Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7499, 13/00101 en 159
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7499, 13/00101 en 159
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 oktober 2013
- Datum publicatie
- 24 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:7499
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBARN:2012:BY6260, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:22, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 13/00101 en 159
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting.
Medewerker Europees Octrooi Bureau. Heffing in box 3. Strijd met gelijkheidsbeginsel?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummers 13/00101 en 13/00159
uitspraakdatum: 8 oktober 2013
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
en het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst[te P] (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 18 december 2012, nummer AWB 11/4371, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 30.689. Daarbij is voorts heffingsrente in rekening gebracht ten bedrage van € 227.
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 22 september 2011 heeft de Inspecteur het bezwaar tegen de aanslag en de beschikking heffingsrente ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 18 december 2012 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd alsmede de aanslag en de beschikking heffingsrente.
De Inspecteur en belanghebbende hebben tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Arnhem (thans: het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden: hierna: het Hof). Belanghebbende heeft naar aanleiding van het hogerberoepschrift van de Inspecteur een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 september 2013 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord: belanghebbende, bijgestaan door [...], alsmede namens de Inspecteur [...]
De Inspecteur heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit en woonde in het onderhavige jaar (2009) in Nederland.
Belanghebbende is sinds 1983 in dienstbetrekking werkzaam bij het Europese Octrooi Bureau (hierna: het EOB) te Rijswijk. Hij behoort tot de personeelsleden die hun werkzaamheden in Nederland uitoefenen in rang A4. Uit deze dienstbetrekking heeft belanghebbende in het jaar 2009 een salaris ontvangen. Het salaris van het EOB is vrijgesteld van de heffing van inkomstenbelasting.
In zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2009 heeft belanghebbende, naast zijn vrijgestelde salaris van het EOB, onder meer een voordeel uit sparen en beleggen opgenomen van € 30.689.
Overeenkomstig de aangifte heeft de Inspecteur met dagtekening 20 juli 2011 de onderhavige aanslag inkomstenbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 30.689.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
Tussen partijen is, evenals voor de Rechtbank, in geschil het antwoord op de volgende vragen:
1. Is de op 27 juni 2006 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Octrooiorganisatie gesloten overeenkomst betreffende het EOB, Trb. 2006, 155 (hierna: de Zetelovereenkomst) in strijd met het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Octrooiorganisatie, Trb. 1976, 101 (hierna: het Protocol)?
2. Leidt de belastingheffing over de inkomsten uit sparen en beleggen van belanghebbende tot een ongeoorloofde ongelijke behandeling tussen enerzijds medewerkers van het EOB die de Nederlandse nationaliteit bezitten en duurzaam in Nederland woonachtig zijn en anderzijds medewerkers die niet de Nederlandse nationaliteit hebben en eveneens duurzaam in Nederland verblijven?
Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend, de Inspecteur ontkennend.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de stukken. Voor hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak van de Rechtbank en tot bevestiging van de uitspraken op bezwaar.