Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1501, 13/00687

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1501, 13/00687

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 februari 2014
Datum publicatie
7 maart 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:1501
Zaaknummer
13/00687

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Heffingsambtenaar is gebonden aan verminderingsbeschikking.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 13/00687

uitspraakdatum: 25 februari 2014

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] (hierna: belanghebbende),

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle (hierna: de heffingsambtenaar),

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 15 mei 2013, nummer AWB ZWO 13/267, betreffende een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 7 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) voor het kalenderjaar 2012, naar de waardepeildatum 1 januari 2011, vastgesteld op € 221.000.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 12 december 2012 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft de onder 1.1 genoemde waarde bij beschikking van 24 december 2012 verminderd tot € 208.000.

1.4.

Belanghebbende is tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Oost-Nederland. De rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank) heeft - als opvolger van de rechtbank Oost-Nederland - het beroep bij uitspraak van 15 mei 2013 ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en [A], als de gemachtigde van belanghebbende. De heffingsambtenaar is met kennisgeving aan het Hof niet verschenen.

1.8.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

1.9.

Belanghebbende heeft ter zitting van het Hof een kopie van de beschikking van 24 december 2012 (zie 1.3.) overgelegd, welk stuk niet eerder door één der partijen is ingebracht. Daar het een op de zaak betrekking hebbend stuk betreft en de heffingsambtenaar het derhalve ingevolge artikel 8:42 Algemene wet bestuursrecht had moeten inbrengen, rekent het Hof dit stuk tot de stukken van het geding. Een kopie van het stuk is aan deze uitspraak gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een hoekwoning uit 1979 met een aangebouwde garage, gelegen op een perceel van 176 m².

2.2.

De heffingsambtenaar heeft de onder 1.1 genoemde waarde bij beschikking van 24 december 2012 verminderd tot € 208.000.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

3.2.

Belanghebbende staat een waarde voor van € 208.000.

3.3.

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 221.000 en stelt dat de onder 2.2 genoemde vermindering van de waarde tot € 208.000 een administratieve fout betreft.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing