Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2263, 13/00891

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2263, 13/00891

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
18 maart 2014
Datum publicatie
28 maart 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:2263
Zaaknummer
13/00891

Inhoudsindicatie

Overdrachtsbelasting. Tariefsverlaging voor woningen. Terugwerkende kracht. Geen discriminatie.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer: 13/00891

uitspraakdatum: 18 maart 2014

Uitspraak van de achtste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 juli 2013, nummer AWB 12/4392, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren, kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft op 4 juli 2011 een bedrag van € 48.960 aan overdrachtsbelasting voldaan ter zake van de verkrijging van de hieronder te noemen onroerende zaak.

1.2

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het op aangifte voldane bedrag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank), de opvolger van de rechtbank Arnhem, heeft het beroep bij uitspraak van 4 juli 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 februari 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] en mr. [B] namens de Inspecteur.

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Bij notariële akte van 9 juni 2011 verkreeg belanghebbende de eigendom van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] 10 te [Z] (hierna: de woning). De koopsom voor de woning bedroeg € 816.000.

2.2

Het tarief voor de overdrachtsbelasting was ten tijde van de levering volgens artikel 14 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: de Wet BRV) zes percent. Op 4 juli 2011 is een bedrag van € 48.960 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan, zijnde zes percent van de koopsom.

2.3

Op 1 juli 2011 is door het kabinet een integrale woonvisie gepresenteerd (kamerstukken II, 2010-2011, 32.847, nummer 1) en op dezelfde datum is een persbericht uitgebracht. In de integrale woonvisie en het persbericht is onder meer aangekondigd dat de overdrachtsbelasting wordt verlaagd van zes naar twee percent voor de periode van 15 juni 2011 tot 1 juli 2012, waarbij voor de verkrijging in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Wet BRV het tijdstip van de juridische eigendomsoverdracht bepalend is.

2.4

Bij Besluit van 1 juli 2011, nr. BLKB 2011/1290M (hierna: het Besluit) heeft de staatssecretaris van Financiën het volgende bekend gemaakt: “(…)

1. Inleiding

In het persbericht van 1 juli 2011 is aangekondigd dat het tarief overdrachtsbelasting bij de verkrijging van woningen tijdelijk wordt verlaagd tot 1 juli 2012. Deze maatregel zal worden opgenomen in het Belastingplan 2012. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen treedt deze maatregel op 1 januari 2012 in werking en werkt terug tot en met 15 juni 2011.

2. Goedkeuring

Het is niet wenselijk dat belanghebbenden de verkrijging van een woning uitstellen tot 1 januari 2012. Daarom keur ik vooruitlopend op wetswijziging het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat een tarief overdrachtsbelasting van 2 procent wordt toegepast voor de verkrijging op of na 15 juni 2011 van een woning. Hieronder wordt het begrip woning nader toegelicht. (…)

4. Inwerkingtreding en vervaldatum

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing