Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8029, 11/00443
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-10-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8029, 11/00443
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 22 oktober 2013
- Datum publicatie
- 31 oktober 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:8029
- Zaaknummer
- 11/00443
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting.
Navordering. Ambtelijk verzuim? MOT-melding aan Boete Fraude-coördinator.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 11/00443
uitspraakdatum: 22 oktober 2013
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 28 april 2011, nummer AWB 08/3762, in het geding tussen belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst[te P] (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het jaar 2004 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 388.190 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 400.000. Daarbij is voorts een vergrijpboete opgelegd van € 94.880 en is € 46.552 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij uitspraken op bezwaar zijn deze belastingaanslag en beschikkingen gehandhaafd door de Inspecteur.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de navorderingsaanslag verminderd tot een navorderingsaanslag, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 388.190 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil, de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en de boetebeschikking vernietigd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, voorts het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 5 september 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: belanghebbende en zijn gemachtigde [.]. Namens de Inspecteur zijn verschenen en gehoord: [.].
Zowel belanghebbende als de Inspecteur heeft ter zitting een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende dreef in het onderhavige jaar (2004) onder de naam [A] een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van de onderneming bestonden uit werkzaamheden in de bouw. Met ingang van 1 januari 2005 is de onderneming omgezet in de vorm van een besloten vennootschap, genaamd [A] b.v. (hierna: de vennootschap).
In zijn aangifte IB/PVV 2004 heeft belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning verantwoord van € 16.265.
Op 8 juli 2005 heeft [B], werkzaam bij de Belastingdienst/FIOD-ECD te [Q] (hierna: FIOD), een ‘uitgewerkte MOT-melding’ over [C] aan de Belastingdienst [R] – de eenheid waaronder belanghebbende ressorteert – toegestuurd ter attentie van de Boete Fraude vakgroep. In de brief, waarbij deze uitgewerkte melding is gevoegd, is vermeld dat een gelijktijdige controle van [C] en [A] wenselijk lijkt. In het proces-verbaal “Onderzoek Verdachte transactie” ten name van [C] (hierna: MOT-melding), gedagtekend 7 juli 2005, is onder meer het volgende vermeld:
‘ 1.1 Korte casusbeschrijving
Naar aanleiding van een doorgemelde MOT-melding waarin melding wordt gemaakt dat [C] betrokken is bij de volgende transacties in de periode van 20 september 2004 tot en met 3 december 2004:
- Contante opnames (…)
- (…)
- Het geld afkomstig is van [A] B.V. Dit bedrijf heeft in dezelfde periode respectievelijk € 50.300 en € 107.655 op de rekening van [C] gestort
heb ik onderzoek gedaan naar deze transacties.
(…)
[A] B.V. is beschreven voor de omzetbelasting vanaf 1 juli 2004 en heeft omzetbelastingaangifte in 2004 gedaan. Deze aangiften zijn nihil, er wordt ook geen voorbelasting geclaimd.
Het vermoeden is dat [A] B.V. en [C] de geleverde diensten niet verantwoorden naar de Belastingdienst en zodat er te weinig belasting wordt betaald.
(…)
Uitgebreide casus beschrijving
Aanleiding onderzoek.
(…)
Gezien het bovenstaande is het vermoeden dat [A] B.V. [C] betaalt voor geleverde diensten. Mogelijk neemt [C] het geld op om medewerkers of inhuurkrachten zwart uit te betalen. Ook een mogelijkheid is dat [C] voor [A] B.V. geld aan het witwassen is.
(…)
Feiten en omstandigheden die leiden tot een redelijk vermoeden.
(...)
Eveneens heb ik onderzoek gedaan naar [A] B.V. In bijlage 2 staan de gegevens uit de systemen van de Belastingdienst vermeld.
[A] B.V. wordt verdacht van het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting over het jaar 2004 en/of het witwassen van gelden (…)
2 Vervolg stappen
ATV-Richtlijnen:
Het fiscale nadeel is alleen door een onderzoek van de Belastingdienst vast te stellen. De gegevens uit de MOT-melding zijn van belang om een goede controle te kunnen uitvoeren.
(…)
Verzoek
Naar aanleiding van het bovenstaande verzoek ik u de ons bekende gegevens en deze analyse uit deze MOT-melding ter beschikking te stellen aan de Belastingdienst voor heffing en inning.
(…)
Bijlage 2: Onderzoek in de Belastingdienstsystemen
1. (…)
- -
-
[A] B.V. is opgericht op 9 december 2003 (…)
- -
-
Als adres is bekend [.]
- -
-
(…)
- -
-
[A] B.V. is beschreven vanaf 1 juli 2004 voor de omzetbelasting. De omzetbelastingaangiften over het jaar 2004 waren nihil.
- -
-
Als enig aandeelhouder staat geregistreerd [X] Beheer B.V (…)
- -
-
Als enig aandeelhouder van [X] Beheer B.V. staat [X] geregistreerd met fiscaal-nummer [.], dit is tevens het dossiernummer bij de Belastingdienst.
- -
-
De heer [X] is geboren [in] 1953 en staat ingeschreven op hetzelfde adres als zijn B.V.; [.].
- -
-
(…)
2. Fi base: (…) Over [X] staan over de jaren 2000 tot en met 2004 geen inkomensgegevens geregistreerd (…)’
3. (…)
4. HSB systeem: (…) Op naam van [X] Beheer B.V. staat een Mercedes-Benz geregistreerd (…). De auto is nieuw [in] 2004 gekocht. Daarvoor stond een [in] 2003 nieuw gekochte Mercedes-Benz (…) op zijn naam. (…)
Met dagtekening 17 mei 2006 heeft de Inspecteur de – overeenkomstig de aangifte, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.265 berekende – primitieve aanslag IB/PVV 2004 aan belanghebbende opgelegd.
Naar aanleiding van de bevindingen van een nadien bij belanghebbende ingesteld boekenonderzoek en strafrechtelijk onderzoek, heeft de Inspecteur het standpunt ingenomen dat belanghebbende (onder meer) een substantieel bedrag aan winst uit onderneming niet heeft verantwoord. In verband hiermee is de onderhavige navorderingsaanslag aan belanghebbende opgelegd.
In bezwaar is de navorderingsaanslag gehandhaafd door de Inspecteur.
In beroep is de navorderingsaanslag verminderd door de Rechtbank.
In hoger beroep heeft de Inspecteur zich alsnog akkoord verklaard met aftrek van een bedrag van € 19.828 aan kosten.