Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1925, 13/00729

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:1925, 13/00729

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 maart 2014
Datum publicatie
14 maart 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:2027
Zaaknummer
13/00729

Inhoudsindicatie

In geschil is of de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2011 op een te hoog bedrag is vastgesteld.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummer 13/00729

uitspraakdatum: 11 maart 2014

Uitspraak van de zesde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 13 juni 2013, nummer AWB 12/2691 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarden (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 4 te [Z] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2011, voor het kalenderjaar 2012 vastgesteld op € 360.000 (hierna de beschikking). Bij uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.2

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 13 juni 2013 ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 februari 2014 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede namens de heffingsambtenaar mevrouw [A].

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de woning, een omstreeks 1988 gebouwde vrijstaande met een inpandige garage. De woning heeft een inhoud van circa 801 m3. De woning ligt op een perceel van ongeveer 599 m2.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2011 op een te hoog bedrag is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend. Belanghebbende stelt hiertoe dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak niet aannemelijk heeft gemaakt. Belanghebbende concludeert tot een waarde van € 260.000.

3.3

De heffingsambtenaar beantwoordt de vraag ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Partijen hebben voorts aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken en door hen is verklaard ter zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing