Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5457, BK 12-00118
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5457, BK 12-00118
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 25 juni 2013
- Datum publicatie
- 25 juli 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:5457
- Zaaknummer
- BK 12-00118
Inhoudsindicatie
In geschil is het antwoord op de vraag of de onroerende zaak op waardepeildatum, zoals deze bij uitspraak op bezwaar is verminderd, te hoog is vastgesteld.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummer: 12/00118
uitspraakdatum: 25 juni 2013
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 27 maart 2012, nummer AWB 10/2465, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Weststellingwerf (hierna: de Heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 6, te [Z] (Friesland) (de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2009 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2010 vastgesteld op € 264.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts de aanslag onroerendezaakbelasting 2010 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 284.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de bij de beschikking vastgestelde waarde verminderd tot € 249.000 en de opgelegde aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 27 maart 2012 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 mei 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A], de Heffingsambtenaar, bijgestaan door [B].
Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, een omstreeks 1972 gebouwde vrijstaande woning met garage (hierna: de onroerende zaak). De woning heeft een inhoud van ongeveer 467 m³ en is gelegen op een perceel van circa 870 m².
De taxateur, [B], heeft namens de Heffingsambtenaar in verband met de onderhavige procedure de onroerende zaak samen met belanghebbende inpandig opgenomen.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de vraag of de onroerende zaak op waardepeildatum, zoals deze bij uitspraak op bezwaar is verminderd, te hoog is vastgesteld.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar, tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 240.000 en tot dienovereenkomstige vermindering van de bestreden aanslag OZB.
De Heffingsambtenaar beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt voorts aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.