Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1504, 12/00688 en 12/00689
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-02-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1504, 12/00688 en 12/00689
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 25 februari 2014
- Datum publicatie
- 7 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:1504
- Zaaknummer
- 12/00688 en 12/00689
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Omkering en verzwaring bewijslast omdat vereiste aangifte niet is gedaan. Gebruikelijkloonregeling van toepassing? Verliessituatie bij vennootschappen. Vormen in rekening-courant opgenomen gelden inkomsten uit aanmerkelijk belang ?
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummers 12/00688 en 12/00689
uitspraakdatum: 25 februari 2014
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 25 oktober 2012, nummers AWB 11/3510 en 11/3512, in het geding tussen belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Nijmegen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2007 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 200.000. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 11.438. Bij beschikking is een verzuimboete van € 113 opgelegd.
Tevens is aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd ten bedrage van € 1.347, uitgaande van een (maximum) bijdrage-inkomen van € 30.623. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 155.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de aanslag IB/PVV verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.642 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 99.546 en de daarbij berekende heffingsrente verminderd tot € 4.806. De boetebeschikking, de aanslag Zvw en de daarbij behorende beschikking heffingsrente zijn gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 25 oktober 2012 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar met uitzondering van de verzuimboete vernietigd, de aanslag IB/PVV 2007 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 26.642 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 100.546, de aanslag Zvw verminderd tot een aanslag berekend naar een bijdrage-inkomen van € 26.642 en de beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaak betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 januari 2014 te Arnhem. Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [A] en [B]. Belanghebbende is zonder voorafgaande kennisgeving aan het Hof niet verschenen. In eerste instantie was het de bedoeling van het Hof om de zaken op 21 augustus 2013 mondeling te behandelen. De uitnodiging voor deze zitting is per aangetekende brief van 9 juli 2013 naar de gemachtigde van belanghebbende verstuurd. Bij brief van 22 juli 2013 aan het Hof, ingekomen op 25 juli 2013, heeft de gemachtigde van belanghebbende aangegeven dat belanghebbende geen cliënt meer is, belanghebbende inmiddels in [L] Namibië woont en er geen communicatie met belanghebbende meer is. De Inspecteur heeft de griffier van het Hof desgevraagd telefonisch laten weten niet over de huidige woonplaats van belanghebbende te beschikken. De gemeente Nijmegen, de voormalige woonplaats van belanghebbende, heeft het Hof op 16 augustus 2013 desgevraagd laten weten evenmin gegevens over de huidige woonplaats van belanghebbende te hebben. De uitnodiging voor het onderzoek ter zitting op 22 januari 2014, is per aangetekende en gewone post op 17 december 2013 naar de volgende bij het Hof bekende adressen van belanghebbende verstuurd: [a-strasse] 15, [M], Zwitserland, [b-strasse] 43, [N], Zwitserland en [c-straat] 5, [O]. Alle brieven zijn door het Hof terugontvangen. Ter zitting van het Hof heeft de Inspecteur verklaard nog altijd niet over gegevens over de huidige woonplaats van belanghebbende te beschikken.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van [C] BV. [C] BV houdt alle aandelen in [D] BV die op haar beurt alle aandelen houdt in [E] BV, [F] BV, [G] BV en [H] BV. Belanghebbende heeft voor het jaar 2007 geen aangifte IB/PVV gedaan.
Bij brief van 16 oktober 2009 heeft de Inspecteur belanghebbende meegedeeld een boekenonderzoek in te stellen naar onder meer de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 2005 tot en met 2008.
De Inspecteur heeft bij brief van 19 januari 2010 aan belanghebbende – voor zover van belang – geschreven:
“Aan u is een aangifte Inkomstenbelasting gezonden over het jaar 2007. Deze had ingediend moeten zijn vóór 1-4-2009. Op 31-8-2009 is daar een aanmaning voor verstuurd met als termijn 21-9-2009. U heeft daar niet op gereageerd.
Gebleken is dat u:
- bij [C] BV loon heeft genoten;
- uit [D] BV in 2007 in totaal tenminste € 85.000 heeft opgenomen. Deze merk ik aan als inkomsten uit werkzaamheden;
Mogelijk dat u bij de dochterondernemingen van [D] BV ook overboekingen zijn geweest, of dat u inkomsten heeft genoten uit overige werkzaamheden.
Ik heb inmiddels het inkomen 2007 ambtshalve vastgesteld op € 200.000”
Met dagtekening 17 februari 2010 zijn aan belanghebbende ambtshalve aanslagen IB/PVV 2007 en Zvw 2007 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 200.000 en een bijdrage-inkomen van € 200.000.
Namens belanghebbende heeft [I] Accountancy BV (hierna: de gemachtigde), gevestigd aan de [d-straat] 57-59 te [P], bezwaar gemaakt. Bij het bezwaarschrift is een aangifte IB/PVV 2007 gevoegd. Daarin is onder meer als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van [C] BV een bedrag van € 20.000 aangegeven.
De Inspecteur heeft de gemachtigde bij brief van 18 maart 2010 om nadere informatie verzocht.
Bij brief van 6 mei 2010 heeft de gemachtigde diverse stukken overgelegd, waaronder de jaarrekeningen 2007 van [C] BV, [D] BV, [E] BV, [G] BV en [H] BV. Daarnaast zijn grootboekkaarten overgelegd van [C] BV, [D] BV, [E] BV en [G] BV alsmede een niet ondertekende leningsovereenkomst tussen belanghebbende en [J] BV (hierna: [J]), waarin is overeengekomen dat op 13 maart 2007 door belanghebbende € 125.000 wordt geleend ten behoeve van de financiering van de inkoop van zendtijd bij [K] voor [Q] BV. [J] wordt vertegenwoordigd door [R] (hierna: [R]).
Op 5 juli 2010 heeft de Belastingdienst bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld. Daarvan is met dagtekening 14 december 2010 een rapport opgemaakt. Daarin is onder meer het volgende vermeld:
"3.1 Ambtshalve vaststelling
In verband met een in te stellen onderzoek bij [C] BV en haar dochterondernemingen en de vaststelling van het verzamelinkomen 2007 van dhr. [X] is dhr. [X] op 16-10-2009 schriftelijk verzocht contact op te nemen om informatie te verstrekken. Daarna is enkele malen diens voicemail ingesproken. Dhr. [X] heeft niet gereageerd.
Op 19-1-2010 is aan dhr. [X] schriftelijk medegedeeld dat hij:
- bij [C] BV loon heeft genoten;
- uit [D] BV in 2007 in totaal tenminste € 85.000 heeft opgenomen. Deze werden aangemerkt als inkomsten uit werkzaamheden;
Dat het inkomen 2007 ambtshalve werd vastgesteld op € 200.000.
Hier is geen reactie op ontvangen.
Ingediende aangifte
Op 1-3-2010 is een bezwaarschrift ontvangen van de adviseur. Op 26-2-2010 is de aangifte in digitale vorm aangeleverd.
In deze aangifte is € 20.000 aangegeven als loon uit dienstbetrekking.
4 Bevindingen
Gevraagde informatie
De jaarrekeningen 2007 en gespecificeerde overzichten van de rekening-courant zijn gevraagd van:
- [C] B.V.
- [D] B.V.
- [E] B.V.
- [F] B.V.
- [G] B.V.
- [H] B.V.
Kopieën van jaarstukken zijn verstrekt met uitzondering van [F] B.V..
Kopieën van de grootboekkaarten zijn verstrekt met uitzondering van de kaarten [H] B.V.
Bankafschriften van [D] over het jaar 2007 zijn verstrekt. Deze zijn niet volledig.
Bankafschriften van de betaalrekening 2007 [00.00.00.000] ABN/AMRO van dhr. en mw. [X] zijn verstrekt.
Gevraagde maar niet ontvangen informatie
De volgende stukken zijn wel gevraagd maar niet ontvangen:
- gespecificeerde overzicht van de rekening-courant van [H] B.V.
- jaarstukken 2007 [F] BV
De grootboekkaart rek-courant van [D] BV heeft geen beginsaldo zodat er geen inzicht wordt gegeven in de stand.
Bankafschriften van [D] over het jaar 2007 zijn verstrekt. Deze zijn niet volledig.
De afschriften 42 t/m 50 ontbreken. Hier is schriftelijk op gewezen zonder reactie.
Er is een kopie van een (niet-ondertekende) leenovereenkomst tussen [X] en [J] BV verstrekt. Daarna is verzocht om:
- een kopie van de definitieve ondertekende akte;
- toelichting hoe het bedrag is ontvangen en op welke wijze;
- toelichting hoe het bedrag is besteed;
- toelichting of en wanneer het bedrag is terugbetaald en op welke wijze.
De gevraagde gegevens zijn niet verstrekt.
De bankafschriften van de spaarrekening nr. [00.00.00.001] dhr. en mw. [X] zijn gevraagd maar niet verstrekt.
Leningen
Lening [D] BV
In de bankafschriften van [X] komt 2 keer als bijboeking de omschrijving terugboeking lening voor. Uit de jaarstukken of grootboekrekeningen komt geen lening naar voor.
Lening o/g van [J] BV
Er is een niet ondertekende overeenkomst van lening verstrekt. Door [J] BV zou op 13-3-2007 € 125.000 worden geleend aan [X] in privé.
In de bankafschriften komen geen mutaties voor van de ontvangst van dit bedrag of van terugbetalingen.
Er is om nadere in formatie gevraagd maar deze is niet verstrekt.