Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1746, 13/01033 en 13/01034
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 04-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1746, 13/01033 en 13/01034
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 4 maart 2014
- Datum publicatie
- 14 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:1746
- Zaaknummer
- 13/01033 en 13/01034
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Winst. Door software-ondernemer aangeschafte paardentrailer is niet zakelijk.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
nummers 13/01033 en 13/01034
uitspraakdatum: 4 maart 2014
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 augustus 2013, nummers AWB 13/404 en 13/405, in het geding tussen belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 59.400. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 1.369.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 56.444. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 1.473. Bij beschikking is een verzuimboete van € 226 opgelegd.
Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen bij uitspraak van 22 augustus 2013 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaak betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 februari 2014 te Arnhem. Belanghebbende is, hoewel daarvoor uitgenodigd bij per aangetekende post verzonden brief van 16 januari 2014 gericht aan het van hem bekende adres [a-straat] 4, [Z], zonder kennisgeving aan het Hof, niet verschenen. Partijen hebben op 11 februari 2014 mondeling ingestemd met het per telefoon door de griffier van het Hof gedane verzoek om de zaak om 11.00 uur te behandelen in plaats van het in de uitnodiging voor de mondelinge behandeling vermelde tijdstip van 10.00 uur. Namens de Inspecteur is verschenen [A].
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende en zijn echtgenote waren beiden vennoot van V.O.F. [B] (hierna: de vof). De activiteiten van de vof bestonden uit het ontwikkelen van software en alle daarbij komende werkzaamheden, automatisering en dienstverlening. De activiteiten van de vof zijn in 2010 gestaakt.
Belanghebbende heeft op 5 januari 2010 de aangifte IB/PVV 2008 ingediend en op 2 mei 2011 de aangifte IB/PVV 2009. In beide aangiften IB/PVV heeft belanghebbende 50% van de winst van de vof als winst uit onderneming aangegeven.
De Inspecteur heeft op 15 maart 2011 bij de vof een boekenonderzoek ingesteld naar onder meer de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting 2008, 2009 en 2010 van belanghebbende. Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft de Inspecteur in het rapport van het boekenonderzoek aangekondigd dat de winsten van de vof over de jaren 2008, 2009 en 2010 zullen worden gecorrigeerd. Voorts heeft de Inspecteur het aandeel van belanghebbende in de winst van de vof gesteld op 85% in plaats van 50%.
Naar aanleiding van het in 2.3 vermelde boekenonderzoek is bij het opleggen van de onderhavige aanslagen IB/PVV afgeweken van de ingediende aangiften IB/PVV. Daarbij zijn – voor zover hier van belang – de volgende correcties aangebracht:
2008
Afschrijving paardentrailer (85% van € 1.271 =) € 1.080
Verzekeringskosten (85% van € 1.912 =) € 1.625
2009
Afschrijving paardentrailer (85% van € 1.597 =) € 1.357
Met dagtekening 4 december 2012 heeft de Inspecteur uitspraken op bezwaar gedaan en daarbij de bezwaren ongegrond verklaard.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende niet erin is geslaagd aannemelijk te maken dat de paardentrailer is gebruikt met het oog op de zakelijke belangen van de vof en dat belanghebbende niet het bewijs heeft geleverd dat verzekeringskosten zijn gemaakt.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In geschil is of de aanslagen naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de afschrijving van de paardentrailer en de verzekeringskosten als ondernemingskosten ten laste van het inkomen uit werk en woning kunnen worden gebracht. Belanghebbende beantwoordt deze laatste vraag op beide punten bevestigend en de Inspecteur beantwoordt deze ontkennend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraken op bezwaar, vermindering van de aanslag IB/PVV 2008 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 56.695 en vermindering van de aanslag IB/PVV 2009 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.087.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.