Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5849, 21-004509-11
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-07-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:5849, 21-004509-11
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 juli 2013
- Datum publicatie
- 13 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:5849
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBARN:2011:BU3688
- Zaaknummer
- 21-004509-11
Inhoudsindicatie
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de inzet van stealth-sms zonder wettelijke basis heeft plaatsgevonden.Het hof is van oordeel dat de inzet van stealth-sms niet valt onder toepassing van artikel 126g, 126m of 126n van het Wetboek van Strafvordering (respectievelijk stelselmatige observatie, opnemen van communicatie en verstrekking van gegevens van communicatiedienst) en dus ook niet aan de voorwaarden van deze artikelen behoeft te voldoen, zoals het Gerechtshof Den Bosch (LJN BX1357) reeds eerder heeft overwogen. Het hof sluit zich aan bij de motivering zoals die door het Gerechtshof Den Bosch is gebezigd. Evenmin kan de inzet worden opgevat als de inzet van een technisch hulpmiddel in de zin van het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering. Er is immers geen sprake van een technisch hulpmiddel als bedoeld in de voorschriften, genoemd in artikel 126ee aanhef en onder a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof verwerpt het verweer.
Het hof is van oordeel dat, in combinatie met de reeds toegepaste bijzondere opsporingsbevoegdheden, door het versturen van twee stealth-smsen geen of slechts in zeer geringe mate een extra inbreuk op de privacy wordt gemaakt. Het gebruik van de zogenaamde stealth-smsberichten in de onderhavige zaak is daarmee gerechtvaardigd op grond van art, 2 Pw en de artt. 141 en 142 Sv alsmede artt. 126g, 126m en 126n Sv.
Het verweer van de raadsman met betrekking tot bewijsuitsluiting wordt daarom verworpen.
Uitspraak
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004509-11
Uitspraak d.d.: 9 juli 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van
8 november 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats (Nigeria), 1968],
wonende te [woonplaats].
Het hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Ter terechtzitting heeft de advocaat-generaal aangegeven dat het hoger beroep zich richt tegen de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de beslissing over het inzetten van stealth-sms en dat hij zich ten aanzien van de bewezenverklaring en opgelegde straf kan verenigen met het oordeel van de rechtbank.