Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5262, 13/00024
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5262, 13/00024
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 juli 2013
- Datum publicatie
- 31 juli 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:5262
- Zaaknummer
- 13/00024
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting.
Vereiste aangifte niet gedaan. Omkering bewijslast. Schatting door inspecteur is redelijk
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 13/00024
uitspraakdatum: 16 juli 2013
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te[Z](hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 29 november 2012, nummer AWB 11/5373, in het geding tussen belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst[te P] (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 90.000. Daarbij is voorts € 3.717 aan heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd van € 113.
Deze aanslag en beschikkingen inzake de heffingrente en boete zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, door de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken vernietigd, de aanslag verminderd tot een aanslag, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 70.793 en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd. De boetebeschikking is gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 27 juni 2013 te Arnhem. Daarbij is verschenen en gehoord: [.] de Inspecteur. Belanghebbende is zonder kennisgeving aan het Hof niet ter zitting verschenen. De griffier van het Hof heeft belanghebbende bij aangetekend verzonden brief van 16 mei 2013 uitgenodigd voor het bijwonen van de zitting op 27 juni 2013 om 10.00 uur te Arnhem. De brief is verzonden naar het door belanghebbende opgegeven adres[a-straat 1 te Q]. De brief van 16 mei 2013 is op 21 mei 2013 door de griffier terug ontvangen. Blijkens informatie uit de gemeentelijke basisadministratie is belanghebbende met ingang 1 mei 2013 niet langer ingeschreven op het adres [a-straat 1 te Q]. Zijn nieuwe adres is niet vermeld in de gemeentelijke basisadministratie. Belanghebbende heeft zijn nieuwe adresgegevens niet doorgegeven aan het Hof.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende dreef in het onderhavige jaar (2007) een onderneming onder de naam ‘[A]’. Hij heeft deze onderneming een aantal jaren geëxploiteerd. Tot en met 2009 heeft belanghebbende personeel in dienst gehad.
Blijkens de aangiften omzetbelasting van belanghebbende heeft hij in de jaren 2005 tot en met 2011 de volgende omzetten behaald: € 148.675 (2005); € 121.159 (2006); € 203.017 (2007); € 194.811 (2008): € 83.703 (2009); € 98.117 (2010) en € 59.886 (2011).
In de jaren 2007 tot en met 2009 heeft belanghebbende loon aan zijn werknemer(s) betaald ten bedrage van respectievelijk € 23.196, € 38.916 en € 12.328.
In zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/premie VV) 2006 heeft belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning verantwoord van € 23.094. De belastbare winst uit onderneming bedroeg volgens die aangifte € 29.122.
Belanghebbende bezat in 2007 een eigen woning.
Belanghebbende is door de Inspecteur uitgenodigd tot het doen van de aangifte IB/premie VV 2007. Omdat indiening van die aangifte uitbleef, heeft de Inspecteur belanghebbende een zogenoemde herinneringsbrief gezonden en vervolgens aangemaand tot het doen van de aangifte IB/premie VV 2007. De aangifte is niet door belanghebbende ingediend.
De Inspecteur heeft de onderhavige aanslag IB/premie VV ambtshalve vastgesteld. Daarbij heeft hij – mede op basis van over het jaar 2006 beschikbare gegevens en op basis van door belanghebbende verstrekte omzet- en loongegevens over 2007 – het belastbare inkomen uit werk en woning van belanghebbende geschat op een bedrag van € 90.000. Voorts is heffingsrente in rekening gebracht en een verzuimboete van € 113 opgelegd.
Het bezwaar van belanghebbende is door de Inspecteur ongegrond verklaard.
In beroep bij de Rechtbank heeft de Inspecteur zich nader op het standpunt gesteld dat een redelijke schatting van het belastbare inkomen uit werk en woning van belanghebbende uitkomt op een bedrag van € 70.793. Die schatting is als volgt door de Inspecteur berekend:
Berekening belastbare winst uit onderneming |
€ |
Omzet volgens de aangiften omzetbelasting |
€ 203.017 |
af: kostprijs grondstoffen/uitbesteed werk (in 2006 € 28.824) |
-€ 29.000 |
af: personeelskosten op basis van aangiften loonheffing |
-€ 23.196 |
af: sociale lasten (cf. 2006) |
-€ 884 |
af: afschrijvingen (in 2006 € 27.992) |
-€ 28.000 |
af: overige kosten (in 2006 € 34.000) |
-€ 34.000 |
Winst voor ondernemersaftrek |
€ 87.937 |
af: zelfstandigenaftrek |
-€ 4.379 |
Winst voor MKB-vrijstelling |
€ 83.558 |
af: MKB-vrijstelling (10%) |
-€ 8.356 |
Belastbare winst uit onderneming |
€ 75.202 |
Berekening belastbare inkomsten uit eigen woning |
|
Eigenwoningforfait bij een WOZ-waarde van € 455.000 |
€ 2.503 |
af: hypotheekrente conform 2006 |
-€ 6.912 |
Belastbare inkomen uit eigen woning |
-€ 4.410 |
Vast te stellen verzamelinkomen |
€ 70.793 |
De Rechtbank heeft overeenkomstig het nadere standpunt van de Inspecteur beslist en de aanslag verminderd tot een aanslag, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 70.793. De in rekening gebrachte heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd door de Rechtbank.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de onderhavige aanslag, na vermindering door de Rechtbank, tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend. De boetebeschikking is niet tussen partijen in geschil.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan heeft de Inspecteur ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, die van de Inspecteur en tot vermindering van de aanslag.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.