Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-11-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8444, 12/00213 LEE
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-11-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8444, 12/00213 LEE
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 5 november 2013
- Datum publicatie
- 22 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2013:8444
- Zaaknummer
- 12/00213 LEE
Inhoudsindicatie
Wet WOZ.
Waardevaststelling kantoorgebouwen. Gemeente slaagt in bewijdslast.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummer 12/00213
uitspraakdatum: 5 november 2013
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 23 juli 2012, nummer Awb 12/240, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Almere (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaken [A-straat 1 en 2] te [Q], per waardepeildatum 1 januari 2009 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2010, vastgesteld op € 209.000. Tegelijk met deze beschikking is een aanslag in de onroerendezaakbelasting wegens het genot krachtens eigendom van de onroerende zaken vastgesteld op € 868,60.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Zwolle-Lelystad (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 juli 2012 gegrond verklaard, de vastgestelde waarde voor beide onroerende zaken verminderd tot € 199.000 en de aanslag dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 september 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en [A], makelaar/taxateur, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C], WOZ-taxateur.
De heffingsambtenaar heeft een pleitnota overgelegd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaken [A-straat 1 en 2] te [Q] (hierna: de onroerende zaken).
De onroerende zaken betreffen twee identieke kantoor-/bedrijfsgebouwen, gelegen op het industrieterrein “[D]” te [Q]. De onroerende zaken zijn elk gelegen op een perceel met een oppervlakte van 282 m². Het bouwjaar is 2000. Het bruto vloeroppervlak van de onroerende zaken is 345 m².
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaken voor de Wet WOZ te hoog heeft vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend, de heffingsambtenaar beantwoordt deze vraag ontkennend.
Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de waarde tot € 170.000.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.