Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7931, 12/00742

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7931, 12/00742

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 oktober 2013
Datum publicatie
31 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:7931
Formele relaties
Zaaknummer
12/00742

Inhoudsindicatie

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting.

Waardebepaling woonschip.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 12/00742

uitspraakdatum: 15 oktober 2013

nummer /

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Arnhem van 1 november 2012, nummer AWB 12/1805, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag opgelegd in de belastingen op de roerende woon- en bedrijfsruimten (eigenarenbelasting) van de gemeente Arnhem.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag. Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar de aanslag verminderd.

1.3.

Belanghebbende is tegen voormelde uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het beroepschrift tegen de uitspraak van de Rechtbank is op 13 december 2012 ter griffie ingekomen.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 mei 2013 te Arnhem. Namens belanghebbende is daar verschenen[A]. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [B], bijgestaan door [C] (taxateur). Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van het woonschip “[D]” (hierna: het woonschip), met een ligplaats aan de [a-straat 1] te Arnhem. De ligplaats bestaat in dit geval uit (de ondergrond van) het water waarin het woonschip ligt en een stukje van de wal waaraan het woonschip ligt. De Staat is eigenaar van (de ondergrond van) het water. Eigenaar van de wal is de gemeente Arnhem. Voor het gebruik van de ligplaats hebben belanghebbende als huurder en de gemeente Arnhem als verhuurder een huurovereenkomst gesloten. Deze huurovereenkomst geeft de huurder het exclusieve gebruiksrecht van het desbetreffende stuk walkant.

2.2.

De heffingsambtenaar heeft bij de uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot een berekend naar een waarde van € 227.000. Bij het bepalen van deze waarde heeft de heffingsambtenaar mede in aanmerking genomen de plaats en omgeving van het woonschip en de verwachtingen omtrent de mogelijkheid dat het schip op die plaats zal kunnen blijven liggen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Tussen partijen is in geschil of de heffingsambtenaar bij het bepalen van de waarde van het woonschip terecht mede in aanmerking heeft genomen de plaats en omgeving van het woonschip en de verwachtingen omtrent de mogelijkheid dat het schip op die plaats zal kunnen blijven liggen.

3.2.

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Hetgeen daaraan ter zitting is toegevoegd, is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en gegrondverklaring van het beroep tegen de uitspraak op bezwaar en vermindering van de aanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing