Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5465, BK 12-00121

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5465, BK 12-00121

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 juli 2013
Datum publicatie
25 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:5465
Zaaknummer
BK 12-00121

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of - zoals belanghebbende stelt - een schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het vertrouwensbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel, aan het opleggen van de aanslag 2010 in de weg staat.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummer: 12/00121

uitspraakdatum: 23 juli 2013

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z]

(hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak in de zaak met het nummer AWB 11/1249 van de rechtbank Assen van 6 maart 2012 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Borger-Odoorn

(hierna: de Heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de toeristenbelasting opgelegd ten bedrage van € 2.274,60.

1.2

Op het bezwaar van belanghebbende heeft de Heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank Assen (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 6 maart 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 juni 2013 te Leeuwarden. Daarbij is verschenen en gehoord [A] namens de Heffingsambtenaar. Met schriftelijke kennisgeving is van de zijde van belanghebbend niemand verschenen.

2 Feiten

2.1

Belanghebbende is mede-eigenaar van twee recreatiewoningen gelegen op het recreatiepark [B], [a-straat] 8 te [L]. Beide recreatiewoningen beschikken over zes slaapplaatsen. In deze woningen hebben in het jaar 2010 in totaal 2.676 overnachtingen plaatsgevonden.

2.2

De gemeenteraad van de gemeente Borger-Odoorn heeft op 10 december 2009 de Verordening toeristenbelasting gemeente Borger-Odoorn 2010 (hierna: de Verordening toeristenbelasting 2010) vastgesteld. Daarin is bepaald (“Artikel 4 Maatstaf van heffing”) dat de belasting geheven wordt naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar en dat het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten. Het tarief bedraagt in het belastingjaar 2010 per overnachting € 0,85. De aan belanghebbende opgelegde aanslag 2010 bedraagt € 2.274,60 (aantal overnachtingen 2.676 keer € 0,85).

2.3

Tot het jaar 2010 is de hoogte van de aan belanghebbende opgelegde aanslagen toeristenbelasting vastgesteld volgens een forfaitaire berekeningswijze, waarbij geen rekening is gehouden met het werkelijke aantal overnachtingen in het belastingjaar. Voor belanghebbende leidde deze berekeningswijze tot de volgende bedragen aan toeristenbelasting: € 924 (2007), € 990 (2008) en € 1.056 (2009).

3 Geschil en standpunten van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of - zoals belanghebbende stelt - een schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het vertrouwensbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel, aan het opleggen van de aanslag 2010 in de weg staat.

3.2

Belanghebbende beantwoordt voormelde vraag bevestigend, de Heffingsambtenaar ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan heeft de Heffingsambtenaar ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de Heffingsambtenaar en tot vernietiging van de aanslag toeristenbelasting 2010 dan wel tot vermindering van die aanslag.

3.5

De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Overwegingen omtrent het geschil

5 Proceskosten

6 De beslissing