Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7930, 12/00397, 398 en 399

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7930, 12/00397, 398 en 399

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 oktober 2013
Datum publicatie
31 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:7930
Zaaknummer
12/00397, 398 en 399

Inhoudsindicatie

Wet WOZ.

Hof stelt woz-waarde van schoolgebouw voor vaktechnisch onderwijs in goede justitie vast.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 12/0397, 12/0398, 12/0399

uitspraakdatum: 8 oktober 2013

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X te Z] (hierna:belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 5 juni 2012, nummers AWB 12/662, AWB 12/664 en AWB 12/665, 

in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna:de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [A-straat 1]

-per waardepeildatum 1 januari 2008 en naar de toestand op die datum, voor het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009, vastgesteld op € 1.676.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts de aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) 2009 voor zover het betreft het gebruikersgedeelte vastgesteld op € 5.235,82 en voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte op € 6.871,60,

-per waardepeildatum 1 januari 2009 en naar de toestand op die datum, voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010, vastgesteld op € 1.674.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts de aanslag OZB 2010 voor zover het betreft het gebruikersgedeelte vastgesteld op € 5.256,36 en voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte op € 6.898,55,

-per waardepeildatum 1 januari 2010 en naar de toestand op die datum, voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, vastgesteld op € 1.658.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts de aanslag OZB 2011 voor zover het betreft het gebruikersgedeelte vastgesteld op € 5.171,30 en voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte op € 6.753,03.

1.2

Belanghebbende heeft tegen voormelde beschikkingen bezwaarschriften ingediend en is op haar verzoek gehoord. Het verslag van de hoorzitting is opgenomen op een cd-rom. Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de eerder vastgestelde waarden verminderd tot de waarden exclusief BTW van € 1.409.000 (2009), € 1.406.000 (2010) en € 1.469.000 (2011). Hij heeft de opgelegde aanslagen OZB dienovereenkomstig verminderd. De cd-rom is bij de uitspraak met betrekking tot het jaar 2011 gevoegd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 5 juni 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Het Hof heeft het beroepschrift ambtshalve gesplitst in drie beroepschriften. De heffingsambtenaar heeft verweerschriften ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren voorts de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 januari 2013 in Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord, [.] de gemachtigde van belanghebbende, [.]alsmede [.]de Ambtenaar[.] . Partijen hebben elk een pleitnota overgelegd. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat de Ambtenaar, zo mogelijk, schriftelijke inlichtingen zal verstrekken over de gegevens die de grondslag vormen voor de cijfers behorend bij het in de Taxatiewijzer Onderwijs opgenomen archetype “schoolgebouw met extra voorzieningen”.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat op 19 februari 2013 aan partijen is verzonden.

1.7

Het onderzoek ter zitting is voortgezet op 22 augustus 2013 in Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord[.] de gemachtigde van belanghebbende,[.]alsmede [.] de heffingsambtenaar[.]. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak [A-straat 1]. Het object is gebouwd in 1994 ten behoeve van en wordt gebruikt voor het geven van vaktechnisch onderwijs. De bestemming is “Bijzondere-/maatschappelijke doeleinden”.

2.2

Het object is gesitueerd op een kavel van 3.340 m². De bebouwde oppervlakte is 1.705 m² groot, waarvan 440 m² voor leslokalen en kantoren, 1.000 m² voor instructie/werkplaats, 100 m² voor magazijn en opslagruimte en 165 m² voor een les-en instructielokaal. De werkplaats heeft als extra voorzieningen een afzuiginstallatie, een zwaardere vloer en een uitgebreid elektriciteitsnetwerk.

2.3

De heffingsambtenaar heeft voor de vaststelling van de waarde van € 1.676.000 (2009), € 1.674.000 (2010), € 1.658.000 (2011) gesteund op een per jaar opgesteld taxatierapport opgemaakt door [A], waarbij hij het object heeft gewaardeerd op de zogenoemde gecorrigeerde vervangingswaarde Hij beroept zich op de Taxatiewijzer Onderwijs en meer specifiek op archetype O145EX12.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar de waarden herzien doch niet een herberekening gemaakt van de herziene gecorrigeerde vervangingswaarden. Hij heeft het daarin vermelde bedrag van € 1.409.000 (2009) kennelijk als volgt berekend: 100/119 x € 1.676.000 = € 1.408.403 met afronding naar boven. De bij deze waarde behorende gegevens zijn, afgeleid uit de door verweerder gebruikte cijfers, als volgt:

Herbouwwaarde € 1.694.631

Technische afschrijving gemiddeld 37,375% € 633.368

--------------

Waarde na technische afschrijving € 1.061.263

Functionele afschrijving 5% € 53.063

--------------

Waarde na technische en functionele afschrijving € 1.008.200

Waarde van de grond 3340 m² x € 120 € 400.800

--------------

Gecorrigeerde vervangingswaarde € 1.409.000

De heffingsambtenaar is daarbij uitgegaan van een ongecorrigeerde bouwprijs per m² van € 1.060, van welke prijs kennelijk 41% is toegerekend aan de ruwbouw, 34% aan de afbouw en 25% aan de installaties. De in aanmerking genomen technische afschrijving is gewogen gemiddeld 37,375% en de functionele afschrijving is 5% van de waarde na technische afschrijving (3,13% van de herbouwwaarde). De gecorrigeerde gemiddelde bouwprijs per m² is dan € 758. Voor de jaren 2010 (bouwprijs € 1.102) en 2011 (bouwprijs € 1.087) gelden mutatis mutandis overeenkomstige berekeningen.

2.4

Belanghebbende heeft eveneens taxatierapporten ingediend, gebaseerd op de huurwaardekapitalisatiemethode. Hij heeft tevens berekeningen overgelegd van de gecorrigeerde vervangingswaarde.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de gecorrigeerde vervangingswaarde van het object terecht is

vastgesteld op de onder 1.2. genoemde waarden. Het geschil spitst zich toe op de door de heffingsambtenaar gehanteerde prijs per vierkante meter voor de werkplaats met magazijnen en op het door hem in aanmerking genomen percentage voor functionele afschrijving.

3.2

Partijen bestrijden elkanders taxatierapporten met – kort gezegd – de stelling dat de daarin gekozen uitgangspunten onjuist zijn.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij in de zittingen toegevoegd hetgeen is vermeld in de processen-verbaal van die zittingen.

3.4

Belanghebbende heeft zich ter zitting van 22 augustus 2013 nog slechts op de door hem berekende gecorrigeerde vervangingswaarde beroepen en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraken van de heffingsambtenaar en tot vermindering van de in de beschikkingen vermelde gecorrigeerde vervangingswaarden tot € 1.126.524 (2009), € 1.059.431 (2010) en € 867.580 (2011), met dienovereenkomstige vermindering van de OZB aanslagen.

3.5.

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

4 Kosten

6 Beslissing