Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6085, 12/00371

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6085, 12/00371

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
13 augustus 2013
Datum publicatie
23 augustus 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:6085
Zaaknummer
12/00371

Inhoudsindicatie

Motorrijtuigenbelasting.

Gebruik handelsvoorraadauto zonder handelaarskenteken. Bewijs. Gefotografeerde auto. Onduidelijke foto.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 12/00371

uitspraakdatum: 13 augustus 2013

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 8 november 2012, nummer AWB 12/2105, in het geding tussen de Inspecteur en

Autohandel en demontagebedrijf [X] bv te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd, berekend over het tijdvak 9 augustus 2010 tot en met 8 augustus 2011 van € 412. Daarbij is een verzuimboete opgelegd van € 412.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 8 november 2012 gegrond verklaard en de naheffingsaanslag alsmede de boetebeschikking vernietigd.

1.4

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] namens belanghebbende, alsmede [B] namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende drijft een autohandel- en autodemontagebedrijf. Naast de aan- en verkoop van demontageauto’s houdt de onderneming zich bezig met de demontage van auto’s en de handel in onderdelen van schadeauto’s. Belanghebbende is gevestigd in [Z]. Tot de bedrijfsvoorraad van belanghebbende behoort een Volvo, bouwjaar 1997 (hierna: de Volvo). Op 26 april 2007 is de Volvo ingeschreven in het kentekenregister met het kenteken [AA-BB-00].

2.2

Belanghebbende heeft de Volvo eind 2010 gekocht van Univé Schade voor € 1.780.

2.3

Op het terrein van belanghebbende bevinden zich enkele honderden motorrijtuigen die deels voor de verkoop en deels voor de sloop zijn bestemd. Belanghebbende heeft de Volvo, nadat zij er niet in is geslaagd deze te verkopen, in 2013 gesloopt.

2.4

Op maandag 8 augustus 2011 is om 16:57 uur op de A4 bij Den Ruygen Hoek een motorrijtuig gefotografeerd van het merk “Volvo” met het kenteken [AA-BB-00].

2.5

De afstand tussen de vestigingsplaats van belanghebbende en de plaats waar het motorrijtuig is gefotografeerd, bedraagt ongeveer 140 kilometer.

2.6

In de brief van 21 februari 2012 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een vooraankondiging gestuurd, waarin hij het voornemen tot het opleggen van een naheffingsaanslag met verzuimboete ter zake van de onder 2.4 genoemde constatering heeft medegedeeld.

2.7

Op 27 februari 2012 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag met verzuimboete opgelegd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur terecht de naheffingsaanslag en de verzuimboete heeft opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of het op 8 augustus 2011 gefotografeerde motorrijtuig de Volvo van belanghebbende betreft.

3.2

De Inspecteur beantwoordt deze vraag bevestigend en belanghebbende beantwoordt deze ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.4

De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot ongegrondverklaring van het beroep.

3.5

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing