaren, nu het gaat om vier verschillende objecten. Ook inhoud van de bezwaarschriften varieert per object. De rechtbank kent derhalve één procespunt toe voor elk bezwaarschrift.

Voor het bijwonen van de hoorzitting kent de rechtbank wel één procespunt toe, nu er één hoorzitting is gehouden waarop alle vier de objecten aan de orde zijn gekomen.”

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

Ook in hoger beroep is de omvang van de proceskostenvergoeding in geschil. Belanghebbende is van mening dat hij recht heeft op vergoeding van de kosten in verband met de taxatie, hetgeen de heffingsambtenaar bestrijdt. Ook is de hoogte van de wel door de Rechtbank toegekende proceskostenvergoeding in geschil.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank, de heffingsambtenaar tot bevestiging daarvan.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing