Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5741, BK 11/00318, 11/00319, 11/00321

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5741, BK 11/00318, 11/00319, 11/00321

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
30 juli 2013
Datum publicatie
1 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:5741
Formele relaties
Zaaknummer
BK 11/00318, 11/00319, 11/00321

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil:

1e. of de nadere aanslagen 2006 dienen te worden vernietigd omdat de Heffingsambtenaar al eerder ter zake van dezelfde belastbare feiten aanslagen heeft opgelegd en conversie van de nadere aanslagen in navorderingsaanslagen niet mogelijk is omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor navordering;

2e. bij ontkennende beantwoording van de eerste vraag: of de nadere aanslagen 2006 dienen te worden vernietigd omdat aan de Legesverordening 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 maart 2006 (hierna: de Legesverordening 2006), verbindende kracht moet worden ontzegd;

3e. of de aanslag 2007 dient te worden vernietigd omdat aan de Legesverordening 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 december 2006 (hierna: de Legesverordening 2007), verbindende kracht moet worden ontzegd.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummers 11/00318, 11/00319 en 11/00321

uitspraakdatum: 30 juli 2013

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Groningen (hierna: de Heffingsambtenaar)

en het incidentele hoger beroep van

[X] b.v. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraken van de rechtbank Groningen (hierna: de Rechtbank) van 29 september 2011, nummers AWB 09/1000 en AWB 09/1001, in het geding tussen de Heffingsambtenaar en belanghebbende

alsmede op het hoger beroep van belanghebbende

tegen de uitspraak van de Rechtbank van 29 september 2011, nummer AWB 09/999, in het geding tussen belanghebbende en de Heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De Heffingsambtenaar heeft bij nota’s van 7 december 2006, factuurnummers [0000000] en [0000001], van belanghebbende ter zake van een reguliere bouwvergunning, dossiernummer RBV-[0000002], en een reguliere bouwvergunning, dossiernummer RBV-[0000003], respectievelijk € 707.539 en € 654.339 aan leges gevorderd (hierna: de aanvankelijke aanslagen 2006).

1.2

Bij creditnota’s van 8 mei 2007, factuurnummers [0000004] en [0000005], zijn de aanvankelijke aanslagen 2006 verminderd tot nihil.

1.3

De Heffingsambtenaar heeft bij nota’s van 8 mei 2007, factuurnummers [0000006] en [0000007], van belanghebbende ter zake van een reguliere bouwvergunning, dossiernummer RBV-[0000002], en een reguliere bouwvergunning, dossiernummer RBV-[0000003], respectievelijk € 481.424,50 en 445.224,50 aan leges gevorderd (hierna: de nadere aanslagen 2006).

1.4

De Heffingsambtenaar heeft bij nota van 8 mei 2007, factuurnummer [0000008], ter zake van een reguliere bouwvergunning, dossiernummer RBV-[0000009], € 192.305 aan leges gevorderd (hierna: de aanslag 2007).

1.5

Belanghebbende heeft tegen de nadere aanslagen 2006 en de aanslag 2007 bezwaar gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar van 3 april 2009 heeft de Heffingsambtenaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.6

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft bij uitspraken van 29 september 2011, nrs. AWB 09/1000 en AWB 09/1001, de beroepen inzake de nadere aanslagen 2006 gegrond verklaard en de uitspraken op bezwaar alsmede de nadere aanslagen 2006 vernietigd. Bij uitspraak van 29 september 2011, nr. AWB 09/999, heeft de Rechtbank het beroep inzake de aanslag 2007 ongegrond verklaard.

1.7

De Heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank, nrs. AWB 09/1000 en AWB 09/1001, hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft in zijn verweerschriften incidenteel hoger beroep ingesteld. De Heffingsambtenaar heeft de incidentele hoger beroepen van belanghebbende beantwoord.

1.8

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank, nr. AWB 09/999, hoger beroep ingesteld. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.9

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.10

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 april 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende mr. [A], mr. [B]en mr. [C] en namens de Heffingsambtenaar mr. [D], [E], [F], mr. [G] en drs. [H].

1.11

Partijen hebben ieder een pleitnota overgelegd.

1.12

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1.13

Het Hof heeft belanghebbende ter zitting een exemplaar verstrekt van de op 12 april 2013 door het Hof ontvangen papieren versie van de door de Heffingsambtenaar op 5 april 2013 overgelegde elektronische bestanden “Basiskostentoerekening 2006” en “Aantallen versus inkomsten leges BTW 2010”. Het Hof heeft aan het einde van de mondelinge behandeling het onderzoek ter zitting geschorst, bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat en belanghebbende verzocht om het Hof na bestudering van deze stukken en van het overzicht op bladzijde 9 van de pleitnota van de Heffingsambtenaar mee te delen of zij daarop inhoudelijk wenst te reageren. Belanghebbende heeft het Hof bij faxbericht van 22 april 2013 medegedeeld de stukken voor kennisgeving aan te nemen en het Hof verzocht uitspraak te doen in de onderhavige procedures. Op 24 april 2013 heeft de Heffingsambtenaar het “Aanwijzingsbesluit belastingambtenaren” ingezonden. Partijen hebben desgevraagd schriftelijk toestemming gegeven voor het achterwege blijven van een nadere mondelinge behandeling. Daarop heeft het Hof het onderzoek gesloten.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Op 21 december 2005 heeft belanghebbende een “Reguliere bouwvergunning fase 1” aangevraagd. In de aanvraag is als locatie van het bouwwerk “[a-straat] [L]” vermeld, zijn de bouwwerkzaamheden omschreven als het “geheel (…) oprichten (…) van ca. 188 appartementen” en is als aanneemsom of raming van de kosten (exclusief omzetbelasting) een bedrag van € 26.500.000 genoemd. De Dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken van de gemeente Groningen (hierna: Dienst RO/EZ) heeft aan de aanvraag het dossiernummer [0000002] toegekend. Bij besluit van 3 oktober 2006 hebben Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen (hierna: het College) de gevraagde bouwvergunning fase 1 verleend. Daarbij is aan belanghebbende medegedeeld dat de ter zake verschuldigde leges € 481.425,50 bedragen.

2.2.

Op 19 december 2005 heeft belanghebbende een “Reguliere bouwvergunning fase 1” aangevraagd. In de aanvraag is als locatie van het bouwwerk “[a-straat]/[b-straat] [L1]” vermeld, zijn de bouwwerkzaamheden omschreven als het “geheel (…) oprichten (…) van ca. 164 appartementen” en is als aanneemsom of raming van de kosten (exclusief omzetbelasting) een bedrag van € 24.500.000 genoemd. De Dienst RO/EZ heeft aan de aanvraag het dossiernummer [0000003] toegekend. Bij besluit van 4 oktober 2006 heeft het College de gevraagde bouwvergunning fase 1 verleend. Daarbij is aan belanghebbende medegedeeld dat de leges € 445.224,50 bedragen.

2.3

Bij besluit van 23 april 2007 heeft het College belanghebbende een “Reguliere bouwvergunning 2e fase” verleend. In het besluit is vermeld dat belanghebbende op 15 maart 2007 een aanvraag, nummer RBV-[0000009], heeft ingediend voor het oprichten van 164 appartementen, plaatselijk bekend [a-straat]/[b-straat] en dat de bouwkosten € 24.500.000 bedragen.

2.4

In de uitspraken op de bezwaren tegen de nadere aanslagen 2006 zijn twee tabellen opgenomen. De eerste tabel geeft (onder meer) per legescategorie het gewenste en het in begroting 2006 geraamde kostendekkingspercentage:

Omschrijving Gewenst % Begroting 2006

Bouwleges 100% 100 %

Leges brandweer 100% 100 %

Reisdocumenten 100% 64 %

Inlichtingen/afschriften 100% 36 %

Overige documenten 100% 37 %

Rijbewijzen 100% 96 %

Huwelijken 100% 31 %

Verblijfsdocumenten 100% 61 %

De tweede tabel geeft de lasten en baten per onderdeel van de Legesverordening 1995 op basis van de begroting 2006:

Indeling Begroting 2006

legescategorie Dienst Lasten Baten Saldo %

Leges op basis van APVG Milieudienst € 0 € 0 € 0 100

Drank, horeca e.a. RO/EZ € 290.000 € 178.000 - € 112.000 61

Ontheffingen verkeer RO/EZ € 208.000 € 34.000 - € 174.000 16

Leges burgerzaken DIA € 5.362.000 € 2.109.000 - € 3.253.000 39

Bouwleges RO/EZ € 5.535.950 € 5.535.950 € 0 100

Leges brandbeveiliging HVD € 60.000 € 60.000 € 0 100

Milieuleges Milieudienst € 0 € 0 € 0 100

Totaal € 11.455.960 € 7.916.960 - € 3.539.000

2.5

In de uitspraak op het bezwaar tegen de aanslag 2007 zijn twee tabellen opgenomen. De eerste tabel geeft per legescategorie het gewenste en het in de begroting 2007 geraamde kostendekkingspercentage:

Omschrijving Gewenst % Begroting 2007

Bouwleges 100% 100 %

Leges brandweer 100% 100 %

Reisdocumenten 100% 84 %

Inlichtingen/afschriften 100% 54 %

Overige documenten 100% 45 %

Rijbewijzen 100% 139 %

Huwelijken 100% 66 %

Verblijfsdocumenten 100% 83 %

De tweede tabel geeft per onderdeel van de Legesverordening de lasten en baten op basis van de begroting 2007:

Indeling Begroting 2007

legescategorie Dienst Lasten Baten Saldo %

Leges op basis van APVG Milieudienst € 0 € 0 € 0 100

Drank, horeca e.a. RO/EZ € 353.000 € 173.000 - € 170.000 52

Ontheffingen verkeer RO/EZ € 226.000 € 35.000 - € 191.000 15

Leges burgerzaken DIA € 5.440.000 € 2.201.000 - € 3.239.000 40

Bouwleges RO/EZ € 5.283.000 € 5.289.000 € 6.000 100

Leges brandbeveiliging HVD € 60.000 € 60.000 € 0 100

Milieuleges Milieudienst € 0 € 0 € 0 100

Totaal € 11.362.000 € 7.758.000 - € 3.594.000

2.6

In de procedure voor de Rechtbank heeft de Heffingsambtenaar een rapport, gedagtekend 4 april 2011 en getiteld "Gemeente Groningen, Rapport van bevindingen inzake de kostendekkendheid van de legesverordening 2006 tot en met 2009" (hierna: het rapport) overgelegd, alsmede een oplegnotitie bij het rapport, gedagtekend 19 april 2011 en getiteld "Gemeente Groningen, Uitkomsten controle en overige informatie onderzoek kostendekkendheid legesverordening" (hierna: de oplegnotitie). Het rapport en de oplegnotitie zijn in opdracht van het College opgesteld door drs. [H] RA, werkzaam bij [I1] [I] b.v (hierna: [I1]).

2.7

In de brief van 4 april 2011, waarbij drs. [H] RA het rapport aan het College aanbiedt, staat, voor zover hier van belang:

"In het kader van de door u verstrekte opdracht is onderzoek verricht naar de kostendekkendheid van de legesverordening van de gemeente Groningen over de jaren 2006 tot en met 2009. Deze rapportage bevat de beschrijving van onze werkzaamheden en de feitelijke bevindingen die wij daarbij hebben opgedaan."

2.8

De samenvatting van het rapport luidt, voor zover hier van belang:

"Samenvatting

In deze rapportage doen wij verslag van ons onderzoek naar de kostendekkendheid van de legesverordening van de gemeente Groningen over de jaren 2006 tot en met 2009. Daarbij is onderzocht op welke wijze de geraamde baten en lasten tot stand zijn gekomen, wat de kostendekkendheid op begrotingsbasis is, wat de kostendekkendheid op realisatiebasis is, wat mogelijke oorzaken voor verschillen

zijn, wat de methode van kostentoedeling is en wat de onderbouwing bij de begrote bedragen is.

Daarbij is de legesverordening getoetst aan de handreiking kostentoerekening leges en tarieven van het ministerie van Buitenlandse Zaken [bedoeld is: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden, Hof] (2010, 2008 en 2007) en het handboek financieel beheer van de gemeente Groningen.

Wij hebben bij ons onderzoek geconstateerd dat de gevolgde methode van kostentoerekening van de gemeente Groningen in de periode 2006 tot en met 2009 conform de handreiking kostentoerekening en het handboek financieel beheer is geweest. Dit met uitzondering van enkele in dit rapport benoemde onderdelen, waarbij wij echter hebben geconstateerd dat ook na correctie de kostendekkendheid van de legesverordening op begrotingsbasis onder de 100% blijft.

Op basis van onze werkzaamheden blijkt (uit de opstelling van de begrote baten en lasten over de jaren 2006 tot en met 2009) dat de kostendekkendheid van de legesverordening over deze jaren onder de 100% blijft en daarmee niet meer dan maximaal kostendekkend is.

De legesopbrengsten die worden geheven op basis van de Legesverordening van de gemeente Groningen zijn in de afgelopen jaren begroot op circa € 9 miljoen tot ruim € 11,5 miljoen.

In onderstaand overzicht zijn de totale baten en lasten weergegeven en de kostendekkendheid van de gehele legesverordening op begrotingsbasis over de afgelopen vier jaren:

Begroot

Jaar Baten Lasten Kostendekkendheid

(in duizenden euro’s)

2006 8.899 10.289 86%

2007 8.855 9.567 93%

2008 10.626 11.633 91%

2009 11.619 12.278 95%

Wij hebben een drietal bevindingen bij de begrote baten en lasten en hebben daarbij tevens het effect van deze bevindingen op de kostendekkendheid van de legesverordening weergegeven.

Ten eerste blijkt uit paragraaf 5.6.4. van dit rapport dat bij de HVD [Hulpverleningsdienst, Hof] sprake is van kosten die worden toegerekend aan de leges die niet mogen worden toegerekend (kosten voor beleidsvoorbereiding).

Het effect van een correctie van deze kosten (circa € 11.000 per jaar) op de kostendekkendheid van de legesverordening als geheel is nihil, (…)

Daarnaast heeft de Milieudienst een inschatting van de kosten gemaakt, de kosten zijn niet rechtstreeks te herleiden uit de begroting of de administratie.

Tot slot kan bij de APV [Algemene Politie Verordening, Hof] verkeer (RO/EZ) niet met zekerheid worden gesteld dat de toegerekende kosten geen kosten bevatten die niet mogen worden toegerekend.

Mogelijk totaal financieel effect

In het geval alle kosten van de MD [Milieudienst, Hof] (circa € 45.000 per jaar) en een deel van de kosten van de HVD (ad circa € 11.000 per jaar) en alle kosten betreffende de APV verkeer (RO/EZ) buiten beschouwing worden gelaten, heeft dat het volgende effect op de begrote kostendekkendheid:

Begroot (na correctie HVD + MD + APV verkeer)

Jaar

Baten

(in duizenden euro's)

Lasten

(in duizenden euro's)

Kostendekkendheid

2006

8.899

10.034

89%

2007

8.855

9.289

95%

2008

10.626

11.335

94%

2009

11.619

11.982

97%

2.9

De opdracht aan [I1] is in de oplegnotitie als volgt - voor zover hier van belang - verwoord:

"1  Inleiding en opdracht

(…) Naar aanleiding van tussentijds rapportages, en gedurende de periode van totstandkoming van het rapport van bevindingen, heeft de gemeente een verschillenanalyse uitgevoerd op de informatie omtrent de begrote baten en lasten zoals die uiteindelijk in het rapport [I1] is opgenomen en de cijfermatige informatie in de uitspraken op bezwaar. Daarbij is een aantal veerschillen geconstateerd. Om discussie over verschillen in deze cijfers zo veel mogelijk te voorkomen, heeft de gemeente gevraagd deze verschillen te analyseren.

We hebben een aantal specifieke werkzaamheden verricht inzake de geconstateerde verschillen tussen de baten en lasten in het rapport d.d. 4 april 2011 en de eerder verstrekte informatie van de gemeente aan de wederpartijen in deze bezwaar- en beroepszaken. De verschillen zijn onderzocht en wij geven in deze notitie een toelichting op de geconstateerde verschillen.".

2.10

De samenvatting van de oplegnotitie luidt:

"4  Samengevat

Op basis van de uitgevoerde werkzaamheden hebben wij vastgesteld dat de geconstateerde verschillen tussen cijfermatige informatie in de uitspraken op bezwaar van de gemeente en ons rapport te verklaren zijn.

In een aantal gevallen is de informatie in de uitspraken op bezwaar door de gemeente abusievelijk onjuist weergegeven. Op een aantal onderdelen is hierdoor de kostendekkendheid te laag weergegeven in de uitspraken op bezwaar.

Wij constateren dat de nadere analyse van de verschillen niet leidt tot een andere conclusie omtrent de kostendekkendheid van de legesverordening, zoals weergegeven in ons rapport d.d. 4 april 2011.".

2.11

Onderdeel 1.1.5 van het rapport luidt:

"Het onderzoeksdossier met daarin de verzamelde detailgegevens en bijbehorende analyses en argumentatie is afgestemd met de betreffende diensten en concernfinanciën.

De bevindingen naar aanleiding van dit onderzoek zijn vastgelegd in deze rapportage. Deze rapportage is afgestemd en besproken met:- de coördinator een aanspreekpunt per dienst (in een gezamenlijke bijeenkomst);- de concerncontroller.".

2.12

Bij brief van 4 april 2013 heeft de Heffingsambtenaar een aantal spreadsheets aan het Hof gezonden. In de aanbiedingsbrief merkt hij onder meer het volgende op:

“Zoals u niet zal zijn ontgaan wordt door de gemachtigde van [X1] ook in een andere zaak bij de rechtbank Leeuwarden geprocedeerd. In die andere zaak is een aantal stukken uitgewisseld waarnaar [X1] thans ook verwijst. Teneinde te voorkomen dat uw Hof op een andere informatiegrondslag moet oordelen dan partijen, zend ik u hierbij een afschrift van een aantal spreadsheets dat in een andere procedure is besproken en toegelicht. Het gaat hier enerzijds om gegevens ter nadere onderbouwing van het vijfjaarsgemiddelde, en anderzijds om een spreadsheet dat aan de berekening van het integraal uurtarief ten grondslag ligt. Vanwege de omvang van de desbetreffende documenten stuur ik u deze ook elektronisch (per post)”

2.13

Op verzoek van het Hof heeft de Heffingsambtenaar ook een papieren versie van de door de Heffingsambtenaar aan het Hof toegezonden elektronische bestanden overgelegd. De bestanden omvatten de documenten ‘Basiskostentoerekening 2006’ en ‘Aantallen versus inkomsten leges BTW 2010’.

2.14

In het document ‘Aantallen versus inkomstenleges BTW 2010’ is een overzicht van de bestemming van het resultaat van de bouwleges opgenomen voor de jaren 1999 tot en met 2009 (hierna: het overzicht). In het overzicht zijn voor elk van deze jaren de begrote baten (bouwleges), de gerealiseerde baten (bouwleges), het saldo van begrote en gerealiseerde baten (‘meeropbrengst’), de begrote lasten (verband houdend met de bouwleges), de gerealiseerde lasten (verband houdend met de bouwleges), het saldo van begrote en gerealiseerde lasten, het saldo van de gerealiseerde baten en de gerealiseerde lasten en de bestemming van dit saldo, indien positief, dan wel de dekking van dit saldo, indien negatief, opgenomen.In het overzicht is met betrekking tot de jaren 2006 en 2007 het volgende vermeld (bedragen x € 1.000):

2006 2007

Begroting baten 5.523 6.749

Realisatie baten 10.224 10.576

Resultaat baten leges 4.721 3.827

Begroting lasten 5.536 6.856

Realisatie lasten 6.439 7.373

Resultaat lasten - 903 - 517

Bouwleges resultaat 3.818 3.310

Resultaat overige opbrengsten bouwleges 20 - 15

Rente resultaat reserve bouwleges 10 4

Resultaat bouwleges voor resultaatsbestemming 3.848 3.299

Resultaatsbestemming

Algemene Egalisatiereserve Concern 3.137 2.804

Kunst op straat, voeding reserve 102

Planschade [c-straat] 15

Planschade 2007 84

Herziening oude bestemmingsplannen 137

Groningen Archeologiefonds 2007, voeding reserve 91

Groningen Archeologiefonds 2006, voeding reserve 91

Groningen Archeologiefonds 2005, voeding reserve 91

Actualiseren bestemmingsplannen 2007 320

Planschade Gemeentelijke Ombudsman Groningen 3

Planschade [d-straat] 13

Controle kamerverhuur brandpreventie 110

Architectuur Tekenen voor de Stad 2007 150

Totaal 3.848 3.299

Volgens het overzicht is het ‘resultaat bouwleges voor resultaatsbestemming’ in de vijf aan 2006 voorafgaande jaren en de twee op 2007 volgende jaren (bedragen x € 1.000):

2.488

– 1.009

138

– 108

359

2.789

– 1999

Naar blijkt uit het overzicht is voor het jaar 2010 een negatief ‘resultaat bouwleges voor resultaatsbestemming’ geprognosticeerd (de prognoses variëren van € 1.360.000 tot € 1.769.000) en is het negatieve ‘resultaat bouwleges voor resultaatsbestemming’ voor het jaar 2009 voor een gedeelte, groot € 1.595.000 ten laste van de Algemene Egalisatiereserve Concern gebracht.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In hoger beroep is in geschil:

1e. of de nadere aanslagen 2006 dienen te worden vernietigd omdat de Heffingsambtenaar al eerder ter zake van dezelfde belastbare feiten aanslagen heeft opgelegd en conversie van de nadere aanslagen in navorderingsaanslagen niet mogelijk is omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor navordering;

2e. bij ontkennende beantwoording van de eerste vraag: of de nadere aanslagen 2006 dienen te worden vernietigd omdat aan de Legesverordening 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 maart 2006 (hierna: de Legesverordening 2006), verbindende kracht moet worden ontzegd;

3e. of de aanslag 2007 dient te worden vernietigd omdat aan de Legesverordening 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 december 2006 (hierna: de Legesverordening 2007), verbindende kracht moet worden ontzegd

4e. of aan belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn bij de behandeling van haar bezwaren en beroepen een schadevergoeding moet worden toegekend.

3.2

Belanghebbende beantwoordt de in geschil zijnde vragen bevestigend, de Heffingsambtenaar beantwoordt deze vragen ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.4

De Heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank nrs. AWB 09/1000 en AWB 09/1001, tot bevestiging van de uitspraken van de Heffingsambtenaar op de bezwaren tegen de nadere aanslagen 2006, tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank nr. AWB 09/999 en tot afwijzing van de schadevergoedingsverzoeken van belanghebbende.

3.5

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank van de uitspraken van de Rechtbank, nrs. AWB 09/1000 en AWB 09/1001, tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank nr. 09/999, tot vernietiging van de uitspraak van de Heffingsambtenaar op het bezwaar tegen de aanslag 2007 en tot vernietiging van de aanslag 2007. In incidenteel hoger beroep tegen de uitspraken van de Rechtbank nrs. AWB 09/1000 en AWB 09/1001, concludeert belanghebbende eveneens tot vernietiging van de uitspraken van de Heffingsambtenaar op de bezwaren tegen de nadere aanslagen 2006 en tot vernietiging van de aanslagen 2006. Voorts concludeert belanghebbende tot toewijzing van haar schadevergoedingsverzoeken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Schadevergoeding

6 Proceskosten en griffierechten

7 Beslissing