Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6478, BK 12/00376

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6478, BK 12/00376

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 september 2013
Datum publicatie
6 september 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:6478
Zaaknummer
BK 12/00376

Inhoudsindicatie

In geschil is of de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak op een te hoog bedrag heeft vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 12/00376

uitspraakdatum: 3 september 2013

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 11/2701, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente De Marne (hierna: de Heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 10 te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2010 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2011 vastgesteld op € 108.000 (hierna: de beschikking). Tegelijkertijd met de beschikking heeft de Heffingsambtenaar een aanslag onroerendezaakbelastingen (eigenarenbelasting) voor het jaar 2011 tot een bedrag van € 123,93 opgelegd.

1.2

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 15 november 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft en alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede [A] namens de Heffingsambtenaar.

1.7

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, bestaande uit een rond 1955 gebouwd woonhuis van het type twee-onder-één-kap met een inhoud van circa 308 m3 (hierna: het pand) en een perceel grond van 539 m2. Het pand was op de waardepeildatum en bij de aanvang van het kalenderjaar in gebruik als kantoor.

2.2

In opdracht van de Heffingsambtenaar heeft [B], registertaxateur, op 10 januari 2012, na een inpandige opname, de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum getaxeerd op € 110.000. Bij het taxatierapport is een matrix gevoegd. Deze houdt het volgende in:

Bouw- m2 m3 m2-/ m3-

jaar prijs

[a-straat] 10 € 110.552

[Z]

Hoofdgebouw 1955 308 € 240 € 73.920

Grond 539 € 118 € 63.602

Waardecorrectie € 27.000 –

[b-straat] 22 € 123.750 Transactieprijs

[Z] € 122.500

Hoofdgebouw 1973 330 € 250 € 82.500 Transactiedatum

Grond 242 € 150 € 36.300 02-03-2010

Garage aangebouwd 18 € 275 € 4.950 Goed vergelijkbaar

[c-straat] 30 € 134.490 Transactieprijs

[Z] € 140.000

Hoofdgebouw 1965 313 € 280 € 87.640 Transactiedatum

Grond 247 € 150 € 37.050 18-08-2008

Garage vrijstaand 28 € 350 € 9.800 Goed vergelijkbaar

[d-straat] 1 € 144.175 Transactieprijs

[Z] € 141.000

Hoofdgebouw 1957 265 € 355 € 94.075 Transactiedatum

Grond 292 € 150 € 43.800 01-10-2010

Garage vrijstaand 18 € 350 € 6.300 Goed vergelijkbaar

[e-straat]- € 161.413 Transactieprijs

[e1-straat], [Z] € 165.000

Hoofdgebouw 1970 398 € 260 € 103.480 Transactiedatum

Grond 359 € 137 € 49.183 29-05-2009

Garage vrijstaand 25 € 350 € 8.750 Redelijk

Vergelijkbaar

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak op een te hoog bedrag heeft vastgesteld

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de Heffingsambtenaar daarentegen ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraak op bezwaar, vermindering van de vastgestelde waarde de onroerende zaak tot € 56.000 en veroordeling van de Heffingsambtenaar in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep heeft moeten maken.

3.5

De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing