Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7131, BK 12/00375
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7131, BK 12/00375
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 25 september 2013
- Datum publicatie
- 27 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:7131
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2012:BY5445, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:2925
- Zaaknummer
- BK 12/00375
Inhoudsindicatie
In geschil is of het ingekochte aandeel een fictieve onroerende zaak als bedoeld in artikel 4, lid 1, aanhef en onderdeel a, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: de Wet) is.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Leeuwarden
Nummer 12/00375
uitspraakdatum: 25 september 2013
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 11/2845, in het geding tussen de Inspecteur en
[X] b.v. gevestigd te [Z] (hierna: belanghebbende)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft op 14 februari 2011 op aangifte € 1.693 aan overdrachtsbelasting voldaan.
Bij uitspraak van 10 oktober 2011 heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende tegen de voldoening op aangifte ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 15 november 2012 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de belasting die op aangifte behoort te worden voldaan verminderd tot nihil, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 874 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord namens de Inspecteur [A] en [B]alsmede namens belanghebbende mr. [C], gemachtigde, tot bijstand vergezeld door drs. [D].
De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is opgericht op 21 februari 2000. Het doel van belanghebbende is in de statuten, zoals deze luiden na wijziging bij akte van 8 januari 2007, als volgt omschreven:
“1. De vennootschap heeft ten doel het in eigendom verkrijgen, verhuren, beheren, ontwikkelen en exploiteren van onroerende zaken in het algemeen en van datacenters (“telehouses”) in het bijzonder, alsmede het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daarvoor in de ruimste zin bevorderlijk kan zijn.
2. Onder het doel der vennootschap is mede-begrepen het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met en het voeren van de directie over andere ondernemingen, alsmede het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere ondernemingen, met name van die waarmee de vennootschap in een groep is verbonden.”.
De aandelen in belanghebbende worden gehouden door [E] b.v. (hierna: [E1]) en [F] (Stichting). [E1] houdt circa 72% van de aandelen, de Stichting circa 28%.
Belanghebbende houdt alle aandelen van [G] b.v. (hierna: [G1]). Het statutaire doel van [G1] is:
“de exploitatie van onroerende zaken in het algemeen en van datacenters (“telehouses”) in het bijzonder, het management over technische ondersteuning in datacenters, alsmede het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daarvoor in de ruimste zin bevorderlijk kan zijn”.
Belanghebbende is eigenaar van twee datacenters: een datacenter in [L], [a-straat] 2 (hierna: DC [L]), en een datacenter in [Z], [b-straat] 16 (hierna: DC [Z]). Op de (geconsolideerde) balans 2010 van belanghebbende zijn de beide datacenters onder de post A.II.02, [H], opgenomen voor een bedrag van € 113.343.606. Het totaal van de activa op de balans bedraagt € 109.639.680.
Belanghebbende heeft de beide datacenters op basis van een gebruiksovereenkomst ter beschikking gesteld aan [G1].
DC [L] is gehuisvest in twee gebouwen. In het ene gebouw bevindt zich de ‘datavloer’ met een vloeroppervlakte van 10.500 m2; in het andere gebouw is de technische ruimte met een vloeroppervlakte van 9.400 m2ondergebracht. DC [Z] beschikt over één gebouw, dat bestaat uit twee afzonderlijke gedeelten. In het ene gedeelte bevindt zich de ‘datavloer’ met een vloeroppervlakte van 5.000 m2; in het andere gedeelte is de technische ruimte met een vloeroppervlakte van 5.480 m2 ondergebracht.
Belanghebbende exploiteert met tussenkomst van [G1] de datacenters. [G1] heeft hiertoe met haar klanten zogeheten License & Services Agreements gesloten, waarbij [G1] de datacenters onder de noemer datahotel ter beschikking stelt. De klanten van [G1] gebruiken de datavloeren om daarop aan hen toebehorende ICT-apparatuur te plaatsen, waarbij de daarvoor benodigde stroom wordt geleverd door belanghebbende en/of [G1], onder de voor de desbetreffende apparatuur meest geschikte omstandigheden. De datavloer van DC [L] is geheel in gebruik bij een grote internationale internet-onderneming. Belanghebbende heeft deze onderneming sinds 1 november 2009 niet langer via [G1], doch rechtstreeks gecontracteerd. De datavloer van DC [Z] is bij verschillende klanten in gebruik. De technische ruimten in beide datacenters worden door [G1] gebruikt; de klanten hebben geen toegang tot de technische ruimten.
In de technische ruimten heeft belanghebbende apparatuur opgesteld die [G1] gebruikt om haar klanten te voorzien van bewerkte energie in een gekoelde ruimte. De door een energiemaatschappij aan [G1] geleverde ‘ruwe’ stroom moet een bewerking ondergaan voordat hij geschikt is voor de door de klanten geplaatste ICT-apparatuur. Voor deze bewerking gebruikt [G1] onder meer dynamische UPS-systemen (‘UPS’ staat voor Uninterruptible Power Supply). Door de bewerking worden verschil in spanning en frequentie, alsmede vervorming van de stroom weggenomen. Door de bewerking kan [G1] haar klanten een betrouwbaarheid van de aan hen geleverde stroom van 99,9% garanderen. [G1] beschikt over dieselgeneratoren om bij uitval van levering van stroom door het energiebedrijf stroom aan haar klanten te kunnen blijven leveren.
Voorts levert [G1] aan haar klanten een constante (gekoelde) temperatuur en luchtvochtigheid op de datavloer met een beperkte, maximale afwijking. De temperatuur is van wezenlijk belang, omdat temperatuurschommelingen tot oververhitting of versnelde veroudering van de ICT-apparatuur van klanten kan leiden, met in het ergste geval het uitvallen van de verbinding met het internet tot gevolg. Belanghebbende of [G1] heeft zich contractueel verplicht tot betaling van een boete indien [G1] op deze onderwerpen onder presteert.
Om communicatie met andere datacenters en internet mogelijk te maken heeft belanghebbende naast externe partijen die verbindingen leveren ook een eigen glasvezelverbinding tussen DC [L] en DC [Z] en datacenters in [M], [N] en het [O] in [P]. Het belichten van deze glasvezel (dat wil zeggen het zenden van informatie door de glasvezels) gebeurt met apparatuur van belanghebbende.
Uit de tot de stukken behorende overeenkomsten tussen [G1] en haar klanten volgt dat de klanten voor het gebruik van de datacenters een ‘License and Services Fee’ zijn verschuldigd. Deze vergoeding is vastgelegd in tot de overeenkomst behorende Annex C: Collocation & Services Rate Schedule. Blijkens deze bijlage bij de overeenkomst is de verschuldigde vergoeding gerelateerd aan de hoeveelheid stroom die een de klant wenst af te nemen, vermenigvuldigd met een zogeheten multiplier van 1,5 ter vergoeding van de overheadkosten. De door de klant feitelijk gebruikte vloeroppervlakte speelt bij de bepaling van de vergoeding geen rol.
In het bij de Rechtbank ingediende beroepschrift geeft belanghebbende de volgende specificatie van de vergoeding voor de in DC [L] geleverde diensten:
License and Services Fee |
circa € *mio |
* |
Verbindingen |
1 |
|
* |
Bewerking energie |
4 |
|
* |
Koeling |
4 |
|
* |
Wind en waterdicht |
1 |
|
* |
Vast (voor o.a. de 24 uurs technische ondersteuning en 24 uurs beveiliging die ieder dag van het jaar, dus 24/7 over 365 dagen, wordt geleverd en daarnaast het dagelijks onderhoud) |
2,7 |
|
* |
Onderhoud, schoonmaak, afvalophaal |
0,5 |
Totaal |
13,2 |
|
Energie Variable |
* |
Gebruik van energie vermeerderd met de opslagen die [G1] hanteert vanwege het bewerken van de energie |
Variabel |
Kosten Variable |
* |
Additioneel onderhoud, schoonmaak afvalophaal, belastingen, diesel etc. |
Variabel |
De inkomsten uit de datacenters worden in de resultatenrekening van belanghebbende voor 2010 aangeduid als huurinkomsten (“Gross rental income”).
Ongeveer 25% van belanghebbendes investering in de datacenters betreft de investering in gebouwen en grond. De resterende 75% ziet op investeringen in de techniek. Van de investering in de techniek betreft 45% de UPS-systemen.
Bij akte van 31 december 2010 heeft belanghebbende één gewoon aandeel in zichzelf, met een nominale waarde van € 4,54 gekocht van [E1] b.v. voor een koopprijs van € 9.750. Belanghebbende heeft dit aandeel (hierna: het ingekochte aandeel) niet ingetrokken.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of het ingekochte aandeel een fictieve onroerende zaak als bedoeld in artikel 4, lid 1, aanhef en onderdeel a, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: de Wet) is.
De Inspecteur beantwoordt deze vraag bevestigend, belanghebbende daarentegen ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar.
Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.