Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-11-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8626, 13/00497

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-11-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:8626, 13/00497

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 november 2013
Datum publicatie
28 november 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:8626
Zaaknummer
13/00497

Inhoudsindicatie

Leges.

Toepassing tarief. Schending vertrouwensbeginsel?

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie: Arnhem

nummer 13/00497

uitspraakdatum: 12 november 2013

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost‑Nederland van 5 maart 2013, nummer AWB ZWO 12/2359, 

in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Steenwijkerland (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 26 april 2012 een aanslag leges ten bedrage van € 28.000 opgelegd in verband met het in behandeling nemen van een onder nummer WABO/2012/[.]geregistreerde aanvraag om een omgevingsvergunning.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot € 21.070,44.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Oost‑Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 5 maart 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord [.] de gemachtigden van belanghebbende. De heffingsambtenaar heeft het Hof op 15 oktober 2013 schriftelijk bericht dat hij zich niet ter zitting heeft kunnen laten vertegenwoordigen.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft op 10 juni 2011 een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Bij besluit van 23 augustus 2011 is deze, onder nummer WABO/2011/[.] geregistreerde aanvraag, buiten behandeling gesteld. Namens de gemeente is toegezegd dat de ter zake betaalde leges van € 6.929,56 verrekend zouden worden met de leges voor een nieuwe aanvraag.

Op 26 januari 2012 heeft belanghebbende opnieuw een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning ingediend. Bij brief van 31 januari 2012 heeft de teamleider klantcontactcentrum, afdeling inwoners en ondernemers, namens de burgemeester van Steenwijkerland, de ontvangst van deze aanvraag bevestigd. In deze brief staat onder meer:

“Houdt u er verder rekening mee dat u voor het aanvragen van een omgevingsvergunning leges verschuldigd bent. De tarieven kunt u vinden op onze website: http://www.steenwijkerland.nl (legesverordening 2011).”

2.2

Bij besluit van 13 april 2012 is de verzochte omgevingsvergunning verleend. Ter zake van het in behandeling nemen van de aanvraag is op 26 april 2012 een aanslag leges van € 28.000 opgelegd. Deze leges zijn berekend volgens het tarief van de Legesverordening Steenwijkerland 2012 (hierna: de legesverordening 2012). Bij uitspraak op bezwaar van 25 september 2012 zijn de leges die zijn betaald ter zake van de onder 2.1 genoemde aanvraag hierop in mindering gebracht.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of bij belanghebbende het rechtens te beschermen vertrouwen is gewekt dat de leges zouden worden berekend volgens het tarief van de Legesverordening Steenwijkerland 2011, zoals die gold tot 1 november 2011.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan is namens belanghebbende ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert in hoger beroep tot vermindering van de aanslag tot € 14.101,19.

3.4

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing