Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7932, 13/00060

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:7932, 13/00060

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 oktober 2013
Datum publicatie
31 oktober 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:7932
Zaaknummer
13/00060

Inhoudsindicatie

Vennootschapsbelasting.

Bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk verklaard ? Bekendmaking aanslag aan juist adres?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/00060

uitspraakdatum: 15 oktober 2013

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X]. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 29 november 2012, nummer AWB 12/159, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst[te P] (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 49.425.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 29 november 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 september 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [...], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [...] namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is een op 29 december 1997 opgerichte besloten vennootschap. Volgens een tot de stukken van het geding behorend uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel luidt het bezoekadres van belanghebbende: ‘[a-straat 1], [te Q]’.

2.2

Het bij de Inspecteur bekende adres van belanghebbende luidt sedert 17 oktober 2010: ‘[b-straat 1], [te R]’.

2.3

Op 27 september 2010 is namens belanghebbende voor het jaar 2009 elektronisch aangifte vennootschapsbelasting gedaan, van een belastbaar bedrag van € 49.425.

2.4

Met dagtekening 23 oktober 2010 is aan belanghebbende, overeenkomstig de vorenbedoelde aangifte, een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting opgelegd. Het aanslagbiljet is door de ontvanger verzonden naar het adres: [b-straat 1], [te R]’.

2.5

Aan belanghebbende is met dagtekening 11 december 2010, overeenkomstig de ingediende aangifte, een definitieve aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 opgelegd. Het aanslagbiljet is door de ontvanger verzonden naar het adres: ‘[b-straat 1], [te R]’.

2.6

Met dagtekening 28 februari 2011, door de Inspecteur ontvangen op 3 maart 2011, heeft [A], werkzaam voor ‘[A] belastingadviseurs’ (hierna: de toenmalige gemachtigde), namens belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de onder 2.4 genoemde voorlopige aanslag. In dat kader heeft de toenmalige gemachtigde aan de Inspecteur meegedeeld dat hij een aanvullende aangifte vennootschapsbelasting zal doen toekomen. In het bezwaarschrift wordt door de toenmalige gemachtigde melding gemaakt van het adres van belanghebbende, namelijk: [b-straat 1] [te R]’

2.7

Op 3 maart 2011 is door de Inspecteur een aanvullende aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 van belanghebbendes toenmalige gemachtigde ontvangen. Op het biljet van de aanvullende aangifte staat als adres van belanghebbende vermeldt: ‘[b-straat 1],[te R]’.

2.8

Met dagtekening 18 maart 2011 heeft de Inspecteur de toenmalige gemachtigde meegedeeld dat hij de onder 2.7 bedoelde aangifte als een namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift tegen de in geschil zijnde (definitieve) aanslag aanmerkt.

2.9

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 30 november 2011 het bezwaar tegen de (definitieve) aanslag niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift naar zijn oordeel niet tijdig is ingediend. Hiertegen heeft belanghebbende tevergeefs bij de Rechtbank beroep ingesteld.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur terecht het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard.

3.2

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat zij de aanslag nimmer heeft ontvangen omdat het aanslagbiljet naar een onjuist adres is verzonden en dat zij, eerst nadat zij bekend was geworden met het aanslagbiljet, hiertegen bezwaar heeft kunnen aantekenen. Voorts stelt belanghebbende dat de Inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld nu hij heeft nagelaten om de toenmalige gemachtigde in kennis te stellen van de aan belanghebbende opgelegde aanslag waardoor belanghebbende niet tijdig bezwaar heeft kunnen aantekenen tegen de aan haar opgelegde aanslag.

3.3

De Inspecteur stelt daartegenover dat de ontvanger het door de Inspecteur opgemaakte aanslagbiljet aan het juiste adres heeft verzonden. Voorts stelt de Inspecteur dat door of namens belanghebbende geen verzoek is gedaan om de aanslag dan wel een kopie daarvan rechtstreeks aan de toenmalige gemachtigde te doen toekomen.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging van de aanslag tot een berekend naar een belastbaar bedrag van nihil.

3.6

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing