Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-12-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:9367, BK 12/00325

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-12-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:9367, BK 12/00325

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 december 2013
Datum publicatie
13 december 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:9367
Zaaknummer
BK 12/00325

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de heffingsambtenaar terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de heffingsambtenaar bevestigend.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummer: 12/00325

uitspraakdatum: 10 december 2013

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z]

(hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak in de zaak met het nummer AWB 12/426 van de rechtbank Leeuwarden van 16 oktober 2012 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Heerenveen

(hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag opgelegd ten bedrage van € 1,00 aan parkeerbelasting en € 52 aan kosten.

1.2

Op het bezwaar van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar van 30 januari 2011 de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank Leeuwarden (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 16 oktober 2012 ongegrond verklaard.

1.4

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 oktober 2013 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de heffingsambtenaar mr. [A]. Met instemming van het Hof en van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar na de mondelinge behandeling een Aanwijzingsbesluit Parkeren 2011 ingezonden.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is en proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1

Belanghebbende heeft zijn personenauto van het merk Toyota, type Corolla VE, met kenteken [00-YY-00] (hierna: de auto), op 4 januari 2012 geparkeerd aan de [a-straat] in Heerenveen. Nadat hij de auto had geparkeerd, heeft hij om 14:02 uur een parkeerticket gekocht bij een parkeerautomaat aan de [a-straat]. De op het ticket vermelde parkeerduur eindigde om 14:20 uur.

2.2

Op 4 januari 2012 om 13.58 heeft [B], ambtenaar van de gemeente Heerenveen (hierna: de parkeercontroleur), de naheffingsaanslag op de auto aangebracht. Als reden is op de naheffingsaanslag vermeld: “Geen zichtbaar kaartje uit de parkeerautomaat”. In het door de parkeercontroleur op ambtseed opgemaakte “brondocument” is daarover opgemerkt “Geen kaartje zichtbaar op dashboard, stoel of vloer”.

3 Geschil en standpunten van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de heffingsambtenaar terecht de naheffingsaanslag heeft opgelegd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de heffingsambtenaar bevestigend.

3.2

Belanghebbende voert aan dat hem, gelet op zijn leeftijd van 75 jaar en de omstandigheid dat hij slecht ter been is, ten minste vier minuten moet worden gegund om naar de parkeerautomaat te lopen, een parkeerticket te kopen en dit achter de voorruit van zijn auto te leggen. Onder verwijzing naar het parkeerticket stelt hij dat hij de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan, zij het enkele minuten te laat omdat hij onderweg naar de parkeerautomaat of terug naar de auto in gesprek raakte met kennis, die naar zijn gezondheid informeerde.

3.3

De heffingsambtenaar voert aan dat de parkeercontroleur om 13:58 uur geen parkeerticket in de auto heeft aangetroffen. Zoals te doen gebruikelijk heeft de parkeercontroleur zich, voordat zij de naheffingsaanslag op de auto aanbracht, ervan vergewist dat niemand bij één van de twee parkeerautomaten in de [a-straat] stond, daar naartoe liep of daarvan terugkeerde. Uit deze waarneming kon zij afleiden dat er niemand voornemens was om parkeerbelasting te voldoen dan wel zojuist parkeerbelasting had voldaan.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Overwegingen omtrent het geschil

5 Proceskosten

6 De beslissing