Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4030, 13/00937

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4030, 13/00937

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 mei 2014
Datum publicatie
23 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:4030
Zaaknummer
13/00937

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de zelfstandigenaftrek en de premieaftrek lijfrente terecht heeft gecorrigeerd.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 13/00937

uitspraakdatum: 20 mei 2014

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 juli 2013, nummer AWB LEE 12/2944, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.333 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.428. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag van € 273 aan belanghebbende vergoed.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 juli 2013 gegrond verklaard, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.174 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.365, bepaald dat een bedrag van € 68 aan buitenlandse bronbelasting wordt verrekend met de aanslag, verstaan dat de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig wordt aangepast en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 vergoedt.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 februari 2014 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede mr. [A] namens de Inspecteur. Het hoger beroep is met toestemming van partijen gezamenlijk behandeld met zaak van belanghebbendes echtgenote, met nummer 13/000936.

1.7

Belanghebbende heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is geboren op 9 september 1944 en woont aan de [a-straat] 20 te [Z].

2.2

Belanghebbende is enig aandeelhouder van [B] Inc (hierna: [B]). [B] houdt alle aandelen in [C] B.V. (hierna: de BV). De BV is gevestigd te [Z]. Belanghebbende is als directeur in dienstbetrekking bij de BV. Daarnaast drijft belanghebbende onder de naam [D] een eenmanszaak (hierna: de eenmanszaak).

2.3

De BV heeft circa 45 klanten. Dit betreffen 30 kleine ondernemingen en 45 particulieren, waaronder de bedoelde ondernemers in privé. Vanuit de eenmanszaak verleent belanghebbende diensten aan gemiddeld 12 kleine bedrijven.

2.4

Volgens belanghebbendes aangiften in de omzetbelasting bedroeg de omzet van de eenmanszaak over het jaar 2008 € 15.521.

2.5

Belanghebbende heeft in zijn aangifte in de IB/PVV voor het jaar 2008 een bedrag van € 18.365 negatief verantwoord als belastbare winst uit onderneming. De Inspecteur heeft deze aangegeven belastbare winst verhoogd tot een bedrag van € 6.783 negatief. Hierbij heeft de Inspecteur de volgende correcties aangebracht:

- geen huisvestingskosten: € 4.526

- geen zelfstandigenaftrek: € 9.096

- geen MKB-winstvrijstelling: - € 2.040

Daarnaast heeft de Inspecteur de door belanghebbende tot een bedrag van € 3.000 als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aftrek gebrachte premie voor lijfrente gecorrigeerd. Verder heeft de Inspecteur het door belanghebbende aangegeven belastbare inkomen uit sparen en beleggen verhoogd met € 82. Wegens de door hem aangebrachte correcties heeft de Inspecteur ten slotte de drempels voor de ziektekosten en de giften verhoogd met respectievelijk € 298 en € 198.

2.6

In de bezwaarfase heeft belanghebbende bij zijn brief van 9 juli 2012 een urenstaat gevoegd. Tijdens het op 5 september 2012 gehouden hoorgesprek heeft belanghebbende zijn agenda over het jaar 2008 aan de Inspecteur overhandigd. De urenstaat laat de volgende totalen zien:

[Z] eenmanszaak 1.806,5 uur

[Z] BV 696 uur

[L] eenmanszaak 473 uur

[L] BV 981 uur

Totaal 3.956,5 uur

Volgens de urenstaat heeft belanghebbende in totaal 2.279,5 uren besteed aan werkzaamheden voor de eenmanszaak en 1.677 uren aan werkzaamheden voor de BV.

2.7

Belanghebbende heeft in zijn aangifte IB/PVV 2008 een bedrag van € 3.000 aan lijfrentepremies in aftrek gebracht. De Inspecteur heeft deze aftrek bij de aanslagregeling gecorrigeerd.

2.8

Bij de bestreden uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de zelfstandigenaftrek en de premieaftrek lijfrente terecht heeft gecorrigeerd.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vermindering van de bestreden aanslag tot een opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2.620 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.365.

3.3

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1. – vermelde vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing