Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2265, 13/00574
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-03-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2265, 13/00574
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 18 maart 2014
- Datum publicatie
- 28 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2014:2265
- Zaaknummer
- 13/00574
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Aftrek specifieke zorgkosten. In AWBZ-instelling verblijvende zoon betaalt aan vader vergoeding voor begeleiding.
Uitspraak
Afdeling belastingrecht
Zittingsplaats Arnhem
nummer 13/00574
uitspraakdatum: 18 maart 2014
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 april 2013, nummer AWB 12/333
in het geschil tussen belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Apeldoorn (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.261. Daarnaast is bij beschikking een bedrag van € 45 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 28 december 2011 de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.726. De beschikking heffingsrente is dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 4 april 2013 gegrond verklaard, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.409 en de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 december 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. [A], als gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [B] en mr. [C] namens de Inspecteur.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De feiten
Belanghebbende is geboren op 13 december 1979 en verbleef geheel 2009 in een AWBZ-instelling voor personen met een verstandelijke beperking. De vader van belanghebbende, [D] (hierna ook: de vader) is tevens de bewindvoerder en mentor van belanghebbende.
De vader van belanghebbende heeft zijn zoon bijgestaan met huishoudelijke taken en door hem te begeleiden naar afspraken en dergelijke. Ter zake hiervan heeft de vader een factuur opgesteld.
“Factuur voor
[X]
Reiskosten en vervoerskosten 2009
Uren Km
Begeleiding tandarts 4 keer per jaar 2 uur 8 416
Idem huisarts 10 keer 1.5 uur 15 360
Idem orth. [E] 4 keer 4 uur 16 64
Bespreking zorgplan op de woning 3
Huishoudelijke zaken zoals extra opruimen etc 8
Begeleiding naar clubs, vakantie weekenden, etc 24
Totaal uren 74 840
Totaal 74 uur a € 10 € 740
Kilometers 840 a € 0.30 € 251
Totaal € 991
[Z] 16 december 2009
[D]
[a-straat] 10
[Z]
Bankrekening [0000.00.000]”
Belanghebbende kan vanwege zijn beperking niet zelfstandig naar afspraken toe; hij moet begeleid worden. Indien deze afspraken niet onder de medische verzorging van belanghebbende vallen, brengt de AWBZ-instelling waarin belanghebbende verblijft voor de begeleiding € 30 per uur in rekening.
3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
In hoger beroep beperkt het geschil zich tot de aftrek van € 740 vanwege de 74 uur die volgens bovengenoemde factuur in rekening is gebracht. De overige aftrekposten die door belanghebbende waren opgevoerd, waaronder de in bovengenoemde factuur vervatte € 251 wegens vervoerskosten, zijn door de Inspecteur geaccepteerd.
De Inspecteur stelt zich op het standpunt gesteld dat het bedrag van € 740 niet als uitgave voor specifieke zorgkosten in aftrek kan worden gebracht, omdat de begeleiding door de vader de normale bijstand tussen ouder en kind niet te boven gaat, de factuur onverschuldigd is betaald, de werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden in het economische verkeer en omdat de betaling aan de vader om deze reden niet kan worden belast.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat het bedrag van € 740 wel als uitgave voor specifieke zorgkosten in aftrek kan worden gebracht, omdat de werkzaamheden van de vader de normale bijstand tussen een vader en een volwassen kind dat niet tot zijn huishouden behoort te boven gaan. De betaling van de factuur is niet onverschuldigd geschied en aftrekbaar, onafhankelijk van het antwoord op de vraag of het indienen en het betalen van de factuur hebben plaatsgevonden in het economische verkeer dan wel of de betaling aan de vader bij hem kan worden belast.