Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7339, BK 12/00303

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7339, BK 12/00303

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 oktober 2013
Datum publicatie
4 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:7339
Zaaknummer
BK 12/00303

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de waarde van de woning van € 181.000 per waardepeildatum 1 januari 2010 op een te hoog bedrag is vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummer 12/00303

uitspraakdatum: 1 oktober 2013

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 14 augustus 2012, nummer AWB 12/162 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden (hierna: de Heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De Heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 89 te [Z] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2010 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2011 vastgesteld op € 193.000 (hierna de beschikking). Tegelijkertijd is de aanslag onroerendezaakbelasting wegens het genot krachtens eigendom van de woning voor het kalenderjaar 2011 opgelegd (hierna: de aanslag).

1.2

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar het bezwaar gegrond verklaard, de waarde van de woning nader vastgesteld op € 181.000 en de aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 14 augustus 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede namens de Heffingsambtenaar [A] en [B], taxateur.

1.7

Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de woning, een omstreeks 1966 gebouwde woning van het type twee-onder-één-kap met een aangebouwde woonruimte en berging. De woning heeft een inhoud van circa 300 m3 en een aanbouw van 61 m3. De woning ligt op een perceel van ongeveer 268 m2.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de waarde van de woning van € 181.000 per waardepeildatum 1 januari 2010 op een te hoog bedrag is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend. Belanghebbende stelt hiertoe dat de Heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak niet aannemelijk heeft gemaakt. Belanghebbende concludeert tot een waarde die ligt tussen € 160.000 en € 165.000.

3.3

De Heffingsambtenaar beantwoordt de vraag ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Partijen hebben voorts aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken en door hen is verklaard ter zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing