Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6289, BK 13/00034, 13/00035, 13/00036
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-08-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6289, BK 13/00034, 13/00035, 13/00036
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 27 augustus 2013
- Datum publicatie
- 30 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:6289
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:437
- Zaaknummer
- BK 13/00034, 13/00035, 13/00036
Inhoudsindicatie
In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2006, 2007 en 2009 op het juiste bedrag heeft vastgesteld. Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of de Inspecteur terecht de aftrek van giften aan de Stichting heeft geweigerd en de vraag of de Inspecteur de drempels voor giften en buitengewone uitgaven juist heeft berekend.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
nummers 13/00034, 13/00035 en 13/00036
uitspraakdatum: 27 augustus 2013
Uitspraak van de vijftiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 13 november 2012, nummers AWB 11/1097, AWB 11/1098 en AWB 11/2949, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Heerenveen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.460, alsmede bij beschikking een bedrag aan heffingsrente van € 304.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.886 en het in rekening gebrachte bedrag aan heffingsrente verminderd tot € 268.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.228, alsmede bij beschikking een bedrag aan heffingsrente van € 343.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.526 en het in rekening gebrachte bedrag aan heffingsrente verminderd tot € 310.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.879, alsmede bij beschikking een bedrag aan heffingsrente van € 51.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.770 en het in rekening gebrachte bedrag aan heffingsrente verminderd tot € 50.
Belanghebbende is tegen de hiervoor – onder 1.2, 1.4 en 1.6 – bedoelde uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 13 november 2012 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A], als gemachtigde van belanghebbende, alsmede namens de Inspecteur mr. [B]. De onderhavige procedures zijn ter zitting gelijktijdig behandeld met de procedures van belanghebbendes echtgenoot met nummers 13/00030, 13/00031, 13/00032 en 13/00033.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is geboren op 24 oktober 1947 en gehuwd met [A].
Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV 2006, ontvangen door de Inspecteur op 14 maart 2007, onder meer een bedrag van € 2.644 als persoonsgebonden aftrek ter zake van aftrekbare giften in aanmerking genomen. Dit is het bedrag van de aftrekbare giften dat belanghebbende aan zichzelf heeft toegerekend. In voormelde aangifte heeft belanghebbende onder "Giften" het volgende vermeld:
"saldo aftrekbare giften aangever € 2.644
totaalbedrag overige giften € 3.945
drempel overige giften € 264
max. aftrek overige giften (ov. giftendrempel) € 2.644
saldo aftrekbare giften € 2.644".
Het hiervoor vermelde bedrag aan overige giften betreft voor een bedrag van € 2.500 giften aan de Stichting [C] (de Stichting).
Belanghebbende heeft in haar onder 2.2 vermelde aangifte buitengewone uitgaven aangegeven van € 7.713. Na aftrek van een drempel van € 3.040 heeft belanghebbende in haar aangifte een bedrag van € 4.673 als persoonsgebonden aftrek ter zake van buitengewone uitgaven in aanmerking genomen.
Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV 2007, ontvangen door de Inspecteur op 27 februari 2008, onder meer een bedrag van € 6.316 als persoonsgebonden aftrek ter zake van aftrekbare giften in aanmerking genomen. Dit is het bedrag van de aftrekbare giften dat belanghebbende aan zichzelf heeft toegerekend. In voormelde aangifte heeft belanghebbende onder "Giften" het volgende vermeld:
"saldo aftrekbare giften aangever € 6.316
totaalbedrag overige giften € 1.664
drempel overige giften € 348
max. aftrek overige giften (ov. giftendrempel) € 1.316
giften in de vorm van termijnen v.lijfr. € 5.000
saldo aftrekbare giften € 6.316".
Het hiervoor vermelde bedrag van € 5.000 betreft giften aan de Stichting.
Belanghebbende heeft in haar onder 2.4 vermelde aangifte buitengewone uitgaven aangegeven van € 6.433. Na aftrek van een drempel van € 4.006 heeft belanghebbende in haar aangifte een bedrag van € 2.427 als persoonsgebonden aftrek ter zake van buitengewone uitgaven in aanmerking genomen.
Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV 2009 onder meer een bedrag van € 4.510 als persoonsgebonden aftrek ter zake van aftrekbare giften in aanmerking genomen. Dit is het bedrag van de aftrekbare giften dat belanghebbende aan zichzelf heeft toegerekend. In voormelde aangifte heeft belanghebbende onder "Giften" het volgende vermeld:
"saldo aftrekbare giften aangever € 4.510 (…)
gewone giften totaal € 745
drempel gewone giften € 285
aftrekbare gewone giften € 460 (…)
periodieke giften totaal € 4.050
totaal aftrekbare giften € 4.510".
Het hiervoor vermelde bedrag van € 4.050 betreft giften aan de Stichting.
Belanghebbende heeft in haar onder 2.6 vermelde aangifte buitengewone uitgaven aangegeven van € 4.596. Na aftrek van een drempel van € 471 heeft belanghebbende in haar aangifte een bedrag van € 4.125 als persoonsgebonden aftrek ter zake van buitengewone uitgaven in aanmerking genomen.
Op 4 augustus 2008 is de Inspecteur bij belanghebbendes echtgenoot een boekenonderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV 2005 en 2006. Ook de aangiften IB/PVV van belanghebbende zijn in het onderzoek betrokken. Tevens zijn de aangiften IB/PVV 2007 tot en met 2009 in het onderzoek betrokken. De uitkomsten van het boekenonderzoek heeft de Inspecteur vastgelegd in een rapport van 14 december 2010.
De Stichting, zoals vermeld onder 2.2 de Stichting [C], is kort na de geboorte van [C1], de kleinzoon van belanghebbende, in het leven geroepen. [C1] heeft aangeboren hartafwijkingen.
De Stichting heeft geen verzoek gedaan om te worden aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) en is derhalve niet bij beschikking aangemerkt als ANBI.
De aanslag IB/PVV 2006 is, overeenkomstig de aangifte, met dagtekening 11 december 2009 vastgesteld op een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.594.
De Inspecteur heeft overeenkomstig de bevindingen in het controlerapport van 14 december 2010 met dagtekening 15 januari 2011 de onderhavige navorderingsaanslag IB/PVV 2006 opgelegd:
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning € 10.594
Bij: - minder aftrekbare giften € 2.263
- minder aftrek ziektekosten € 2.603
Nader vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning € 15.460
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 11 mei 2011 het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2006 verminderd tot € 14.886. De heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd. De Inspecteur heeft de aftrek ter zake van de onder 2.2 vermelde giften aan de Stichting van € 2.500 geweigerd. De Inspecteur is bij uitspraak op bezwaar uitgegaan van een bedrag aan aftrekbare giften - toegerekend aan belanghebbende - van € 955. Bij brief van 21 april 2011 heeft de Inspecteur aan belanghebbende in de motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift over de vermindering - onder meer - het volgende geschreven:
"De overige giften zijn 1.445 euro. De drempel is 1% van het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van u en uw partner voor de toepassing van de persoonsgebonden aftrek en die drempel is nu 490 euro. De aftrek giften is daarom nu 955 euro in plaats van 381 euro zoals is vastgesteld in de navorderingsaanslag. De ziektekosten en overige buitengewone uitgaven zijn gecorrigeerd omdat door het hogere verzamelinkomen van uw partner de drempel voor de aftrek moet worden aangepast. De drempel is juist berekend.".
De drempel van € 490 voor de giften is als volgt berekend: 1% van € 49.071 (€ 17.911 plus € 31.160), zijnde het door de Inspecteur vastgestelde gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens (vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek) van belanghebbende en haar echtgenoot. De drempel voor buitengewone uitgaven is door de Inspecteur vastgesteld op € 5.643 (11,5% van € 49.071).
De aanslag IB/PVV 2007 is, overeenkomstig de aangifte, met dagtekening 18 juni 2010 vastgesteld op een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.863.
De Inspecteur heeft overeenkomstig de bevindingen voormeld controlerapport met dagtekening 15 januari 2011 de onderhavige navorderingsaanslag IB/PVV 2007 opgelegd:
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning € 8.863
Bij: - minder aftrekbare giften € 5.133
- minder aftrek ziektekosten € 2.232
Nader vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning € 16.228
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 11 mei 2011 het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2007 verminderd tot € 15.526. De heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd. De Inspecteur heeft de aftrek ter zake van de onder 1.4 vermelde giften aan de Stichting van € 5.000 geweigerd. De Inspecteur is bij uitspraak op bezwaar uitgegaan van een bedrag aan aftrekbare giften - toegerekend aan belanghebbende - van € 1.183. Bij brief van 21 april 2011 heeft de Inspecteur aan belanghebbende in de motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift over de vermindering - onder meer - het volgende geschreven:
"De overige giften zijn 1.664 euro. De drempel is 1% van het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van u en uw partner voor de toepassing van de persoonsgebonden aftrek en die drempel is nu 481 euro. De aftrek giften is daarom nu 1.183 euro in plaats van 6.316 euro zoals is aangegeven in de aangifte. De drempel voor de ziektekosten is 11.5% van het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van u en uw partner voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek en is bij het vaststellen van de navorderingsaanslag niet juist toegepast. Het bedrag van de drempel moet volgens mijn berekening 5.536 euro zijn. Het aftrekbaar bedrag buitengewone uitgaven wordt dan 897 euro.".
Het door de Inspecteur vastgestelde gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens (vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek) van belanghebbende en haar echtgenoot bedraagt € 48.144 (€ 17.606 plus € 30.538).
De Inspecteur is, overeenkomstig de bevindingen in voormeld controlerapport, op de volgende punten afgeweken van belanghebbende' aangifte IB/PVV 2009:
Aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning € 11.477
Bij: - minder aftrekbare giften € 4.277
- minder aftrekbare ziektekosten € 1.125
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning € 16.879
De Inspecteur heeft aan belanghebbende de aanslag IB/PVV 2009 opgelegd met dagtekening 25 mei 2011, overeenkomstig het vermelde onder 2.17.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 16 november 2011 het belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2009 verminderd tot € 16.770. De Inspecteur heeft de aftrek ter zake van de onder 2.6 vermelde giften aan de Stichting van € 4.050 geweigerd. De Inspecteur is bij uitspraak op bezwaar uitgegaan van een bedrag aan aftrekbare giften - toegerekend aan belanghebbende - van € 218. Bij brief van 1 november 2011 heeft de Inspecteur aan belanghebbende in de motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift over de vermindering - onder meer - het volgende geschreven:
"De overige giften zijn 745 euro. De drempel is 1% van het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van u en uw partner voor de toepassing van de persoonsgebonden aftrek en die drempel is 1% van 32.597 + 20.112= 527 euro. De aftrek giften voor u is daarom nu voor 2009 totaal 218 euro. Bij het vaststellen van de aanslag is een bedrag van 233 euro meegenomen. Dit verschil wordt intern gecompenseerd met de hogere aftrek ziektekosten zoals hieronder berekent. De drempel voor de ziektekosten is 1.65% van de eerste 36.000 euro van het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van u en uw partner voor toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Voor het restant geldt een drempel van 5.75%. Bij het vaststellen van de aanslag is de drempel niet juist toepast. Het bedrag van de drempel moet volgens mijn berekening 1472 euro zijn. Het aftrekbaar bedrag buitengewone uitgaven wordt dan 3.124 euro maar in de aanslag is met een aftrek van € 3.000 euro rekening gehouden.".
Het door de Inspecteur vastgestelde gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens (vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek) van belanghebbende en haar echtgenoot bedraagt € 52.709 (€ 20.112 plus € 32.597).
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2006, 2007 en 2009 op het juiste bedrag heeft vastgesteld. Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of de Inspecteur terecht de aftrek van giften aan de Stichting heeft geweigerd en de vraag of de Inspecteur de drempels voor giften en buitengewone uitgaven juist heeft berekend.
Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en tot vermindering van de bestreden aanslagen en beschikkingen heffingsrente.
De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – bedoelde vragen bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.